Deutschland Quiz

Herzlich Willkommen!
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen!

Slide 1 - Tekstslide


Wat is de hoofdstad van Duitsland?

A
Köln
B
Hamburg
C
Berlin
D
München

Slide 2 - Quizvraag

Welke is de Duitse vlag?
A
B
C
D

Slide 3 - Quizvraag


Hoeveel inwoners heeft Duitsland?

A
Ongeveer 10 miljoen
B
Ongeveer 40 miljoen
C
Ongeveer 80 miljoen
D
Ongeveer 150 miljoen

Slide 4 - Quizvraag

Deutschland ist
A
3 x größer als die Niederlande.
B
6x größer als die Niederlande
C
9x mal größer als die Niederlande.
D
Viermal größer als die Niederlande

Slide 5 - Quizvraag


Hoeveel buurlanden heeft Duitsland?
A
Acht
B
Neun
C
Zehn
D
Sieben

Slide 6 - Quizvraag

Duitsland
Oostenrijk
Zwitserland 
Liechtenstein

Slide 7 - Sleepvraag

In welke landen wordt Duits gesproken?
A
Oostenrijk, Duitsland, Polen
B
Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland
C
Duitsland, Zwitserland, Polen

Slide 8 - Quizvraag

Met welke munt betaalde men vroeger in Duitsland (voor de euro dus)?
A
Mark
B
Frank
C
Pond
D
Schilling

Slide 9 - Quizvraag

Hoe noem je een mobieltje in het Duits?
A
Das Telefon
B
Das Ding
C
Die Mobil
D
Das Handy

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf de kleur ( geel ) op in het Duits

Slide 11 - Open vraag

Schrijf de kleur ( blauw ) op in het Duits

Slide 12 - Open vraag


Bij welke club speelt Matthijs de Ligt?
A
FC Kaiserlautern
B
HSV Hamburg
C
Schalke 04
D
Bayern München

Slide 13 - Quizvraag

Oktoberfest is ………..
A
een soort Koniginnedag in heel Duitsland
B
een groot volksfeest in München.
C
een bekende carnavalsoptocht in Keulen
D
een schoolfeest

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heet de snelweg in het Duits?
A
Autobahn
B
Schnellweg
C
Fahrbahn

Slide 15 - Quizvraag

Wat is geen Duitse stad?
A
Stuttgart
B
Wenen
C
Aachen
D
Hamburg

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het hoogste cijfer dat je in Duitsland op school kunt halen?
A
6
B
1
C
10
D
5

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noemen de Duitser dit figuurtje?
A
Gartenzwerg
B
Gartenmann
C
Gartenkerlchen
D
Zaunkabalter.

Slide 18 - Quizvraag

Waar staat de Brandenburger Tor?
A
Bremen
B
Hamburg
C
Bonn
D
Berlijn

Slide 19 - Quizvraag

Der Pullover
Die Socken
Die Schuhe
Die Hose

Slide 20 - Sleepvraag

 das Kaninchen
die Katze
der Hund
die Maus

Slide 21 - Sleepvraag

Tekst
timer
0:20
timer
0:20
Apfelstrudel
Lebkuchen
Schweineohr

Slide 22 - Sleepvraag

Tekst
timer
0:20
Currywurst
Wienerschnitzel
Flammkuchen

Slide 23 - Sleepvraag

Wat krijg je als je in Duitsland een Frikadelle bestelt?
A
een braadworst met saus
B
een soort gehaktbal
C
een broodje kroket
D
een frikandel met mayo curry en uitjes

Slide 24 - Quizvraag


In Oostenrijk heet dit.....?
A
das Schlagobers
B
die Marille
C
die Semmel

Slide 25 - Quizvraag

Welk automerk is Duits?
A
KIA
B
Mitsubishi
C
Volkswagen
D
Ford

Slide 26 - Quizvraag

Welke sportmerken zijn Duits?
A
Adidas & Puma
B
Puma & Umbro
C
Adidas & Nike

Slide 27 - Quizvraag

Welke rivier is de langste rivier van Duitsland?
A
Donau
B
Weser
C
Rhein
D
Waal

Slide 28 - Quizvraag

Een leerling zegt dat hij het vak "Physik" heel leuk vind. Welk vak is dit?
A
aardrijkskunde
B
natuurkunde
C
scheikunde
D
biologie

Slide 29 - Quizvraag

Wie is geen inwoner van Deutschland?
A
Frankfurter
B
Berliner
C
Hamburger
D
Schnitzel

Slide 30 - Quizvraag

Welk merk komt niet uit Duitsland?
A
Dr. Oetker
B
Lipton
C
Haribo
D
Lidl

Slide 31 - Quizvraag

Welk Lied hoor je?
A
Leuchtturm- Nena
B
99 Luftballons- Nena
C
Liebe ist- Nena
D
Atemlos durch die Nacht- Helene Fischer

Slide 32 - Quizvraag

Welk merk is Duits?
A
Dove
B
L'Oreal
C
Nivea
D
Rituals

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de meest voorkomende achternaam in Deutschland?
A
Janßen
B
Müller
C
Schmidt
D
Schneider

Slide 34 - Quizvraag

Wat is geen Duits woord?
A
Hallo
B
verdienen
C
antworten
D
lezen

Slide 35 - Quizvraag

Dit is:
A
die Käse
B
der Kaas
C
der Käse
D
das Kase

Slide 36 - Quizvraag

Hoe noem je deze letter?
A
gewoon: B
B
gewoon: S
C
apenstaartje
D
Ringel - s

Slide 37 - Quizvraag

Het Duitse woord 'bellen' betekent in het Nederlands:
A
telefoneren
B
de klok luiden
C
bim bam bom
D
blaffen

Slide 38 - Quizvraag

Welk logo hoort bij welk Duits automerk?
Trabant
Audi
Mercedes
Porsche

Slide 39 - Sleepvraag

Das ist
A
ein Einfamilienhaus
B
ein Zweifamilienhaus
C
ein Hochhaus
D
ein Fachwerkhaus

Slide 40 - Quizvraag

Het steenkolen Duits van de Nederlanders.
Welke zin is wel goed Duits?
A
Vielen Dank für die Ausnötigung!
B
Ich schnappe hier kein Barst von!
C
Halten sie voll! Ich komme da an.
D
Das Spiel wurde abgesagt.

Slide 41 - Quizvraag

Nog een keer steenkolen Duits.
Welke zin is wel goed Duits?
A
Ich bin jetzt ganz in der War.
B
Was für ein flauer Küll.
C
Ich bin ganz Ihrer Meinung.
D
So eine Stummität!

Slide 42 - Quizvraag

Das ist eine Erdbeere.
A
B
C
D

Slide 43 - Quizvraag

Das ist ....
A
eine Giraffe
B
eine Spinne
C
ein Affe
D
ein Pferd

Slide 44 - Quizvraag

Welk van de volgende figuurtjes komt uit Duitsland?
A
Diddl
B
Hello Kitty
C
Nintje
D
Dora

Slide 45 - Quizvraag

Een Duitser vond ................... uit.
A
televiesietoestel
B
gummybeertjes
C
voetbal
D
smeerkaas

Slide 46 - Quizvraag

Als Duitsers “Schwein haben”, wat hebben zij dan?
A
een varkentje gekocht
B
mazzel/geluk
C
honger

Slide 47 - Quizvraag

De winnaar is..........

Slide 48 - Tekstslide

Vielen Dank!

Slide 49 - Tekstslide