In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Sleep de onderdelen aan het juiste land
Verenigde Staten
Sovjet-Unie
Communistisch
Kapitalistisch
vrijheid
gelijkheid
NAVO
Warschaupact
Vrije markt
Planeconomie
Slide 1 - Sleepvraag
Sleep de juiste zinnen op de juste plek. De gebeurtenissen moeten in de juiste chronologische volgorde komen te staan. Dus voor 1 wat als eerste gebeurde, en voor 5 wat als laatste.
1
2
3
4
5
De Tweede Wereldoorlog komt ten einde
De Berlijnse muur wordt gebouwd
De Verenigde Staten komen met het Marshallplan
Duitsland wordt verdeeld in vier zones
Stalin laat alle toegangswegen tot in West-Berlijn blokkeren
Slide 2 - Sleepvraag
Kapitalisme
A
Westen
B
Oosten
Slide 3 - Quizvraag
Vrijemarkteconomie
A
Westen
B
Oosten
Slide 4 - Quizvraag
Stalin
A
Westen
B
Oosten
Slide 5 - Quizvraag
Geen verschil tussen arm en rijk
A
Westen
B
Oosten
Slide 6 - Quizvraag
Socialisme
A
Westen
B
Oosten
Slide 7 - Quizvraag
Marktconcurrentie
A
Westen
B
Oosten
Slide 8 - Quizvraag
Dictatuur
A
Westen
B
Oosten
Slide 9 - Quizvraag
Vrije verkiezingen
A
Westen
B
Oosten
Slide 10 - Quizvraag
Vraag en aanbod
A
Westen
B
Oosten
Slide 11 - Quizvraag
Rode leger
A
Westen
B
Oosten
Slide 12 - Quizvraag
Planeconomie
A
Westen
B
Oosten
Slide 13 - Quizvraag
Waar of niet waar? De Trumanleer was vooral gericht tegen de uitbreiding van het communisme.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Waar of niet waar? Volken kregen militaire steun van de Verenigde Staten als zij zich verzetten tegen een communistische overname.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen werd en weinig dreiging
C
Een oorlog waarin weinig werd gevochten maar wel de dreiging was
Slide 16 - Quizvraag
Is het een actie van de Sovjet-Unie of van de Verenigde Staten? - Europese landen kregen economische hulp om de oorlogsschade te herstellen.
A
Sovjet-Unie
B
Verenigde Staten
C
Slide 17 - Quizvraag
De Koude Oorlog begint:
A
na de nederlaag van WO1 door Duitsland
B
door de dood van Roosevelt (april 1945)
C
de nederlaag van Japan
D
na WOII in 1945
Slide 18 - Quizvraag
Wat was voor de regering van de DDR het belangrijkste doel van de bouw van de Berlijnse Muur?
A
Om een einde te maken aan het vluchten van de inwoners naar het Westen
B
De bouw van de Berlijnse Muur was al eerder door Stalin bedacht
C
Ze probeerde westerlingen buiten het Oostblok te houden
D
Wegens privacy
Slide 19 - Quizvraag
Na de Tweede Wereldoorlog was er al snel een nieuwe vijand voor de VS. Wat was de nieuwe vijand van de VS?
A
het kapitalisme
B
het liberalisme
C
het socialisme
D
het communisme
Slide 20 - Quizvraag
Kapitalisme
A
Westen
B
Oosten
Slide 21 - Quizvraag
Wat is Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Economische hulp van de VS aan West-Europa na WOII
C
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.
D
Militaire hulp van de VS
Slide 22 - Quizvraag
Het opstellen van vijfjarenplannen hoort bij...
A
nieuwe economische politiek
B
de planeconomie
C
collectivisatie
D
zuiveringen
Slide 23 - Quizvraag
Vrije markteconomie past bij
A
communisme
B
kapitalisme
Slide 24 - Quizvraag
Wat heeft niets met de Koude Oorlog te maken?
A
Aanpassingspolitiek
B
Containmentpolitiek
C
Truman-doctrine
D
De Dominotheorie
Slide 25 - Quizvraag
Vraag en aanbod bepalen hoeveel auto's er gemaakt worden. Dit past bij:
A
Planeconomie
B
vrijemarkteconomie
C
vrije economie
D
slimme economie
Slide 26 - Quizvraag
Om welke reden stuurden de Verenigde Staten soldaten naar Vietnam?
A
De VS geloofde in de 'Dominotheorie'
B
China wou Vietnam veroveren
C
Zuid-Vietnam vroeg hulp aan Amerika
D
De VS had zin in oorlog
Slide 27 - Quizvraag
Wat was de belangrijkste vraag die Roosevelt, Stalin en Churchill in februari 1945 in Jalta bespraken?
A
Wat moet er na de overgave met Duitsland gebeuren?
B
Gebruiken we een atoombom op Duitsland?
C
Welke landen worden kapitalistisch?
D
Waar plaatsen we het ijzeren gordijn?
Slide 28 - Quizvraag
Wat betekent het IJzeren Gordijn?
A
Ondoordringbare grens tussen het Oostblok en het Westblok
B
Muur om West-Berlijn tijdens de Koude Oorlog.
C
En gordijn van ijzer dat het Oostblok van het Westblok scheidde
D
Een soort wedstrijd wie de meeste wapens heeft om macht te tonen.
Slide 29 - Quizvraag
In welke sector lag Berlijn tijdens de Koude Oorlog?
A
Amerikaanse sector
B
Russische (Sovjet) sector
C
Engelse sector
D
Franse sector
Slide 30 - Quizvraag
Wie organiseert de Blokkade van Berlijn?
A
VS
B
SU
Slide 31 - Quizvraag
Welke bewering over de Blokkade van Berlijn is juist?
A
Als gevolg van de blokkade zocht Stalin toenadering tot het Westen.
B
Het gevolg van de blokkade was een bezoek aan Berlijn.
C
De oorzaak van de blokkade was het invoeren van een nieuwe munt in het de westelijke zone
D
De oorzaak van de blokkade was de oprichting van de NAVO
Slide 32 - Quizvraag
Hoe werd de Blokkade van Berlijn opgelost door de VS?
A
Met een luchtbrug
B
Met de inzet van tanks
C
Door diplomatie
D
Door opstand van de bevolking van Berlijn
Slide 33 - Quizvraag
Welke gebeurtenis vond als eerste plaats?
A
Oprichting NAVO
B
Marshallplan
C
Atoombom Hiroshima
D
Blokkade van Berlijn
Slide 34 - Quizvraag
Welk begrip past het best bij de afbeelding?
Spotprent uit 1962 met de titel: 'Wie is het sterkste?' Op de prent zie je president Kennedy en partijleider Chroesjtsjov armworstelen. Zij houden beiden hun vinger aan de knop van de raket.
A
Berlijnse Muur
B
Wapenwedloop
C
Dominotheorie
D
Vietnamoorlog
Slide 35 - Quizvraag
Wat is een gevolg van het verschijnen van foto's zoals deze in kranten in de Verenigde Staten en West-Europa?
Krantenfoto uit 1972 van Vietnamese kinderen die hun dorp ontvluchten na een Amerikaans bombardement.
A
Steeds meer Amerikanen willen een einde aan de Amerikaanse deelname in Vietnam
B
Veel Amerikanen worden steeds enthousiaster van de Amerikaanse deelname in Vietnam
C
De Amerikanen trekken alleen grondtroepen terug uit Vietnam