Herhaling deel 1

Herhalen deel 1
2021 - 2022
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhalen deel 1
2021 - 2022

Slide 1 - Tekstslide

Examenbundel herhaling deel 1
Schrift en pen in de aanslag. Maak aantekeningen bij de onderwerpen die weggezakt zijn! Je doet dit niet voor niets!

Succes!

Slide 2 - Tekstslide

Het overschot op de kapitaalrekening van de Chinese betalingsbalans is tussen 2000 en 2003 flink gedaald, dit komt door:

A
Er wordt minder in het buitenland geïnvesteerd
B
Het buitenland investeert minder in China
C
Er wordt minder winst gemaakt

Slide 3 - Quizvraag

Gegevens van een land (2010) Totale loonsom 245 miljard euro Winsten 110 miljard euro. Rente, pacht, huur 65 miljard euro Winst zelfstandigen 3 miljard euro
De arbeidsinkomensquote is:

A
58.6 %
B
57.9 %
C
60 %
D
80 %

Slide 4 - Quizvraag

Gegevens van een land (2010) Totale loonsom 245 miljard euro Winsten 110 miljard euro. Rente, pacht, huur 65 miljard euro Winst zelfstandigen 3 miljard euro
De arbeidsinkomensquote is: loon + tlz / BBP x 100
(245 + 3) / (245 + 110 + 65 + 3) = 248 / 423
248 / 423 x 100% = 58,6%

Slide 5 - Tekstslide

Het bbp wordt vaak gebruikt als indicator voor de welvaart. Dit is geen perfecte maatstaf, waar wordt geen rekening mee gehouden?
A
Externe effecten en inkomen vanuit buitenland
B
Externe effecten en inkomen door huur
C
Externe effecten en inkomen uit de informele sector
D
Externe effecten en inkomen uit de formele sector

Slide 6 - Quizvraag

Hoe bereken je het gemiddelde belastingtarief?

A
belasting / belastbaar inkomen x 100
B
belastbaar inkomen / bruto inkomen x 100
C
belasting / bruto inkomen x 100

Slide 7 - Quizvraag

Hoe bereken je het marginale belastingtarief?
A
Belasting / belastbaar inkomen x 100
B
Dit is het belastbare inkomen
C
Dit kan je niet berekenen
D
Dit is het % van de schijf die je als laatste hebt gebruikt.

Slide 8 - Quizvraag

De inkomensverdeling tussen de verschillende soorten inkomen (loon, pacht, winst enz.) noemen we de .............. Inkomensverdeling.

A
Secundaire
B
Primaire
C
Categoriale

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer nemen de buitenlandse valutareserves van een land toe?

A
Als er meer wordt geëxporteerd dan geïmporteerd
B
Als er meer wordt geïmporteerd dan geëxporteerd
C
Als er meer kapitaalimport is dan export
D
Bij een overschot op de betalingsbalans

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel boxen telt ons belastingstelsel
A
3
B
5
C
4
D
6

Slide 11 - Quizvraag

Twee beweringen over ons progressief belastingsysteem.
I Progressief wil zeggen: hoe hoger het belastbaar inkomen hoe hoger in verhouding het bedrag aan inkomensheffing.
II. Door progressief belastingstelsel wordt de verhouding hoog/laag inkomen kleiner.
Welke bewering(en) is/zijn juist?

A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout

Slide 12 - Quizvraag

Twee beweringen over oorzaak en gevolg.
I. Als de inflatie stijgt, stijgt de export.
II. Als het nationale inkomen daalt, dalen de belastinginkomsten van de overheid.
A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout

Slide 13 - Quizvraag

Het verschil tussen bruto BBP en netto BBP, zowel bij de objectieve als subjectieve methode zijn:
A
De afschrijvingen
B
De inkoopkosten
C
Belastingen

Slide 14 - Quizvraag

Met welk kenmerk meet je welvaart het allerbest?
A
BBP
B
BBP per hoofd
C
BRP
D
Aantal gebruiksgoederen per 1000 inwoners

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een economische groei:
A
Stijging van het BBP
B
stijging productie

Slide 16 - Quizvraag