Mindset

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Module-inzicht: Je houding heeft invloed op jouw ontwikkeling.
Lesinzicht: Het aannemen van een growth mindset helpt je om ergens beter in te worden.

Relevante pagina's uit het Slim Jezelf Zijn-boek: p. 24 en 25

Na deze les

Weet je hoe je makkelijker
overal beter in kunt worden.

Slide 2 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
Leerdoelen van deze les:
  • De leerling kan het verschil benoemen tussen een growth en een fixed mindset.
  • De leerling weet hoe zijn/haar mindset het leerproces beïnvloedt.
  • De leerling kan de eigen mindset herkennen.
  • De leerling kan een fixed mindset omzetten in een growth mindset.

Wat weet je al?

Er volgen hierna twee stellingen. 
Kijk naar de stelling en wijs dan de kant aan die het beste bij jouw mening past.

Slide 3 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
  • Zorg ervoor dat de leerlingen allemaal in het midden van de klas staan als de stelling wordt gegeven.
  • Benoem dat de leerlingen het antwoord moeten kiezen waarvan zij zelf denken dat dat het goede antwoord is.

"Als je niet goed bent in dansen, 
zal je dat ook nooit worden." 

Slide 4 - Tekstslide

  • Lees de stelling voor.
  • Laat de leerlingen een kant kiezen.
  • Vraag aan enkele leerlingen om hun antwoord toe te lichten.

"Je hebt talent nodig om 
goed te worden in wiskunde.

Slide 5 - Tekstslide

  • Lees de stelling voor.
  • Laat de leerlingen een kant kiezen.
  • Vraag aan enkele leerlingen om hun antwoord toe te lichten.

Slide 6 - Tekstslide

Extra informatie
Tijdens het ervaren krijgen leerlingen wetenschappelijke theorie en slimme leertips uitgelegd waar ze vervolgens mee aan de slag gaan. Het doel is dat ze ontdekken hoe de aangeboden kennis, technieken en/of strategieën voor hen werken. Hierin is het belangrijk dat de leerlingen het zelf gaan ervaren. Alleen dan kunnen ze kiezen wat ze hier verder mee willen doen.

Mindset 

Hoe je over je talenten, intelligentie en ontwikkeling denkt, noem je 'mindset'

Slide 7 - Tekstslide

  • Maak een bruggetje met de check: Hoe je over de vorige stelling ("je kan overal beter in worden") denkt, wordt 'mindset' genoemd. Je mindset heeft veel invloed op je leerproces en ontwikkeling.

Slide 8 - Video

  • Speel het filmpje af.
  • Vraag eventueel aan een leerling of ze kunnen samenvatten wat er in het filmpje werd verteld. 

Growth en fixed mindset

Growth mindset gedachten helpen je bij het leren, terwijl fixed mindset gedachten het leren juist 
lastiger maken.  

Slide 9 - Tekstslide

Extra informatie
Leerlingen komen tijdens het leren veel uitdagingen tegen. Een growth mindset helpt hen om bezig te zijn met het proces van leren. Hierdoor gaan ze makkelijker uitdagingen aan, geven ze minder snel op en leren ze meer van fouten. Leerlingen met een fixed mindset tijdens het leren zijn meer gericht op het resultaat. Daarom hebben ze over het algemeen meer negatieve emoties als het leren niet lukt, leren ze minder van fouten en geven ze sneller op. Als je ergens beter in wil worden helpt het dus om een growth mindset aan te nemen.
Fixed Mindset:
Alles wat je kunt, is een kwestie van: 

Je kan het of 
je kan het niet. 
Growth Mindset:
Je kunt dingen 
aanleren. 

Je kunt dus ergens beter in worden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groei mindset
Fixed mindset

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hersenen Quiz
Hierna volgen 5 vragen over hersenen en mindsets. Wat is het goede antwoord?

Slide 12 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
  • Zorg ervoor dat de tweetallen samen via één device antwoord geven via lessonup.app
  • De duo's mogen met elkaar overleggen.

Hoeveel procent van je hersenen
bestaat ongeveer uit water?
A
75%
B
95%
C
55%
D
33,4%

Slide 13 - Quizvraag

  • Lees de vraag voor.
  • Laat de duo's antwoord geven. 
  • Het goede antwoord is 75%

Slide 14 - Video

  • Speel het filmpje af.

"Jij bent een danser.
Wij doen iemand na die danst".
Bij welke mindset hoort deze opmerking?
A
Growth mindset
B
Fixed mindset

Slide 15 - Quizvraag

  • Lees de vraag voor.
  • Laat de duo's antwoord geven.
Extra informatie:
Door te zeggen "Jij bent een danser" gaat Beau ervan uit dat dit een aangeboren talent van iemand is en dat hij er dus nooit beter in kan worden, omdat hij zogenaamd geen danser is. Dit is dus een voorbeeld van een fixed mindset.

Bij welke mindset hoort de volgende uitspraak?
"Ik ben hier super goed in"
A
Growth mindset
B
Fixed mindset

Slide 16 - Quizvraag

  • Lees de vraag voor.
  • Laat de duo's antwoord geven.
Extra informatie:
"Ik ben hier super goed in" verondersteld dat je uitgeleerd bent en er niet meer beter in kunt worden. Dit is dus ook weer een voorbeeld van een fixed mindset. Wanneer je hier een growth mindset van zou maken, zou je bijvoorbeeld kunnen zeggen "Ik ben op de goede weg".

Wat doet iemand met een growth mindset
als hij/zij vastloopt bij wiskunde?
A
Stoppen en iets anders gaan doen
B
Nog eens op dezelfde manier proberen
C
Om hulp vragen
D
Overschrijven

Slide 17 - Quizvraag

  • Lees de vraag voor.
  • Laat de duo's antwoord geven.
Extra informatie:
Het goede antwoord is C. Dit is het enige voorbeeld waarbij je het op een andere manier gaat proberen op te lossen en er op deze manier van kunt leren en beter in kunt worden. Bij de andere voorbeelden word je er niet beter van en leer je er ook niets van.

Hoeveel kilometer aan bloedvaatjes
bevatten je hersenen?
A
500 kilometer
B
50.000 kilometer
C
500.000 kilometer
D
160.000 kilometer

Slide 18 - Quizvraag

  • Lees de vraag voor.
  • Laat de duo's antwoord geven.
  • Het goede antwoord is 160.000 km.


Waar zou jij meer een 'growth mindset'
in willen ontwikkelen?

Slide 19 - Open vraag

  • Laat de leerlingen antwoord geven op de vraag.
  • Bespreek enkele antwoorden.

Slide 20 - Tekstslide

Extra informatie
'Mijn experiment' is de laatste stap van het proces. Bij de check is de huidige aanpak duidelijk geworden. Bij het ervaren zijn ze aan de slag gegaan met een andere manier van leren. Nu is het tijd voor de leerlingen om te bedenken wat ze hiervan mee willen nemen om uit te proberen, verder mee te oefenen of een nieuwe, waardevolle gewoonte van te maken. Het helpt om dit plannetje zo concreet mogelijk te maken. Dat zorgt ervoor dat het makkelijker wordt om het experiment ook daadwerkelijk uit te voeren.
Wij geven steeds drie voorbeelden van passende experimenten, maar het is belangrijk dat leerlingen ook de ruimte voelen om zelf iets te kiezen, mits het concreet is.
Voorbeelden van een experiment
  • Ik ga in mijn volgende tussenuur bedenken voor welke   vakken ik een fixed mindset heb en voor welke een growth   mindset en schrijf dit op.
  • Ik ga voor het leren voor mijn volgende wiskundetoets een   growth mindset aannemen door wanneer ik iets niet snap,   hulp te vragen in plaats van op te geven.
  • Wanneer ik vanmiddag bij het maken van mijn huiswerk   merk dat ik een fixed mindset-gedachte heb, schrijf ik deze   gedachte op en maak ik er een growth mindset-gedachte   van. 

Slide 21 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
  • Laat de leerlingen een van de experimenten kiezen die zij de komende week gaan uitproberen.
  • Als de leerlingen zelf een goed idee hebben voor een experiment, kunnen zij dat ook kiezen. Daarbij is het wel belangrijk dat het concreet is.
  • De leerlingen kunnen op de volgende slide hun experiment invullen.