Kt2 unit 5.2 will/won't/shall -recap 5.2

5.2 Future
  • WILL, WON't, SHALL 

Example:

One day I will visit South Africa
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.2 Future
  • WILL, WON't, SHALL 

Example:

One day I will visit South Africa

Slide 1 - Tekstslide

Maak de zin af met de woorden tussen haakjes
( you - to travel ) to South Africa this summer?

Slide 2 - Open vraag

Ontkennende zinnen
  • Bij ontkennende zinnen zet je 'not' achter 'will', 
  • Gebruik de korte vorm: won't 


I won't do my homework tomorrow 


Slide 3 - Tekstslide

Grammar - Will , WON'T , Shall
Hoe was het ook weer?




Slide 4 - Tekstslide

Will
 
  • Once in my life I will visit  South Africa 
  • Eens in mijn leven zal ik  Zuid-Afrika bezoeken.
  • Don't worry! We will do our homework 
  • Geen zorgen! Wij zullen ons huiswerk maken 

Slide 5 - Tekstslide

Grammar -Toekomst : will en shall 
Het Engelse woord Will gebruik je om aan te geven dat iets in de toekomst zal gaan gebeuren. 

 

Slide 6 - Tekstslide

Formule
will + hele werkwoord
Voorbeeld: We will do our homework .


Slide 7 - Tekstslide

Vormen
Je gebruikt voor alle personen dezelfde vorm.
Je kan 'will'op twee manieren schrijven:


  1. Lange vorm: Will
    One day he will have his own car.

  2. Korte vorm: 'll
    One day he'll have his own car .

Slide 8 - Tekstslide

Vragende zinnen
Bij vragen zet je 'will' vooraan .
Will we meet  him again ? Zullen we hem nog een keer ontmoeten? 

LET OP: 
Bij vragen met 'I' en 'we' gebruiken we SHALL  
Shall we go to the cinema? Zullen we naar de bioscoop gaan?
Shall  gebruik je dus om een voorstel te doen 

Slide 9 - Tekstslide

Maak de zin af met de woorden tussen haakjes
(they - to play) music at my birthday party next month.

Slide 10 - Open vraag

Maak de zin af met de woorden tussen haakjes
( I - not - to run) 10 kilometers anymore!

Slide 11 - Open vraag

I ____ go to the cinema later today.

A
Will
B
Shall

Slide 12 - Quizvraag

SAMENVATTING

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

___ they do their homework on Saturday?

A
Will
B
Shall

Slide 15 - Quizvraag

She ___________ turn sixteen next June.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 16 - Sleepvraag

He ___________ tell you what to do.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 17 - Sleepvraag

___________ I help you with your homework?
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
Will
Shall

Slide 18 - Sleepvraag

No, I ___ listen to you anymore!

A
Will
B
Shall
C
Won’t

Slide 19 - Quizvraag

___ I work from home next Friday?
A
Will
B
Shall

Slide 20 - Quizvraag

I don't know, ___________ we tell her the truth?
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 21 - Sleepvraag

Mary ___________ text us when we can visit.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 22 - Sleepvraag

He .... us next week.
A
will
B
will visit
C
will visits
D
visits

Slide 23 - Quizvraag

I don't like Stefan. I .... him with his homework.
A
will help
B
will not help
C
won't help
D
help

Slide 24 - Quizvraag

Look at the dark clouds. I ... soon.
A
will
B
rains
C
rain
D
will rain

Slide 25 - Quizvraag

I have football practise tonight. We ... a movie tonight.
A
will watch
B
will watches
C
won't watches
D
won't watch

Slide 26 - Quizvraag


    The weather ________ be sunny and dry tomorrow.

    Marc ________ join us for dinner, he's not hungry.

   _______ we meet at eight on Friday?

     Maybe they _______ give you you money back if you ask nicely.
will
won't
shall
will

Slide 27 - Sleepvraag

Slide 28 - Link

Slide 29 - Link

Study time/ Homework
  • Do: unit 5.2:5-9

  • Test jezelf 5.2
  • Woordtrainer 5.2
Als je helemaal klaar bent kom je een oefening over p. 254 bij mij halen

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video