T4 BS3 en 4 - evolutie en allelfrequentie

De evolutietheorie
Havo 4
Thema 4
BS 3 & 4
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De evolutietheorie
Havo 4
Thema 4
BS 3 & 4

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Leerdoel
  • Je kunt uitleggen wat de neodarwinistische evolutietheorie inhoudt.
  • Je kunt manieren van reproductieve isolatie beschrijven.

Programma
  1. Feiten of fabels
  2. De evolutietheorie
  3. Zelf werken

Slide 2 - Tekstslide

Feit of fabel:
De mens stamt af van de mensaap
A
Feit
B
Fabel

Slide 3 - Quizvraag

Feit of fabel:
De mens stamt af van de neanderthalers
A
Feit
B
Fabel

Slide 4 - Quizvraag

Feit of fabel:
Zonder verschillende allelen was evolutie niet mogelijk
A
Feit
B
Fabel

Slide 5 - Quizvraag

Feit of fabel:
Er zijn vijf rijken: dieren, planten, schimmels, bacteriën en virussen
A
Feit
B
Fabel

Slide 6 - Quizvraag

Feit of fabel:
Slangen hadden benen
A
Feit
B
Fabel

Slide 7 - Quizvraag

Evolutietheorieën
Creationisme:
  • de aarde en organismen zijn geschapen
  • sommige organen te ingewikkeld om  door evolutie te zijn ontstaan --> intelligente schepper
Lamarck (1744-1829):
  • eigenschappen veranderen tijdens leven individu
  • veranderde eigenschap wordt doorgegeven
  • Milieufactoren kunnen genexpressie beïnvloeden
Darwin (1809-1882):
  • On the origin of species (1859) --> evolutietheorie
Gregor mendel (1822-1884)
DNA bevat alle erfelijke eigenschappen
  • Voor het eerst ontdekt in 1871
  • Structuur pas ontdekt in 1953

Slide 8 - Tekstslide

Evolutie
  • Verschillen in genotypen door mutaties --> ontstaan allelen --> genetische variatie

  •  Natuurlijke selectie = organismen met gunstige eigenschappen overleven en hebben meer kans om zich voort te planten dan organismen met 'ongunstige eigenschappen'

  • Survival of the fittest = Organismen die beter kunnen overleven, kunnen zich voortplanten. Hierdoor gaat een soort steeds beter passen in zijn omgeving

  • Overerving van de 'goede eigenschappen

Slide 9 - Tekstslide

Evolutie: verandering van genotypenfrequenties en allelfrequenties in een populatie

Slide 10 - Tekstslide

Evolutie
Selectiedruk = invloed van milieufactoren op genetische variatie.
  • hoger --> minder variatie
  • lager --> overleving voor iedereen makkelijker

Fitness = voortplanting geschiktheid doordat het organisme het beste is aangepast.
Fitness is afhankelijk van het milieu.

Adaptatie = aanpassing

Slide 11 - Tekstslide

Reproductieve isolatie

Slide 12 - Tekstslide

Ontstaan nieuwe soorten
Het ontstaan van een nieuwe soort komt dus tot stand door:
1 reproductieve isolatie die kan worden veroorzaakt door geografische isolatie
2 genetische variatie die is ontstaan door mutatie en recombinatie
3 natuurlijke selectie, waarbij de best aangepaste organismen overleven
4 voortplanting, waarbij de gunstige eigenschappen aan nakomelingen worden doorgeven

Slide 13 - Tekstslide

Door evolutie
A
Past een populatie zich op de lange termijn aan op het milieu
B
Kan een individu zich direct aanpassen aan het milieu

Slide 14 - Quizvraag

Wat heb je niet nodig voor evolutie?
A
verandering van het milieu
B
natuurlijke selectie
C
al deze antwoorden zijn nodig voor evolutie
D
genetische variatie

Slide 15 - Quizvraag

Waar staat 'fitness' voor bij evolutie?
A
hoe goed je kan overleven
B
hoe fit je bent
C
hoeveel nakomelingen je maakt
D
hoe sterk je bent

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag!
Wat:
Basisstof 3: maak opdracht 37 t/m 42
Hulp nodig:
BINAS/boek of vraag om hulp
Uitkomst:
we bespreken de (moeilijke) vragen met elkaar
Klaar?
Lees basisstof 4
Basisstof 4: maak opdracht 52 t/m 60
Aan de slag!
timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen bs 4
4.4.1 Je kunt beschrijven hoe de genetische eigenschappen van een populatie kunnen veranderen.

Slide 18 - Tekstslide

Constante Allelfrequenties

De verzameling van alle genen in een populatie -> genenpool

Allelfrequentie geeft aan hoevaak een allel voorkomt

geen selectiedruk
Veranderende Allelfrequenties

Seksuele selectie; partnerkeuze op basis van eigenschappen

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat:
Basisstof 3: maak opdracht 37 t/m 42
Basisstof 4: maak opdracht 52 t/m 60
Hulp nodig:
BINAS/boek of vraag om hulp
Uitkomst:
we bespreken de (moeilijke) vragen met elkaar
Klaar?
Lees basisstof 4
Basisstof 4: maak opdracht 52 t/m 60
Aan de slag!
timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide