Spelling 5.4.1

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

Spelling 5.4.1

We schrijven samenstellingen en verkleinwoorden

Bedenk een woord met een
koppelteken

Dictee woord 1
Luister naar het woord dat de juf opnoemt en schrijf dit correct op.

Dictee woord 2
Luister naar het woord dat de juf opnoemt en schrijf dit correct op.

Dictee woord 3
Luister naar het woord dat de juf opnoemt en schrijf dit correct op.

Dictee zin 1
Luister goed naar de zin die de juf opnoemt en schrijf dit correct op.
Denk aan de leestekens!

Dictee zin 2
Luister goed naar de zin die de juf opnoemt en schrijf dit correct op.
Denk aan de leestekens!

Dictee zin 3
Luister goed naar de zin die de juf opnoemt en schrijf dit correct op.
Denk aan de leestekens!

Welke categorieën horen bij dit woord? Schrijf de nummers in de juiste volgorde onder elkaar op.
* De gala-avond

Welke categorieën horen bij dit woord? Schrijf de nummers in de juiste volgorde onder elkaar op.
* Beroemdste

Welke categorieën horen bij dit woord? Schrijf de nummers in de juiste volgorde onder elkaar op.
* Diamanten

Welke categorieën horen bij dit woord? Schrijf de nummers in de juiste volgorde onder elkaar op.
* Kettinkje

Welke categorieën horen bij dit woord? Schrijf de nummers in de juiste volgorde onder elkaar op.
* De miljonairs

Welke categorieën horen bij dit woord? Schrijf de nummers in de juiste volgorde onder elkaar op.
* De benefietwedstrijd

Hoe goed heb jij het dictee gemaakt?

😒🙁😐🙂😃

't kofschip

Als je erachter wil komen of een werkwoord in de verleden tijd eindigt op  -te(n) of -de(n), dan maak je gebruik van 't kofschip. 

> je haalt -en weg van het hele werkwoord

> je kijkt op welke medeklinker het woord eindigt

> als de letter in 't kofschip zit, dan eindigt het woord in de verleden tijd op 

 -te(n)

> als de letter niet in 't kofschip zit eindigt het woord in de verleden tijd op  -de(n)

Voorbeeld: geloven

hele w.w. -en : gelov 

v zit niet in 't kofschip

dus: geloofde(n)

Maak gebruik van 't kofschip!

schroeven
Hij .......... de kast in elkaar.

1. schroefte
2. schroefde
3. schroevde
4. schroevte

Maak gebruik van 't kofschip

erven
Hij ........... dat van zijn opa.

1. ervde
2. erft
3. erfde
4. ervte

Maak gebruik van 't kofschip!

fietsen
Afgelopen zaterdag ............ zij samen met haar moeder naar haar oma.

1. fietste
2. fietsde
3. fietsdte
4. fietst

Schrijf een
verkleinwoord op

Wat is het verkleinwoord van:
ketting