Blok 2B week 3 les 4

Blok 2B week 3 les 4
  • Doe je boek open op bladzijde 33.
  • Pak je schrift erbij en schrijf voor de kantlijn het blok, de week en de les.
  • Deze presentatie helpt je door de les heen. Lees zelf de opdrachten in het boek en de slides die hierbij horen.
  • Het is zoveel mogelijk gedaan op de manier zoals jullie het normaal ook krijgen in de les.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Blok 2B week 3 les 4
  • Doe je boek open op bladzijde 33.
  • Pak je schrift erbij en schrijf voor de kantlijn het blok, de week en de les.
  • Deze presentatie helpt je door de les heen. Lees zelf de opdrachten in het boek en de slides die hierbij horen.
  • Het is zoveel mogelijk gedaan op de manier zoals jullie het normaal ook krijgen in de les.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je leert rekenen met bouwsels.
  • Je past wat je in heel blok 2 hebt geleerd toe in verhaaltjessommen.

Slide 2 - Tekstslide

Som 1
Je mag bij deze som ook echte blokjes gebruiken!
Je ziet dat de eerste laag bestaat uit 1 x 1 (=1) steen. De tweede laag bestaat uit 2 x 2 (=4) stenen. De derde laag bestaat uit 3 x 3 (=9) stenen. De vierde laag zal dus bestaan uit 4 x 4 (=?) stenen. Enzovoorts.
Als je nu bij A moet uitrekenen hoeveel blokjes je hebt, dan is dat dus 1 + 4 = 5 blokjes.
B: 1 + 4 + 9 = ? blokjes.

Slide 3 - Tekstslide

Instructie
In de volgende slides hierna komt heel som 2 aan bod. Lees de vragen rustig door. Kom je er niet uit? Kijk dan even naar de slides. Hier staan niet de antwoorden in, maar de manier waarop je het uit moet rekenen! Kan je het zonder de slides? Helemaal prima!

Slide 4 - Tekstslide

Som 2
a. Er stonden 7788 computers klaar, maar er waren maar 7752 deelnemers. Om erachter te komen hoeveel computers er ongebruikt waren, wordt de som: 7788 - 7752 = ? Je kan dit cijferend aftrekken.

Slide 5 - Tekstslide

Som 2 
b. Elke deelnemer betaalt €11,50 entree. Het zijn 7752 deelnemers. Ze vragen het ongeveer, dus je hoeft het niet precies uit te rekenen! Als je dan het eerste getal iets minder maakt en het tweede getal iets meer, dan kom je ongeveer op het goede antwoord uit: 10 x 8000 = ?

Slide 6 - Tekstslide

Som 2
c. De organisatie hoopte op 10 000 deelnemers. Het waren er maar 7752. Om te weten hoeveel dit er minder waren, doe je 
10 000 - 7752. Dit kan je onder elkaar zetten om het handig uit te rekenen.

Slide 7 - Tekstslide

Som 2
d. Hier wordt weer om ongeveer gevraagd. Het antwoord bij c was ongeveer 2500. Hoeveel procent is 2500 van 10 000? Dit is eigenlijk hetzelfde als 25 van 100. Alles is altijd 100%. Dus dan is 25 ook gewoon 25%.
(in deze slide staat dus stiekem wel het antwoord)

Slide 8 - Tekstslide

De kinderen die aan de slag kunnen, mogen opdracht 1, 2 en 3 gaan maken. Hierna komt de extra uitleg voor som 3 (deze is in ieder geval voor de kinderen die normaal vooraan zitten bij de les).

Slide 9 - Tekstslide

Extra instructie som 3
a. Probeer deze eerst zelf eens uit te rekenen.
b. Hier wordt gevraagd naar ongeveer. Dus van 198 kan je dan 200 maken en van 19 kan je dan 20 maken. Hoeveel procent is 20 van 200? Je kan een verhoudingstabel maken. 200 is in dit geval de 100%. Hoeveel % is dan 20?

Slide 10 - Tekstslide

Extra instructie som 3
c. Je moet van beide stapels evenveel stuks maken. Welk getal zit zowel in de tafel van 45 als in de tafel van 30? 90! De eerste stapel doe ik dan dus x2 (45 x 2 = 90). 8,25 x 2 = ?
De tweede stapel doe ik dus x 3 (30 x 3 = 90). 6 x 3 = ?
Nu kun je zien welke stapel voordeliger is.

Slide 11 - Tekstslide

Som 3
d. Kijk even terug naar de vorige les. Denk eraan dat hij een kwartier (=15 minuten) pauze neemt. Dus dan hebben ze 50 minuten gegamed + 15 minuten pauze + 50 minuten gamen. Hoeveel minuten zijn dit? Het was eerst 19.30 uur, hoe laat is het dan na zoveel minuten?
e. Je wilt weten hoeveel 10% van 50 is. Zet het in een verhoudingstabel. €50 is 100%. Hoeveel is dan 10%? Je kan ook even terugkijken bij week 2 les 2. Dit bedrag haal je van €50 euro af, want het was 10% korting.

Slide 12 - Tekstslide

Je maakt: 
  • Opdracht 1
  • Opdracht 2
  • Opdracht 3
Succes!
Kom je er niet uit? Stel je vraag op Teams!

Slide 13 - Tekstslide