Informatie zoeken



Informatie zoeken
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Informatie zoeken

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • weet je hoe je slim kunt zoeken (op het internet).

  • kun je herkennen en uitleggen of een zoekvraag goed geformuleerd is. 

  • kun je beoordelen of een bron bruikbaar en betrouwbaar is.

  • kun je zelfstandig zoekwoorden bedenken om informatie te vinden op internet.

Slide 2 - Tekstslide

Waar haal jij het liefst
je informatie vandaan?
De bibliotheek
Het internet
Docenten
Boeken
Tijdschriften
Podcasts
Youtube
Schilderijen

Slide 3 - Poll

Hoe weet jij of een
bron betrouwbaar is?

Slide 4 - Open vraag

Noem 3 websites waar jij vaak
informatie vandaan haalt

Slide 5 - Open vraag

Informatiebron
  • Op de afbeelding links zie je een overzicht van informatiebronnen.

  • De grootste informatiebron van dit moment is het internet, maar ook mensen, boeken en schilderijen zijn informatiebronnen. 

Slide 6 - Tekstslide

Internet
  • De meeste informatie die we opzoeken vinden we tegenwoordig op het internet

  • In Nederland is zo goed als iedereen online, maar hoe zit dit eigenlijk met de rest van de wereld?

  • Bekijk hiervoor de video en beantwoord daarna vragen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Hoeveel procent in
Nederland heeft internet?
A
67%
B
94%
C
96%
D
99%

Slide 9 - Quizvraag

In China is elke
website bereikbaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Zoals je gezien hebt is internet niet in elk land vanzelfsprekend. In Nederland is dat wel het geval. Maar betekent dit ook dat alle informatie die je kunt vinden betrouwbaar is?
  
Niet alle informatie op het internet is betrouwbaar. Daarom moet je checken of informatie betrouwbaar en bruikbaar is.

Betrouwbaar = de informatie is te vertrouwen

Bruikbaar = de informatie is geschikt om te gebruiken. 
Als informatie niet betrouwbaar of bruikbaar is dan moet je de bron loslaten en weer op zoek gaan naar andere informatie.
Objectieve informatie is gebaseerd op feiten. De kwaliteit van deze informatie is meestal goed.
Serieuze kranten en tijdschriften geven meestal informatie die betrouwbaar is.
 
Informatie is subjectief als het een persoonlijke mening is.
Deze informatie kan betrouwbaar zijn, maar kan ook heel goed onbetrouwbaar zijn.
Theorie: Betrouwbaar en bruikbaar 

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer mag jij naar de kapper?
Bron: Speld
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Het hoogste gebouw ter
wereld is 828 meter hoog
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 13 - Quizvraag

Matthijs de Ligt is een betere
verdediger dan Virgil van Dijk
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 14 - Quizvraag

Fake news is een voorbeeld
van onbetrouwbare informatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Alles op het internet
is betrouwbaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Een persoonlijke
mening is objectief
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Iedereen (die over internet beschikt) kan info online zetten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Informatie op
TikTok klopt altijd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Er is geen waterdichte checklist om te garanderen dat informatie betrouwbaar is. Hieronder hebben we een aantal vragen opgesteld die je kunnen helpen om te kijken of informatie betrouwbaar en bruikbaar is.

  • Check de bron. Wie heeft de tekst geschreven?
  • Wat is het doel van de tekst? Informeren, amuseren, aansporen?
  • Kun je feiten in de tekst controleren? Zijn er andere bronnen die hetzelfde zeggen.
  • Is de tekst goed en vakkundig geschreven?
  • Is de informatie volledig of juist vanuit één kant geschreven

Misschien wel het allerbelangrijkste is om je verstand te gebruiken. Is deze informatie logisch volgens je gezonde verstand? 
Checklist 

Slide 20 - Tekstslide

De 4 W's
Waar?
Waar komt de informatie vandaan? Is dat een roddelsite, facebook of een kwaliteitskrant.

Een belangrijke factor om te checken of informatie betrouwbaar is, is om te kijken naar het doel

Voorbeeld:
  • Een reclametekst heeft als doel de lezer aan te sporen om iets te kopen. Of een roddelblad die met geruchten komt over een relatie van een beroemd stel. Deze informatie is meestal niet (helemaal) betrouwbaar
  • Een geschiedenisboek over de tijd van de Romeinen is betrouwbaar. Het doel is om de leze te informeren. 
Wie?
Iedereen kan informatie op het internet zetten, maar dit betekent niet dat een persoon er ook echt verstand van heeft.
Vaak zie je onderaan wie het artikel, de video of de podcast heeft gemaakt.
Check die persoon en kom erachter of die persoon weet waar hij het over heeft. 
Wat?
Wat is het standpunt op de site. Zijn dit veel meningen of veel feiten?
Soms is informatie wel juist, maar niet volledig of alleen maar vanuit één kant bekeken.
Daarom is het altijd belangrijk om informatie vanuit meerdere kanten te bekijken en te checken of je diezelfde informatie ook bij andere bronnen kunt vinden.
De regel van 3: Als 3 andere bronnen hetzelfde zeggen als jouw bron is de kans groot dat de informatie klopt.
Wanneer?
Vaak kun je op het internet vinden wanneer de tekst of video gemaakt is.
Is het informatie van 15 jaar geleden? Dan moet je je misschien afvragen of deze informatie nog wel zo betrouwbaar en bruikbaar is. 
Slim zoeken 

Slide 21 - Tekstslide

Welke zoekwoorden passen bij het onderwerp Nederlandse taal?

Slide 22 - Woordweb

Zoekvragen
Stappenplan goede zoekvraag:
  1. Wat wil je weten?
  2. Vraag formuleren
  3. Vraag controleren (en eventueel aanpassen).

Zoektips:
  • Zoekwoorden bedenken bij het onderwerp.
  • Inhoudsopgave bekijken van boeken/tijdschriften.
  • Trefwoorden zoeken in het register.
  • Koppen snellen in de krant.


Slide 23 - Tekstslide

Zoeken op internet
Zoekmachine kiezen:
Google, Ecosia, Yahoo, DuckDuckGo

Zoektips:
  • Zoekvragen zo precies mogelijk formuleren.
  • Gebruik zoveel mogelijk zelfstandig naamwoorden (werkt het goed --> werkbaarheid)
  • Soms + teken gebruiken in plaats van een spatie, als je ook andere combinaties wilt vinden.
  • Precieze volgorde? Gebruik aanhalingstekens.
  • Check alvast de naam van de site voor je verder klikt.


Slide 24 - Tekstslide

Bronvermelding
  • Als je informatie ergens vandaan haalt, moet je de bron vermelden. Anders pleeg je plagiaat.

Noteer in je bronnenlijst het volgende:
  • Boeken: auteur, titel, datum van uitgave, uitgever, de plaats van uitgave.
    M. de Vries, Duurzaamheid, 28-03-2023, Thieme Meulenhof, Amersfoort.
  • Artikelen: auteur, titel, datum van uitgave, titel van de krant/tijdschrift.
    M. de Vries, Duurzaamheid is belangrijk, 28-03-2023, Trouw. 
  • Websites: auteur, titel, datum van raadplegen, url (link).
    M. de Vries, Duurzaamheid, 28-03-2023, www.123.nl


Slide 25 - Tekstslide

In de tekst
Soms zet je een citaat in de tekst. 
  • Zet dan de tekst die je letterlijk hebt gekopieerd tussen aanhalingstekens
  • Zet de bron tussen haakjes achter het citaat.

'' Duurzaamheid is het belangrijskte thema van 2023'' (M. de Vries, Duurzaamheid is belangrijk, 28-03-2023).

Slide 26 - Tekstslide

Schrijf 2 dingen op die je helpen om slim informatie te zoeken.

Slide 27 - Open vraag

Is de volgende zoekvraag goed/niet goed geformuleerd?

Wat zijn de voordelen van zonne-energie?
A
Goed
B
Niet goed

Slide 28 - Quizvraag

Hoe zou je de zoekvraag korter kunnen formuleren in zoekwoorden?
Wat zijn de voordelen van zonne-energie?

Slide 29 - Open vraag

Is de volgende zoekvraag goed/niet goed geformuleerd?

Is de opwarming van de aarde een probleem?
A
Goed
B
Niet goed

Slide 30 - Quizvraag

Hoe zou je de zoekvraag beter kunnen formuleren in zoekwoorden?
Is de opwarming van de aarde een probleem?

Slide 31 - Open vraag

Je hebt nu 5 minuten om betrouwbare,
actuele, bruikbare info te zoeken bij jouw deelvraag. Stuur de zoektermen die je hebt ingevuld in en kopieer ook de link van de gevonden bron.
timer
5:00

Slide 32 - Open vraag

Leerdoelen
Nu... 

  • weet je hoe je slim kunt zoeken (op het internet).

  • kun je herkennen en uitleggen of een zoekvraag goed geformuleerd is. 

  • kun je beoordelen of een bron bruikbaar en betrouwbaar is.

  • kun je zelfstandig zoekwoorden bedenken om informatie te vinden op internet.

Slide 33 - Tekstslide