Startbundel deel 4: de tijd

• Okan
• Secundair onderwijs

Verbetering huiswerk deel 3 Opdracht 1 p. 63

1. De pennenzak                                   11. het potlood               

2. het papier - de schrift                   12. de gom 

3. de geodriehoek                                13. de slijper

4. de plakband                                       14. de pen - de balpen

5. de perforator                                     15. de lijm -de plakstift-de pritt

6. de kleurpotloden                             16. de lat

7. de fluostift - de markeerstift       17. de schaar

8. de rekenmachine                             18. de niet(jes)machine

9. de kaft                                                    19. het penseel

10. de (vilt)stift                                         20. Het krijt

Opdracht 2 p. 64

1) De boeken staan in de boekenkast. = goed

2) De leraar schrijft met een kleurpotlood op het bord. = fout

3) Er staan 12 tafels en 7 stoelen in de klas.  = fout

4) De vuilbak staat naast de verwarming. = fout

5) De klok hangt onder de deur. = fout

6) De wereldkaart hangt naast het bord. = goed

7) Op de tafel van de leraar ligt een potlood en een boek. = goed 

-->Wat nog meer?

8) De jongen in het midden (4) heeft een slijper en een gom. = fout

Opdracht 3 p. 66

       5

        3

        6

        2

       4

Doe de studeerkolommen van deel 3

Les 4 - De tijd

Ik ben Marijn.

Mijn naam telt dus 6 letters.

Ik ben 40 jaar.

Mijn geboortedatum is 16/09/1983.

Mijn huisnummer is 142.

Ik heb 3 zussen en 2 broers.

Mijn telefoonnummer is 0494 686 47 86.

Opdracht 2-3-4 p. 78-79

- Vul de zinnen aan met jouw informatie.

- Stel jezelf voor aan de klas.

- Vul de juiste tabel in met de juiste informatie van de klas.

Opdracht 5 p. 80

Vul de cijfers aan.

nul

één

twee

drie

vier

vijf

zes

zeven

acht 

negen 

tien

elf

twaalf

dertien 

veertien

vijftien

zestien

zeventien

achttien

negentien

twintig

Maak onderstaande opdrachten:

- Opdracht 7 p. 81

- Opdracht 8 p. 81 (neem je eigen agenda en voer uit)

- We kijken naar een filmpje over de dagen van de week. 

- Je vult opdracht 8 in p. 82

De kalender

- Opdracht 9 p. 83

- Opdracht 10 p. 84

- Opdracht 11 p. 85

- Opdracht 12 p. 86 

- Opdracht 13 p. 88

VERBETERING HUISWERK DEEL 4

OPDRACHT 1

maandag - de eerste dag van de week

dinsdag - de tweede dag van de week

woensdag - de derde dag van de week

donderdag - de vierde dag van de week

vrijdag - de vijfde dag van de week

zaterdag - de zesde dag van de week

zondag - de zevende dag van de week

VERBETERING HUISWERK DEEL 4  

OPDRACHT 2

12 oktober = 12/10

14 januari = 14/1

15 november = 15/11

20 juli = 20/7

8 maart = 8/3

18 augustus = 18/8

VERBETERING HUISWERK DEEL 4

OPDRACHT 2

13 december = 13/12

17 mei = 17/5

25 februari = 25/2

2 juni = 2/6

7 april = 7/4

16 september = 16/9

VERBETERING HUISWERK DEEL 4

OPDRACHT 3

1. Wie geeft les op dinsdagvoormiddag? --> mevrouw Vanden Bossche of mevrouw Van Ingelghem, meneer Sebrechts

2. Wie geeft les op woensdagnamiddag? --> niemand

3. Wie geeft les op donderdagvoormiddag? --> mevrouw Van Ingelghem en mevrouw Nagels

4. Wie geeft les in het weekend? --> niemand

VERBETERING HUISWERK DEEL 4

OPDRACHT 3

5. Wie geeft les op maandagnamiddag? 

--> mevrouw Van Berendoncks

6. Geeft mevrouw Nagels les op donderdagnamiddag? --> nee

7. Geeft mevrouw Van Berendoncks les op maandagnamiddag? --> ja

VERBETERING HUISWERK DEEL 4

OPDRACHT 5

1. Rada wil dansen. Wanneer kan dat?

--> maandag en zaterdag!

2. Het is woensdag. Wat kan Rada doen?

A. gym

VERBETERING HUISWERK DEEL 4

OPDRACHT 5

3. Het is zondag. Hoe laat kan Rada gaan voetballen?

A. Om 9 uur

4. Wanneer is de fietsles?

A. Op woensdag

C. Op zondag