Spelling dictee
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welk woord is goed geschreven?
A
's morgens
B
s morgens
C
s' morgens
D
smorgens
Slide 2 - Quizvraag
Zij gaat ............. naar school.
Slide 3 - Open vraag
Juist/onjuist;
Wij vertrouwde de informatie op het internet niet.
Wij vertrouwde de informatie op het internet niet.
Juist
Onjuist
Slide 4 - Poll
Noem zoveel mogelijk woorden met "air":
Slide 5 - Woordweb
Wat zie je op de foto?
<--
De ...
<--
De ...
Slide 6 - Open vraag
Wij ... gisteren het nieuwe spelletje uit.
(testen)
(testen)
A
testen
B
testte
C
tasten
D
testten
Slide 7 - Quizvraag
Is het volgende woord juist of onjuist gespeld?
Chronisch
Chronisch
Juist
Onjuist
Slide 8 - Poll
Luister naar de juf;
Hoe schrijf je het zojuist genoemde woord?
Hoe schrijf je het zojuist genoemde woord?
Slide 9 - Open vraag
Noem zoveel mogelijk cavia woorden:
Slide 10 - Woordweb
Wat zie je op de foto?
<--
Het ...
<--
Het ...
Slide 11 - Open vraag
Noem zoveel mogelijk citroenvlinder woorden:
Slide 12 - Woordweb
Hij weet het antwoord meteen, hij is echt een ...
A
slimerd
B
slimert
C
slimmerd
D
slimmert
Slide 13 - Quizvraag
Luister naar de juf;
Hoe schrijf je het zojuist genoemde woord?
Hoe schrijf je het zojuist genoemde woord?
Slide 14 - Open vraag
Wat zie je op de foto?
<--
De ...
<--
De ...
