04. 7.4 Werkloos (15-4-25)

H7 De arbeidsmarkt
§4: Werkloos(heid)
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H7 De arbeidsmarkt
§4: Werkloos(heid)
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.

Slide 1 - Tekstslide

Volgorde hoofdstuk 7
B
KGT
§ 1
§ 1
§ 2
§ 2
§ 3
§ 3
§ 4
§ 4
§ 5
§ 5
§ 6
7-4
8-4
14-4
15-4
6-5
12-5
Dinsdag 20 mei 
Toets hoofdstuk 7

Slide 2 - Tekstslide

Doel 7.4: Werkloos(heid)
BKT: Ik kan soorten werkloosheid noemen.
B: Ik kan verschillende redenen noemen waardoor werkloosheid kan ontstaan.
KT: Ik kan uitleggen hoe verschillende soorten werkloosheid ontstaan.
Schrijf mee in teams

Slide 3 - Tekstslide

Doel 7.4: Werkloos(heid)
BKT: Ik kan soorten werkloosheid noemen.
B: Ik kan verschillende redenen noemen waardoor werkloosheid kan ontstaan.
KT: Ik kan uitleggen hoe verschillende soorten werkloosheid ontstaan.

Slide 4 - Tekstslide

Seizoenwerkloosheid
Werkloosheid door het verdwijnen van werkgelegenheid in bepaalde seizoenen.

Slide 5 - Tekstslide

Frictiewerkloosheid
Tijdelijke werkloosheid bij het wisselen van baan of het zoeken van een eerste baan.

Slide 6 - Tekstslide

Werkloos door
  • Nieuwe technieken
  • Buitenland (-> concurrentie)
  • Economische crisis
  • Nieuwkomers op de arbeidsmarkt
Als het aanbod groeit en als de werkgelegenheid niet meegroeit, neemt de werkloosheid toe.

Slide 7 - Tekstslide

Concurrentie
De strijd tussen bedrijven om de gunst van de klant.

Slide 8 - Tekstslide

Rekenvaardigheden
Ik let er op dat ik:
  • Een berekening geef
  • De eenheid erbij zet: €
  • Een komma zet ipv een punt
  • 2 cijfers achter de komma zet
Rekentrainer B

Slide 9 - Tekstslide

Verandering van aanbod
Het aanbod van arbeid:
- stijgt als mensen op zoek gaan naar betaald werk (de intreders);
- daalt als mensen stoppen met betaald werk (de uittreders).

Voorbeeld:
- Er zijn in een jaar 210.000 intreders en 200.000 uittreders.
Het aanbod van arbeid stijgt met: 210.000 − 200.000 = 10.000 personen


Slide 10 - Tekstslide

Verandering van vraag
De vraag naar arbeid:
- stijgt door nieuwe arbeidsplaatsen;
- daalt als er arbeidsplaatsen verdwijnen.

Voorbeeld:
- Er verdwijnen in een jaar 100.000 arbeidsplaatsen en er ontstaan 95.000 arbeidsplaatsen.
De vraag naar arbeid daalt in dat jaar met: 100.000 − 95.000 = 5.000 arbeidsplaatsen.


Slide 11 - Tekstslide

Samenvatting B
Seizoenwerkloosheid ontstaat door:
• het verminderen of stopzetten van de productie in een bepaald seizoen.
Het kost vaak enige tijd om werk te vinden:
• bij het zoeken van de eerste baan;
• bij het wisselen van baan.
De werkloosheid die dan optreedt, heet frictiewerkloosheid.
Werkloosheid ontstaat ook als:
• het aanbod van arbeid niet past bij de vraag naar arbeid;
• bedrijven de concurrentiestrijd met het buitenland verliezen;
• productie wordt verplaatst naar het buitenland;
• de verkoop van producten daalt tijdens een economische crisis.

Slide 12 - Tekstslide



Leren en maken:
Hoofdstuk 7 paragraaf 4 opdracht 1 t/m 5


KT





Huiswerk

Slide 13 - Tekstslide

Samenvatting B

Slide 14 - Tekstslide

Samenvatting T

Slide 15 - Tekstslide

Vraagbokaal
Bedenk een (toets)vraag en schrijf die op een papiertje 
(met antwoord). 
De beste vragen komen in de pot.
De volgende les start ik met een vraag uit de bokaal.

Slide 16 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 17 - Tekstslide

Overige dia's

Slide 18 - Tekstslide