Thema 14 overtuigen taak 3 - e-mail schrijven

Thema 14 Overtuigen
taak 3
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 14 Overtuigen
taak 3

Slide 1 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je na deze les? 
  • Ik weet hoe ik een e-mail kan beginnen.
  • Ik weet hoe ik een e-mail kan afsluiten.
  • Ik kan een e-mail schrijven met een goed begin en een   goed einde.
  • Ik kan een e-mail schrijven naar mijn docent.

A2: Je kunt een eenvoudige e-mail schrijven.
B1: Je kunt een uitgebreide e-mail schrijven met lange zinnen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Heb je al eens een e-mail verstuurd?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Naar wie heb je weleens een e-mail gestuurd?

Slide 6 - Open vraag

Aan:
Schrijf hier het emailadres van de persoon aan wie jij wilt mailen

Slide 7 - Tekstslide

CC.
Als andere mensen de mail ook moeten lezen, typ je hier hun mailadressen

Slide 8 - Tekstslide

Onderwerp
Hier typ je waar je mail over gaat.




Slide 9 - Tekstslide

verzenden
Als je hierop klikt dat stuur je de mail weg. 

Slide 10 - Tekstslide

email schrijven
aanhef: Hallo, Lieve, Beste, Geachte + naam

boodschap: wat je wil vertellen

afsluiting: met vriendelijke groet, + jouw naam

Slide 11 - Tekstslide

Is dit een goede e-mail?
Yooooo Matla,

Morgen ben ik ff naar de tandarts. 

Laterzzzz 

Slide 12 - Tekstslide

Yooooo Matla,
Morgen ben ik naar de tandarts.
Laterzzzz Eva
A
Dit is een goede mail.
B
Dit is geen goede mail.

Slide 13 - Quizvraag

Hallo mevrouw Matla,
Morgen het 1e uur ben ik afwezig.
Groetjes Eva
A
Dit is een goede e-mail.
B
Dit is geen goede e-mail.

Slide 14 - Quizvraag

E-mail schrijven
Bovenaan de e-mail schrijf je het e-mailadres
Bovenaan de e-mail schrijf je het onderwerp

Begin met: Beste......,
Schrijf op waarom je mailt.
Geef informatie.
Eindig met: Groetjes ....eigen naam.....

Slide 15 - Tekstslide

DISK Thema 14, taak 3 opdracht 1
timer
10:00
Je docent wil een scooter kopen. Hij/zij heeft 1200 euro. Hij/zij wil graag een rode scooter. Hij mag niet ouder dan drie jaar zijn en de kilometerstand mag maximaal 15.000 kilometer zijn.

1. Zoek op internet naar scooters. Bekijk verschillende scooters en lees de teksten.
Kies de beste scooter uit voor je docent.
Zoek ook woorden op internet of in het woordenboek.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 2. 
Waarom is dit voor hem/haar de beste scooter?
Schrijf 3 dingen op.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 3. Schrijf een e-mail aan je docent.
-Overtuig hem/haar dat je een scooter voor hem/haar hebt gevonden.
- Beschrijf hoe de scooter eruitziet, hoe oud hij is en hoeveel kilometer ermee gereden is.
- Geef argumenten waarom deze scooter de beste voor hem/haar is.
- Vul het onderwerp van de e-mail in. Denk ook aan de aanhef en de afsluiting van de mail.
- Vraag het e-mailadres aan je docent. Stuur de e-mail naar dat adres.
- Stuur een foto mee als bijlage.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Bovenaan de e-mail schrijf je
A
jouw e-mailadres
B
het e-mailadres van de persoon naar wie je schrijft
C
Beste

Slide 20 - Quizvraag

Een e-mail begin je met
A
Yo
B
Groetjes
C
Beste

Slide 21 - Quizvraag

Een e-mail eindig je met
A
Beste
B
Doei
C
Groetjes

Slide 22 - Quizvraag

Zelf een echte email schrijven

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht: 

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht: 

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht
Je gaat mij echte e-mail sturen.

Aan: aleertouwer@pj.nl
Onderwerp:  Scooter

Stuur de verbeterde versie van je mail. Let op:  Stuur een foto mee als bijlage.

Klaar? in Disk werken aan de opdrachten thema 14. 
timer
15:00

Slide 28 - Tekstslide

Kan jij dit?
  • Ik weet hoe ik een e-mail kan beginnen.
  • Ik weet hoe ik een e-mail kan afsluiten.
  • Ik kan een e-mail schrijven met een goed begin en een goed einde.
  • Kan jij je docent overtuigen dat jouw scooter de beste scooter is?

Slide 29 - Tekstslide