8.3 t/m 8.5 symmetrie
1 / 15
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Dit figuur is draaisymmetrisch en lijnsymmetrisch
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Overstaande hoeken zijn
hoeken die ... zijn.
hoeken die ... zijn.
A
Even groot
B
Niet even groot
Slide 3 - Quizvraag
Welke hoek is de overstaande hoek van ∠V2
A
∠V1
B
∠V4
C
∠V3
D
∠W3
Slide 4 - Quizvraag
Bereken de kleinste draaihoek in dit figuur.
Slide 5 - Open vraag
Is dit figuur draaisymmetrisch of lijnsymmetrisch?
A
Alleen draaisymmetrisch
B
Alleen lijnsymmetrisch
C
Zowel draaisymmetrisch als lijnsymmetrisch
D
Niet draaisymmetrisch en lijnsymmetrisch
Slide 6 - Quizvraag
Welke lijn is evenwijdig aan
lijn b?
lijn b?
A
d
B
c
C
a
D
geen
Slide 7 - Quizvraag
De kralenketting wordt verlengd met vier extra kralen.
Wat worden de kleuren van deze kralen in de juiste volgorde?
Wat worden de kleuren van deze kralen in de juiste volgorde?
Slide 8 - Open vraag
Welke hoek is de overstaande hoek van ∠W2
A
∠W5
B
∠W4
C
∠V4
D
∠W45
Slide 9 - Quizvraag
Hoek ∠R1 is 74°. Hoe groot is ∠R5?
Slide 10 - Open vraag
Het kleinst mogelijke stukje dat steeds terugkomt in een figuur heet een...
A
Patroon
B
Schuifsymmetrie
C
Herhaling
D
Motief
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel graden is
een gestrekte hoek?
een gestrekte hoek?
A
90°
B
180°
C
60°
D
360°
Slide 12 - Quizvraag
Hoek ∠A2 is 115°.
Hoe groot is hoek ∠B?
Hoe groot is hoek ∠B?
Slide 13 - Open vraag
Van een gelijkbenige driehoek KLM is de tophoek ∠K 66°. Hoe groot is ∠M?
A
57°
B
33°
C
114°
D
66°
Slide 14 - Quizvraag
Welke hoeken zijn even groot als
hoek ∠C4?
hoek ∠C4?
