Waren de Belgen de dappersten van alle Galliërs?

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Waren de Belgen de dappersten van alle Galliërs?

KELTEN

Halloween

Halloween is een feestdag die valt op 

31 oktober. De naam "Halloween" is afgeleid van Hallow-e'en, oftewel 

All Hallows Eve (Allerheiligenavond). 

Het is een feestdag met tradities die duizenden jaren geleden zijn ontstaan. En dat begint bij de Kelten.

Halloween

De verhalen werden op twee manieren door gegeven aan volgende generaties. Hierdoor kennen we vandaag de dag ook nog verschillende verhalen en tradities. 

Enkele voorbeelden.... 

(Wat weet je nog?) 

Waar komt de term Halloween vandaan?

1. Van de Romeinse term 'Feralia'
2. Van de Keltische term 'Samhain'
3. Van de Middeleeuwse term 'Allerzielen'
4. Van de Engelse term 'All Hallow's Eve'

Romulus en Remus

'Oprichter(s)' van Rome.

Link naar het verhaal van Romulus en Remus.

Link naar een korte video over Romulus en Remus.

Wie is de legendarische stichter van Rome?

1. Marcus Aurelius
2. Julius Caesar
3. Cicero
4. Romulus

Trojaanse oorlogen

In welke samenleving speelde de Trojaanse oorlog zich af?

1. Griekse samenleving
2. Romeinse samenleving
3. Perzische samenleving
4. Egyptische samenleving

Hoe werden verhalen aanvankelijk in het begin doorgegeven?

1. de dieren vertelden
2. Schriftelijk
3. met tekeningen
4. Mondeling

Het schrift

- Eerste voorbeelden van schrift 

- Schrift is niet ineens uitgevonden
maar heeft zich ontwikkeld

Wat was het doel van het opschrijven van de verhalen?

1. Om ze te bewaren en door te geven
2. Om ze te vergeten
3. Om ze te veranderen
4. Om ze te vernietigen

Historische vraag 1:

Welke tijdsbegrippen kun je gebruiken bij de tijdlijn van de Kelten?

In welke periode vonden de drie (GRIEKSE,
ROMEINSE en KELTISCHE ) samenlevingen plaats?

1. Middeleeuwen
2. Klassieke Oudheid
3. Renaissance
4. Industriële Revolutie

Historische vraag 2:

Welke handelsproducten zorgden voor een Europees continentaal handelsnetwerk in het 1e millennium v.C.?

De kaart maakt duidelijk dat de Keltische samenleving zich uitbreidde over bijna heel Europa. Producten die regionaal werden ontgonnen of geproduceerd, zorgden voor de ontwikkeling van continentale handelswegen doorheen Europa.

Welke producten lagen aan de basis van handelsroute 3?

1. Ijzer en brons
2. Barnsteen en zout
3. Koper en tin
4. Zilver en goud

Hoe noemen ze hars dat versteent?

1. barnsteen
2. klei
3. steen
4. hars

Hier zie je een mug in barnsteen.
Dit is een voorbeeld van een fossiel.

1. Waar
2. Niet waar

Welke producten werden verhandeld in de Keltische handel?

1. Goud en zilver
2. Tin en ijzer
3. Hout en leder
4. Wijn en keramiek

Welke Griekse producten werden verhandeld Keltische producten?

1. Olijfolie en zeep
2. Wijn en keramiek
3. Wierook en specerijen
4. Katoen en linnen

Welke Keltische handelsroutes waren maritiem?

1. 4
2. 1
3. 2
4. 3

Welke Keltische handelsroutes waren continentaal?

1. 4
2. 1
3. 2
4. 3

Historische vraag 3:

Kenden de Kelten culturele eenheid of was er sprake van verdeeldheid?

  

Tekst lezen 

Wat is de reden dat we weinig weten over de Keltische samenleving?

1. Ze wilden hun cultuur geheim houden.
2. Ze lieten geen geschriften na en hadden een sterke mondelinge traditie.
3. De Romeinen en Grieken vernietigden hun geschriften.
4. Er was een brand die alle geschriften verwoestte.

Hoe moeten we de teksten van de Grieken en Romeinen over de Kelten lezen?

1. Met volledig vertrouwen, omdat de Romeinen en Grieken altijd de waarheid spraken.
2. Letterlijk, omdat de Romeinen en Grieken de waarheid spraken.
3. Met wantrouwen, omdat de Romeinen en Grieken vaak logen.
4. Kritisch, omdat de Romeinen en Grieken neerkeken op andere samenlevingen.

Wat wordt bedoeld met ‘Keltisch’?

1. Mensen die in Europa wonen
2. Een specifieke religie
3. Een bepaald voedselpatroon
4. De cultuur van mensen die een Keltische taal spreken

Wat is de reden dat we voornamelijk informatie hebben over de Keltische aristocratie?

1. De lagere standen wilden niet gevonden worden
2. Er waren geen lagere standen bij de Kelten
3. De aristocratie was machtiger dan de lagere standen
4. Deze had voldoende middelen om zich te laten begraven met grafgiften

Hoeveelheid eenheid was er onder de Kelten?

1. Er was volledige eenheid onder de Kelten.
2. Er was eenheid onder Kelten van een specifieke stam.
3. Er was geen eenheid onder de Kelten.
4. Er was enige mate van eenheid onder de Kelten.

Wat betekent de term 'Belg'?

1. De betekenis van 'Belg' is 'Keltische taal'.
2. De betekenis van 'Belg' is 'Keltische stamhoofd'.
3. De betekenis van 'Belg' is niet zeker, maar waarschijnlijk betekent het 'zwellen van trots of boosheid'.
4. De betekenis van 'Belg' is 'eengemaakt Keltisch rijk'.

Waren de Kelten in onze regio onderdeel van een eengemaakt Keltisch rijk?

1. Nee, de Kelten in onze regio waren onderdeel van honderden verschillende stammen.
2. De Kelten in onze regio waren onderdeel van enkele grote Keltische koninkrijken.
3. Ja, de Kelten in onze regio waren onderdeel van een eengemaakt Keltisch rijk.
4. De Kelten in onze regio waren onderdeel van een alliantie van kleine Keltische stammen.

Waar komt de naam 'België' vandaan?

1. De naam 'België' is afgeleid van een eengemaakt Keltisch rijk dat ooit in deze streken lag.
2. De naam 'België' is afgeleid van de naam van een Keltische stamhoofd.
3. De naam 'België' is afgeleid van de Latijnse benaming 'Belgae', die Julius Caesar gebruikte om de mensen in deze streken aan te duiden.
4. De naam 'België' is afgeleid van het Keltische 'Bhelgh'.

Wat was de rol van de druïden in de Keltische samenleving?

1. Boer
2. Leiding tijdens godsdienstige rituelen
3. Rechter, genezer en bemiddelaar
4. Stamhoofd

Wat was de kennis die druïden mondeling doorgaven aan de kinderen van de Keltische aristocratie?

1. Grieks en Latijn leren
2. Kunst en muziek leren
3. Kennis van godsdienstige rituelen
4. Geschiedenis en ongeschreven wetten van de stam

Wat waren de producten die de Kelten ruilden tegen Romeinse en Griekse producten?

1. Varkensvlees, koper, zijde, hout
2. Runderen, ijzerwaren, wollen stoffen, slaven

Waarmee konden de Kelten handel drijven met de Grieken en Romeinen?

1. Brons en goud, edelstenen en wierook
2. Onder andere zout en delfstoffen zoals ijzer

Wat was de religie van de Kelten?

1. Atheïsme: ze geloofden niet in goden.
2. Monotheïsme: ze geloofden in één god.
3. Pantheïsme: ze geloofden dat alles goddelijk is.
4. Polytheïsme: ze geloofden in meerdere natuurgoden.

Waar werden heilige plekken gevonden?

1. In de stad, naast de tempels.
2. Bergtoppen, waterbronnen, open plekken of grote eiken in het woud.
3. Bij de huizen van individuele Kelten.
4. In de grotten.

Welke grafgiften werden door rijke Kelten begraven?

1. Wapens, sieraden, vazen, paardenkarren en strijdwagens.
2. Muziekinstrumenten en danskleding.
3. Voedsel, drinken en kleding.
4. Boeken, pennen en papier.

Je leerde vorig jaar over het einde van de prehistorie. Je leerde dat de prehistorie niet voor alle samenlevingen gelijktijdig eindigde. 

Wanneer eindigde de prehistorie vanuit het Keltische perspectief?

1. Toen de Grieken en Romeinen over de Kelten begonnen te schrijven
2. Na de ontdekking van Amerika
3. Bij het begin van de Industriële Revolutie
4. Tijdens de Middeleeuwen

Was de Keltische samenleving verdeeld of was er sprake van een eenheid?

Hoeveel verschillende stammen waren er in de Keltische samenleving?

1. Een handjevol
2. Duizenden
3. Tientallen
4. Honderden

Wat was er aan de hand met de bestuursvormen in de Keltische samenleving?

1. Geen bestuur
2. Centralistisch
3. Verschillend
4. Uniform

Wat was de belangrijkste reden voor verdeeldheid in de Keltische samenleving?

1. Verschil in religie
2. Honderden verschillende stammen
3. Gebrek aan grondstoffen
4. Klimaatverschillen

Pagina 158 tot pagina 173 thuis aanvullen met verbetersleutel