Schrijfdossier les 1.3.1

Nederlands


Schrijfdossier leerjaar 1
Les 3.1
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands


Schrijfdossier leerjaar 1
Les 3.1

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag in deze les:
Lesafspraken
Terugblik
Lesdoel
Huiswerk bespreken
Instructie
Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Lesafspraken:
  • Je hebt respect voor elkaar en je omgeving
  • Je hebt de spullen op orde en huiswerk gemaakt
  • Je hebt de aandacht bij de les en bent stil wanneer nodig
  • Bij samenwerken werk je zachtjes
  • Wil je iets vragen of zeggen, steek dan je hand op
  • Tassen op de grond, petten/mutsen/jassen/telefoon in kluisje
  • Geen eten/drinken/kauwgom

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
  • Gestart met schrijfdossier
  • Hoofdstuk 1: Zakelijk e-mail
  • Hoofdstuk 2: Formulier invullen
  • Zakelijke/persoonlijke e-mail
  • Formeel/informeel taalgebruik

Slide 4 - Tekstslide

Schrijven:
Lesdoel: In deze paragraaf leer je;
  • hoe je een verslag schrijft.
  • hoe je een goede titel bedenkt.
  • hoe je een goede inleiding schrijft.
  • hoe je met synoniemen af kunt wisselen.

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
  • Heb je de vorige opdrachten online al klaar?
  • Hoe ver ben je met het mailtje voor de huiswerkdokter?
  • Heb je het online formulier in het schrijfdossier gezet?

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk bespreken:
  • Probeer in ieder geval voor de vakantie de eerste 3 schrijfopdrachten af te hebben.
  • Lukt het niet op de laptop, zorg er dan voor dat het in je lesboek staat. Dan kun je het later overnemen in je schrijfdossier.

Slide 7 - Tekstslide

Instructie
  • Ga op je laptop naar 3.4 (hoofdstuk 3, paragraaf 4) en maak opdracht 2ab. (210)
  • Neem daarna de volgende aantekening over in je schrift.

Slide 8 - Tekstslide

Aantekening:
Een verslag schrijven (210)
  • in een verslag schrijf je wat je hebt meegemaakt, gehoord, gelezen of onderzocht. Je informeert met feiten.
  • alinea 1: waar gaat het verslag over?
  • schrijf in de juiste volgorde wat er gebeurde in de volgende alinea's. Gebruik signaalwoorden van tijdsvolgorde zoals: eerst, daarna, vervolgens, verder, ten slotte, toen, enz.

Slide 9 - Tekstslide

Aantekening:
Een verslag schrijven (210)
  • Schrijf geen details, alleen belangrijke en interessante dingen.
  • Schrijf het verslag in de verleden tijd. Het is immers al gebeurd.
  • Zet je naam onder het verslag.

Slide 10 - Tekstslide

Aantekening
Een goede inleiding (213)
  • Een goede tekst: inleiding - kern - slot
  • inleiding heeft altijd twee dingen:
  • Je schrijft op waar het over gaat.
  • Binnenkomer: opvallend begin.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag:
  • Maken op de laptop bij 3.4:
  • opdracht 4 - 5 (211) - 7ab (213) en start met de schrijftaak (217)bij opdracht 16
Deze opdrachten zijn het huiswerk voor de volgende les.

Slide 12 - Tekstslide


Bedankt voor jullie aandacht

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide