Domein grootheden en eenheden Herhaling en TIJD N2
1 / 11
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Zet de lengte-eenheden van groot (links) naar klein (rechts).
km
hm
dam
m
dm
cm
mm
Slide 2 - Sleepvraag
Wat betekent kilo van kilogram?
A
1/1000 gram
B
1/10 gram
C
100 gram
D
1000 gram
Slide 3 - Quizvraag
Hoeveel millimeters zitten er in een meter?
A
1000 millimeters
B
500 millimeters
C
100 millimeters
D
10 millimeters
Slide 4 - Quizvraag
Noem een eenheid van tijd
Slide 5 - Woordweb
Hoeveel minuten duurt 4 1/2 uur?
Vul alleen een getal in.
Vul alleen een getal in.
Slide 6 - Open vraag
Welk rijtje klopt niet van groot naar klein?
A
jaar - maand - dag - minuut
B
jaar - uur - kwartier - seconde
C
eeuw - jaar - kwartaal - uur
D
maand - uur - kwartaal - minuut
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
In 1 uur loop je ongeveer
A
5 km
B
10 km
C
15 km
D
50 km
Slide 9 - Quizvraag
In 1 uur fiets je ongeveer
A
5 km
B
10 km
C
15 km
D
50 km
