ruimtes representatief maken

Ruimtes representatief maken
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ruimtes representatief maken

Slide 1 - Tekstslide

Representatief maken
Zorgen dat het er netjes uitziet en schoon is.
Deze les gaat over het representatief maken en houden van gemeenschappelijke en publieke ruimtes.

Slide 2 - Tekstslide

Welke gemeenschappelijke en publieke ruimtes ken je?
(voorbeeld; bibliotheek, school)
(noem er minstens 3)

Slide 3 - Woordweb

Het gaat om het schoonmaken van:
vloeren
ramen
vitrinekasten
meubels

Slide 4 - Tekstslide

De werkplek is een:
zorgcentrum
ziekenhuis
multifunctioneel centrum (wordt op veel verschillende manieren gebruikt)
overheidsgebouw
bedrijf

Slide 5 - Tekstslide

Vitrinekasten
In publieke ruimtes, bijvoorbeeld in een museum, staan waardevolle voorwerpen vaak achter glas.
Bijvoorbeeld in een vitrine. 
Een kast met glazen ruiten heet een vitrine. Iedereen kan zien wat erin staat. 
Het is een soort mini-tentoonstelling.

Slide 6 - Tekstslide

Vitrinekasten
Een vitrine beschermt spullen tegen:
  • vies worden
  • kapotgaan
  • bacteriën
  • diefstal

Slide 7 - Tekstslide

Wat staat er bij jou thuis achter glas?

Slide 8 - Open vraag

Ken jij iemand met een vitrinekast?
Wat staat erin?

Slide 9 - Open vraag

Staat er op jouw stage- of werkplek een vitrinekast?
Wat staat daarin?

Slide 10 - Open vraag

Reinigen ruitjes
Het schoonmaken van ruitjes in kasten lijkt op een raam wassen.
Het moet alleen voorzichtiger en je hebt andere schoonmaakspullen nodig.
De ruitjes zijn kleiner en zitten soms in duur houtwerk.
In vitrines zitten kleine hoekjes en randjes.
Die moeten goed schoon zijn, vooral als er etenswaren in staan.

Slide 11 - Tekstslide

Het schoonmaken van een vitrinekast moet veel voorzichtiger dan het schoonmaken van ramen.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Hoekjes en randjes van de vitrinekast moeten goed schoon zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Waarom moeten hoekjes en randjes van de vitrinekast goed schoon zijn?

Slide 14 - Open vraag

De entree van een gebouw
De binnenkomst in een gebouw is belangrijk, bijvoorbeeld in een ziekenhuis.
In de hal zorgen grote ramen meestal voor veel licht. 
De hal is vaak hoog en geeft een gevoel van ruimte. 

Slide 15 - Tekstslide

Kunstenaars en hobbyclubs die hun producten tonen, zorgen voor sfeer.
Dat doen ze ook in andere gebouwen, bijvoorbeeld in een zorgcentrum. 
In de hal en de gemeenschappelijke ruimtes worden dingen tentoongesteld. 
Zoals producten van hobbyclubs.

Slide 16 - Tekstslide

Veel ramen maken de ruimtes zo licht mogelijk.
In een schone en lichte ruimte voelen mensen zich eerder op hun gemak.

Slide 17 - Tekstslide

Ook een schone vloer is belangrijk voor de 1e indruk van een bezoeker.
Vlekken op de grond maken dat de entree er onverzorgd uitziet.
Over rommel kun je struikelen. 
Bij het voorbereiden van een open dag of een feest doet iedereen extra zijn best. 
Alles moet er piekfijn uitzien.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Je gaat een ruimte beoordelen en vaststellen wat schoongemaakt moet worden.
Als je goed kunt kijken, zie je of een ruimte schoon is.
Je ziet waar werk te doen is. Je ziet vingerafdrukken op ruiten en deuren, stof in vitrines, troep en vlekken op vloeren, kringen op tafels.
Hoe is dat bij jou op school?

Slide 19 - Tekstslide

Beoordeel hoe schoon en netjes het bij jou op school is.

Je gaat met een groepsgenoot naar buiten en weer naar binnen.
Jullie beoordelen de entree op 'schoon en netjes'.
Geef in de volgende vragen aan of het goed, voldoende of matig is.

Slide 20 - Tekstslide

Ramen binnen
Goed
Voldoende
Matig

Slide 21 - Poll

Ramen buiten
Goed
Voldoende
Matig

Slide 22 - Poll

Vloeren
Goed
Voldoende
Matig

Slide 23 - Poll

Kasten
Goed
Voldoende
Matig

Slide 24 - Poll

Deuren
Goed
Voldoende
Matig

Slide 25 - Poll

tafels en stoelen
Goed
Voldoende
Matig

Slide 26 - Poll

Entree beoordelen
Je gaat nu de entree van school beoordelen op sfeer en hoe representatief het is.
Loop weer naar buiten en naar binnen. 
Vul de sleepvraag in.


Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Uitnodigend / goed
Moet veranderen / niet goed
licht
Kleur
ruimte
rust
netjes
representatief
vrolijk
warm
zakelijk

Slide 29 - Sleepvraag

Wat wil je veranderen, en waarom?
(noem in ieder geval 1 ding)

Slide 30 - Open vraag

Heb je een idee van hoe het anders kan?
(noem in ieder geval 1 ding)

Slide 31 - Open vraag

Ergonomische tips
Als je kasten schoonmaakt moet je uitrekken, tillen, bukken, armen bewegen, doekje vasthouden en uitknijpen.
  • Neem een huishoudtrap voor de bovenste planken.
  • Til geen zware voorwerpen boven je hoofd bij het leeghalen van een kast.
  • Zak door je knieën bij de onderste planken.
  • Beweeg je armen bij het schoonmaken tussen schouder en heup.
  • Knijp niet onnodig vaak het doekje uit.

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht
Vraag aan 10 mensen om voor jou een dik boek van de grond te rapen.

Slide 33 - Tekstslide

Hoeveel mensen buigen door de knieën?

Slide 34 - Open vraag

Tiltechniek
Maken ze geen bolle rug?
Geef die mensen een compliment voor hun til-techniek.
Ze zorgen goed voor hun rug.
Geef de 'bukkers' informatie over de juiste manier van tillen of oprapen. 
Doe het goed voor.

Slide 35 - Tekstslide

De vloer
De entree is bijna klaar als de ruiten, vitrinekasten en ander meubilair schoon zijn. 
Nu de vloeren nog.
De vloeren zijn het laatst aan de beurt, want je werkt van boven naar beneden.
Hoe een vloer eruit ziet is erg belangrijk.
Een entree met een vieze of rommelige vloer is niet representatief.
Een vloer wordt ook sneller vies dan ramen of kasten.
Denk maar eens aan de afdrukken van modderschoenen.
Of aan herfstblaadjes die naar binnen waaien.
De vloer moet daarom vaker worden schoongemaakt.
Als het om een drukbezochte ruimte gaat, elke dag!

Slide 36 - Tekstslide

Stofzuigen
Je gebruikt voor vaste vloerbedekking een stofzuiger.
Losse rommel moet je eerst oprapen en in de vuilniszak gooien.
Anders raakt de stofzuiger verstopt.
Is de stofzuigerzak vol? Dan verwissel je de zak voor je gaat stofzuigen.
Bij vaste vloerbedekking gebruik je geen borstel, dat is te stroef.
De borstel blijft hangen in het tapijt.
Gebruik een stopcontact zo dicht mogelijk bij de deur waar je eindigt.
Daar blijft het snoer niet haken achter een stoel en kan geen plantjes omtrekken.

Slide 37 - Tekstslide

Waar begin je met stofzuigen in jouw huiskamer?
A
bij de deur
B
bij het raam
C
onder de tafel

Slide 38 - Quizvraag

Wat doe je met stoelen die in de weg staan?
A
eromheen zuigen
B
opzij schuiven

Slide 39 - Quizvraag

Hoe stel je de zuigmond in van de stofzuiger bij vaste vloerbedekking?
A
met borstel
B
zonder borstel

Slide 40 - Quizvraag

Welk stopcontact gebruik je?
A
bij het raam
B
bij de deur

Slide 41 - Quizvraag

Waarmee houd je een los kleedje op zijn plaats bij het stofzuigen?
A
je hand
B
een zware stoel
C
je voet

Slide 42 - Quizvraag

Gladde vloer
Voor een gladde vloer zonder vlekken gebruik je een stofzuiger of een zachte bezem of zwabber.
Eerst veeg je losse rommel bij elkaar met de zachte bezem.
Je veegt het hoopje op met stoffer en blik en gooit het in de vuilniszak.
Daarna gebruik je een stofwisser om het stof te verwijderen.

Slide 43 - Tekstslide

Een dweil of mop gebruik je voor een gladde vloer met vlekken of modder.
Daarbij gebruik je ook water en allesreiniger.

Je moet wel zeker weten dat de vloer met water en schoonmaakmiddel gedaan mag worden.
Bij twijfel kun je het beter even vragen.
Je werkt van achter naar voren en je eindigt in de deuropening.
Een schoonmaakbedrijf doet meestal het groot onderhoud van vloeren.
Zij gebruiken bijvoorbeeld poetsmachines en speciale schoonmaakmiddelen.
Welke middelen? Dat is voor elke soort vloer weer anders.

Slide 44 - Tekstslide

Losse rommel op de vloer raap je eerst op en gooi je in de afvalzak.
A
waar
B
niet waar

Slide 45 - Quizvraag

Op vaste vloerbedekking gebruik je een stofwisser
A
waar
B
niet waar

Slide 46 - Quizvraag

Je mag alle soorten gladde vloeren met water en allesreiniger schoonmaken.
A
waar
B
niet waar

Slide 47 - Quizvraag

Waarom dweil je een vloer van achter naar voren, naar de deur toe?

Slide 48 - Open vraag

Noem 2 dingen die je geleerd hebt deze les.

Slide 49 - Open vraag