taalverzorging

woordenschat les afgerond

Je leert over het werkwoordelijk gezegde
blz 82 en 82 lesboek
theorie doornemen 
controle vragen 
Maak opdracht 1 t/m 5

Hoe ging het
Doel behaald? 
Opdracht 1/m 5 afmaken
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

woordenschat les afgerond

Je leert over het werkwoordelijk gezegde
blz 82 en 82 lesboek
theorie doornemen 
controle vragen 
Maak opdracht 1 t/m 5

Hoe ging het
Doel behaald? 
Opdracht 1/m 5 afmaken

Slide 1 - Tekstslide

START



- wat weet je nog over het werkwoordelijk gezegde?

taalverzorging grammatica


Slide 2 - Tekstslide

ZINSDELEN

werkwoordelijk gezegde



Alle werkwoorden in een zin die samen iets over het onderwerp zeggen, noem je het werkwoordelijk gezegde (wg).



Slide 3 - Tekstslide

ZINSDELEN

werkwoordelijk gezegde



Soms is het werkwoordelijk gezegde maar één werkwoord 

(de persoonsvorm), soms zijn het er meer. Bijvoorbeeld:


- Leonie kijkt naar buiten.

- Leonie heeft naar buiten gekeken

- Leonie wil graag naar buiten kijken.


Slide 4 - Tekstslide

ZINSDELEN

werkwoordelijk gezegde



De persoonsvorm is altijd onderdeel van het 
werkwoordelijk gezegde.

werkwoordelijk gezegde =
persoonsvorm + alle andere werkwoorden

Slide 5 - Tekstslide

OPDRACHT
In de volgende zinnen bestaat het werkwoordelijk gezegde uit één woord ( de persoonsvorm).

Noteer steeds het werkwoordelijk gezegde.

Slide 6 - Tekstslide

De zus van Dick vertrekt naar het buitenland.

Slide 7 - Open vraag

Aan de wand hangen een paar posters.

Slide 8 - Open vraag

Gjalt stuurt Boris een mailtje.

Slide 9 - Open vraag

In dat huis wonen nieuwe mensen.

Slide 10 - Open vraag

De boot naar Vlieland komt zo.

Slide 11 - Open vraag

OPDRACHT
In de volgende zinnen bestaat het werkwoordelijk gezegde 
uit meerdere woorden 
(de persoonsvorm + alle andere werkwoorden).

Noteer steeds het werkwoordelijk gezegde.
Zet de persoonsvorm steeds voorop!

Slide 12 - Tekstslide

In het Guinness Book of Records zijn vreemde records opgeschreven.

Slide 13 - Open vraag

Een man kan bijvoorbeeld 121 T-shirts over elkaar aantrekken.

Slide 14 - Open vraag

De familie Yang heeft een enorme zeepbel geproduceerd.

Slide 15 - Open vraag

Een vrouw heeft 30 jaar haar nagels laten groeien.

Slide 16 - Open vraag

Een jongen kan ballonnen opblazen met zijn neus.

Slide 17 - Open vraag

Zou jij ook met een records in het Guinness Book of records willen staan?

Slide 18 - Open vraag

Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 5 
in je boek

blz 82 en 83
timer
20:00

Slide 19 - Tekstslide

Snap je nu het werkwoordelijk gezegde?

Slide 20 - Woordweb