English Stones+ Hulpwerkwoorden 3K

Goodmorning class!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goodmorning class!

Slide 1 - Tekstslide

Today
Goals
Stones rehearsel
Grammar explanation
Work by yourself

Slide 2 - Tekstslide

Goals
- You can give instructions to others
- You can use the modals in the right way
- You can explain how something works to someone else

Slide 3 - Tekstslide

Which English words are important when giving instructions?

Slide 4 - Open vraag

Make two sentences using the stones on page 26

Slide 5 - Open vraag

Giving instructions
If you want to give a good instruction you always:
Use a Ordinal nummeral: first, secondly, then. Away to indicate in which order things should happen.

Slide 6 - Tekstslide

Translate in English:
Eerst, open de deur voordat je naar binnen gaat!

Slide 7 - Open vraag

Translate in English:
Daarna bel je een ambulance

Slide 8 - Open vraag

Translate in English:
Je zou stevige schoenen moeten kopen!

Slide 9 - Open vraag

Translate in English:
Als laatste, doe een veiligheids helm op.

Slide 10 - Open vraag

Make the following exercises
20 minutes
Done? Continue with herhaling+ verrijking

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Speaking
One half of the class are ski- instructors
Instructors prepare to talk to your students and answer questions
The other half are skiing- students

Slide 15 - Tekstslide

Speaking
Students ask your instructors the following questions:
  • Wat voor kleding moet je dragen
  • Waar beginnen jullie mee in de les
  • Waar moet je rekening mee houden in de les
  • Bedenk een eigen vraag.

Slide 16 - Tekstslide

Modals
Modals zijn hulpwerkwoord
Ze geven aan hoe erg iets eigenlijk moet en helpen daarmee het werkwoord.
De modals zijn: Should, must en have to

Slide 17 - Tekstslide

Should
Should gebruik je om iets af te raden of juist te zeggen dat iets moet.

You should go to work

Slide 18 - Tekstslide

Must
Must gebruik je om aan te geven dat iets echt moet! Het is sterker dan Should

You must go home!

Slide 19 - Tekstslide

Have to
Have to gebruik je ook om aan te geven dat iets echt moet, maar in dit geval dat het moet van iemand anders!

I have to go!
I must go!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

make Exercise 25+26, 15 minutes

Slide 22 - Tekstslide

Welke modal is sterker
A
Should
B
Must

Slide 23 - Quizvraag

Geef aan welke drie modals er zijn

Slide 24 - Open vraag

Wat gebruik je als je wilt aangeven dat iets van iemand anders moet?
A
Should
B
Must
C
have to

Slide 25 - Quizvraag

Translate the following sentence in English: Je moet naar huis gaan!

Slide 26 - Open vraag