Les 3, periode 5


Trainingskunde
Periode 1, leerjaar 2


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
TrainingskundeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les


Trainingskunde
Periode 1, leerjaar 2


Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  1. Herhaling + afronden les 1: 4.3 en 4.4
  2. Testen stof les 2
  3. 4.5: verwijdering van afvalstoffen
  4. 4.6 zenuwstelsel
  5. Afronding

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les ben je bekend met: ...
  •  ... de werking van ons spijsverteringsstelsel
  • ... de verwerking van afvalstoffen
  • ... zenuwcellen
  • ... het animale en vegatieve zenuwstelsel

Slide 3 - Tekstslide

Wat is COPD?
A
Een verzamelnaam voor de ziektes: longemfyseem en bronchitis
B
Een soort astma
C
Een chronische aandoening van de luchtpijp
D
Een bloedprop in de longen

Slide 4 - Quizvraag

Welk deel van je longen is ontstoken als je astma hebt?
A
Luchtpijp
B
Bronchiën
C
Longblaasjes
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 5 - Quizvraag

Noem een oorzaak en een klacht van een astma aanval

Slide 6 - Open vraag

Waar staat AV voor?
A
De hoeveelheid lucht die in 1 ademhaling ingeademd wordt.
B
De hoeveelheid keer dat je ademt in 1 minuut
C
De hoeveelheid lucht die in 1 minuut ingeademd wordt
D
De hoeveelheid keer dat je moet ademen om 1 L lucht in te ademen.

Slide 7 - Quizvraag

Wat gebeurt er met je bloedvaten als je rookt?
A
De vaten raken verstopt
B
De vaten verwijden
C
De vaten sterven af
D
De vaten vernauwen

Slide 8 - Quizvraag

Waar vind de uitwisseling van stoffen als O2 en CO2 plaats?

Slide 9 - Open vraag

Wat zijn afvalstoffen?
Afvalstoffen die ons lichaam verlaten zijn:
onverteerde voedingsstoffen.

Voedingsstoffen die via eten en drinken ons lichaam binnenkomen maar die door het lichaam niet opgenomen worden voor energie. 

Slide 10 - Tekstslide

Poep en pies
De voedingsstoffen die wij niet gebruiken wil ons lichaam weer kwijt > via de endeldarm en urine weg.

Ontlasting via endeldarm
Urine via de urineweg

Slide 11 - Tekstslide

Darmen

Zijn een onderdeel van het verteringstelsel.


Onze darmen zijn onwijs lang (7/8 meter) en zijn een soort buizen. Zij zitten in onze onderbuik gepropt. 
Functie

Onze darmen onttrekken voedingstoffen die het lichaam nodig heeft. (Brandstof)
Alles wat overblijft kan ons lichaam niet meer gebruiken en noemen we afvalstoffen.

Dunne darm > Dikke darm > Endeldarm > Anus

Slide 12 - Tekstslide

Endeldarm
Zijn 2 sluitspieren. Waarvan we 1 kunnen controleren en de ander niet. Zodra alle afvalstoffen ophopen in de endeldarm rekt deze wand op waardoor de anus samentrekt.
Op een gewenst moment (op de wc) ontspant deze spier en verlaat de ontlasting ons lichaam.


Doe je dat niet: dan onttrekken onze darmen het vocht uit de ontlasting en wordt het harder (en dus ook pijnlijker) 

Slide 13 - Tekstslide

Nieren
Functie: Filteren ons bloed.
Alle stoffen die niet in het bloed thuishoren halen de nieren eruit. 

Slide 14 - Tekstslide

2 processen
1. Filteren van het bloed waardoor voorurine ontstaat. In de voorurine zitten afvalstoffen maar ook nog veel nuttige stoffen. Per dag wordt er wel 180 liter 
voorurine gemaakt.

2. Terugsturen van stoffen uit de voorurine (vooral glucose, water, zouten) naar het bloed, waardoor uiteindelijk urine ontstaat.


Slide 15 - Tekstslide

En dan?
De urine wordt vanuit de nieren naar de blaas getransporteerd via urineleiders. De blaas is een opslagplaats van urine.
Op een gewenst moment verlaat de urine via onze urine buis ons lichaam.

Die urine buis is bij mannen een flink stuk langer dan bij vrouwen. 


Slide 16 - Tekstslide

Samenstelling
• Water (95%)
• Zouten
• Vitaminen
• Galkleurstof
• Afgestoten epitheelcellen
• Medicijnen
• Onbruikbare stoffen (kleurstof)



Slide 17 - Tekstslide


Zenuwstelsel


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Zenuwstelsel
Centraal zenuwstelsel = Hersen en ruggenmerg
Perifeer zenuwstelsel = ruggenmerg en zenuwen (uitlopers)

Willekeurige aansturen = zwaaien, knipogen, rennen, lopen, iets pakken > alles op basis van gedachten/wensen.
Onwillekeurig aansturen = Alle acties die automatisch gaan: hartslag(bloeddruk), voedsel verteren etc.


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

ZENUW

Slide 22 - Tekstslide

3 soorten zenuwcellen
Sensorische neuron : gevoelszenuw (ontvangt)
Schakelneuron : schakelzenuw (geleider)
Motorische neuron : bewegingszenuwen (reactie)

Slide 23 - Tekstslide

Verlamming
Als een zenuw onherstelbaar beschadigd is kan je de lichaamsdelen niet meer bewegen waar de zenuw naartoe gaat. 

Slide 24 - Tekstslide

Welke 2 soorten cellen vind je in het zenuwweefsel?
A
Zenuwcellen & steuncellen
B
Zenuwcellen & spiercellen
C
Zenuwcellen & dekcellen
D
Zenuwcellen & impulsen

Slide 25 - Quizvraag

Welke 3 soorten zenuwcellen zijn er?
A
Sensorische-, motorische- & steuncellen
B
Sensorische-, motorische- & schakelcellen
C
Schakelcellen, impulsen & gevoelszenuwen
D
Impulsen, gevoelszenuwen en neuronen

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de Latijnse benaming voor 'zenuwen'?

Slide 27 - Open vraag

Wat nu?
Lees je alvast in in de volgende paragrafen:
  • De cel
  • De huid
  • Hart & bloedsomloop

Slide 28 - Tekstslide