De islam

Leerjaar 2 levensbeschouwing
De islam
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Leerjaar 2 levensbeschouwing
De islam

Slide 1 - Tekstslide

Soorten levensvragen
1. Wat is voor mensen/mij belangrijk in het leven?
2. Wie is de mens/wie ben ik?
3. Hoe leven mensen met elkaar samen/Hoe ga ik om met anderen?
4. Hoe gaan mensen om met lijden en dood/Hoe ga ik hiermee om?
5. Wat is tijd?
6. Wat is natuur/hoe ga ik om met natuur? 

Slide 2 - Tekstslide

Religie
Systeem of uitingsvorm dat/welke een hogere macht/kracht/energie (kan ook iets anders zijn God/goden) probeert te begrijpen 
= dus zij proberen woorden te geven aan iets dat buiten feiten en dat wat je kan waarnemen staat en wat ons aanstuurt of invloed heeft op ons leven 

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerken religies
  • Geloven dat er meer is tussen hemel en aarde 
  • God/goden/geen god(en)
  • Rituelen en feesten 
  • Belangrijke personen
  • Symbolen 
  • Belangrijke verhalen
  • Heilig gebouw
  • Heilig boek 
  • Verschillende stromingen 

Slide 4 - Tekstslide

Godsdiensten
  • Theïsten: geloven in een god/goden
  • Monotheïsme: geloven in een god
  • Polytheïsme: geloven in meerdere goden 

  • A-theïsten: geloven dat er geen god is/ontkennen het bestaan van god (zeggen: god bestaat niet)

  • Een religie hoeft niet altijd een godsdienst te zijn 

Slide 5 - Tekstslide

God
  • Een kracht/macht/energie/bezieling 
  • Boven/buiten en soms ook in jezelf 
  • Die je aanbidt, waar je offers voor maakt  en/of welke je vragen stelt 

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet je over de islam?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Video

De gekleurde landen zijn islamitische landen. Dit noemen we ‘islamitische landen omdat het grootste deel van de bevolking moslim is. Daarnaast wonen er ook mensen met een ander geloof of mensen die niet in god geloven. In de andere landen wonen vaak ook moslims, maar andere religies (godsdiensten) zijn daar groter.

Slide 9 - Tekstslide

De hedendaagse oemma

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Mekka en Medina op de huidige wereldkaart

Slide 13 - Tekstslide

Mekka: een stad midden in de woestijn

Slide 14 - Tekstslide

Mekka in de 7e eeuw
In Mekka staat de Ka'aba. Een stenen kubus, een heiligdom waar de pelgrims in de 7e eeuw op af kwamen om er te bidden voor hun eigen god. Iedereen had een eigen, andere god. Mekka was dus polytheïstisch. 

Slide 15 - Tekstslide

Profeet Mohammed
De profeet Mohammed wordt geboren in  570 en is eigenlijk maar een gewone handelsman. Hij woont in Mekka en hij werkt hard . Op een dag, in 610, krijgt hij een openbaring van God, Allah. Allah betekent God in het Arabisch. Door middel van een openbaring maakt God zichzelf (vaak via een engel) via een profeet bekend aan de mensheid. Je zou kunnen zeggen dat God met profeten praat. Eerder deed God dit al middels andere profeten in het jodendom en het christendom: Abraham, Mozes, Jezus, etc. 
God geeft Mohammed de opdracht om de boodschap van God door te geven aan de mensen die dit willen horen. Volgens God zijn de mensen vergeten wat de waarheid is. 

Slide 16 - Tekstslide

De islam zegt:
Geloof in één God, Allah. Volg Zijn regels zoals die zijn geopenbaard aan de profeet Mohammed zodat je na dit leven in het paradijs komt.  En houd rekening met de armen en de zwakken.

Slide 17 - Tekstslide

Van Mekka naar Medina
In het jaar 622 vertrekt Mohammed met zijn
volgelingen naar Medina omdat hij in Mekka 
veel vijanden had. In Medina wordt de profeet
Mohammed pas eigenlijk voor het eerst de
leider van de (nieuwe) moslims. Daarom zien 
moslims dit moment als het start van hun jaartelling. 
Dit belangrijke moment noemen moslims de hidrja.
Hidjra betekent letterlijk vertrek of migratie.
Vanaf de hidrja behoort iedereen die gelooft in 
de islam tot de islamitische geloofsgemeenschap, de oemma. De profeet Mohammed ligt in Medina begraven. 

Slide 18 - Tekstslide

Terug naar Mekka
Mohammed kwam in Medina tot het inzicht dat Mekka toch de belangrijkste plaats is voor moslims. Dit heeft te maken met de Ka'aba. Hij begrijpt nu dat de Ka'aba oorspronkelijk niet polytheïstisch is maar als 'het huis van God' moet worden gezien. Allah heeft namelijk aan eerdere profeten (Adam, maar ook Abraham) de opdracht gegeven  in Mekka de Ka'aba als  ‘het huis van God’ te bouwen. Daarom besluit de profeet Mohammed met zijn volgelingen terug te keren naar Mekka. In 632 overlijdt Mohammed in Mekka. 

De zwarte steen
De zwarte steen is niet hetzelfde als de Ka'aba. De Ka'aba is het kubusvormige gebouw. Het is bedekt met een zwart doek met inscripties van de Koran erop geborduurd. Maar aan een van de hoeken van het gebouw is een 'zwarte steen' te zien, voor meeste het heiligste gedeelte van het gebouw, volgens veel moslims komt deze uit het Paradijs, volgens sommigen is het 'gewoon een meteoriet' 

Slide 19 - Tekstslide

Vormgeving en opbouw Koran
114 Soera’s
Per Soera verschillende verzen
Niet chronologisch, periode         Mekka en Medina door elkaar.
Langere Soera’s =  Medina
Kortere Soera’s = Mekka
Arabisch

Slide 20 - Tekstslide

Dit is een voorbeeld uit de Koran: hierin wordt verteld hoe men de kalender moet inrichten

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

De moskee 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

minbar
mitrab
minaret
gelovigen
wasruimte
vrouwenruimte

Slide 25 - Sleepvraag

Slide 26 - Video

De vijf zuilen

Slide 27 - Tekstslide

De sjahada 
Dit is de geloofsbelijdenis
"Er is geen andere God dan Allah & Mohammed is Zijn Profeet"
Deze tekst wordt bij de dagelijkse gebeden uitgesproken, maar ook tijdens belangrijke momenten in het leven: geboorte, sterven, huwelijk, etc.

Slide 28 - Tekstslide

De salaat 
Dit is het dagelijkse gebed 
(5x per dag)

Men voert tijdens het bidden een serie buigingen uit, de Rak'a, op een gebedsmatje of in de moskee. Het gebed is altijd richting Mekka. 

Slide 29 - Tekstslide

De zakaat 
De hoofdgedachte van de zakaat betalen gaat om een deel van je rijkdom af te geven aan mensen die het minder goed hebben. Door de zakaat te betalen worden moslims eraan herinnerd hoe goed ze het hebben en worden ze dus gedwongen om goed na te denken over hun eigen geluk en succes.

Er bestaan twee vormen van zakaat betalen. De eerste heet Zakat ul Mal dit is voor de rijkere moslims, zij moeten 2,5% van hun inkomen betalen aan zakaat. De tweede vorm van zakaat is Zakat ul fitr, dit is voor de moslims die het niet super breed hebben maar die wel nog wat kunnen geven. 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Leerjaar 2 levensbeschouwing
Volgende keer: het christendom

Slide 34 - Tekstslide