Les 7: C4 - Binair + Hexadecimaal rekenen

Blok 2: Informatie
Les 7
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Blok 2: Informatie
Les 7

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Artificiële intelligentie:
Generative Pretrained Transformer GPT-3

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de les kun je...


  • Decimale getallen omzetten naar binaire getallen en andersom
  • Optellen, aftrekken en vermenigvuldigen met binaire getallen
  • Decimale of binaire getallen omzetten naar hexadecimale getallen en andersom

    Slide 3 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Lesplanning
      1. Terugblik vorige les

      2. Uitleg hexadecimale getallen
      3. Zelfstandig aan de slag met huiswerk
      4. Afsluiting

      Slide 4 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Van decimaal naar binair (simpeler)
      • Deel het getal telkens door 2 
      • Ga door totdat je bij 0 bent
      • Geen rest? > noteer een 0
      • Rest van 1? > noteer een 1
      • Dus 29 = 11101


      Wat is 32 in binaire vorm?

      Slide 5 - Tekstslide

      32 : 2 = 16 geen rest = 0
      16 : 2 = 8, geen rest  = 0
      8 : 2 = 4, geen rest = 0
      4 : 2 = 1, geen rest = 0
      1 : 2 = 0, rest 1 = 1

      Dus 10000

      = 0x1 + 0 x 2 + 0 x 4 + 0 x 8 + 0 x 16 + 1 x 32

      Dus klopt!

      Hadden we ook kunnen bedenken aan de hand van 29 = 11101. Het verschil tussen 29 en 30 is 1, dus in plaats van 1 op positie 0 (1x 2^0) hebben we een 1 op positie 1 (1 x 2^1) nodig.

      Rekenopdracht
      1.  Reken uit: 1010 / 0010 
      2. Reken uit: 0111 + 1111
      3. 01 + 10 = 10? EN 10 + 10 = ???
      4. Reken uit: 1011 - 111
      5. Reken uit: 0111 x 011
      6. Reken uit: 10 + 111

      Slide 6 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Rekenopdracht (7 t/m 11)
      1. Reken uit: 011 + 011 
      2. Reken uit: 11001 x 110
      3. hoeveel nullen erachter bij x 4
      4. Reken uit: 0101 × 1001
      5. Reken uit: 110011 / 11

      Slide 7 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Binaire getallen optellen
      • Zet getallen onder elkaar!
      • 0 + 0 = 0
      • 1 + 0 = 1
      • 0 + 1 = 1
      • 1 + 1 = 0 en één onthouden
      • 1 + 0 + 0 = 1 
      • 1 + 1 + 0 = 0 en eentje onthouden
      • 1 + 1 + 1 = 1 en eentje onthouden



      3 + 10 = 13
      0011 + 1010 = 1101



      209 + 72 = 281
      1101001 + 100100 = 10001101

      Slide 8 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Binaire getallen aftrekken
      • Zet getallen onder elkaar!
      • 0 - 0 = 0
      • 1 - 0 = 1
      • 1 - 1 = 0
      • 0 - 1 = 1 en één lenen
      • (zie filmpje)


      6 - 5 = 1
      0110 - 0101= 0001



      117 - 90 = 27
      1110101 - 1011010 = 0011011

      Slide 9 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Binaire getallen vermenigvuldigen
      • Zet getallen onder elkaar!
      • Van rechts naar links
      • 0 x 0 = 0
      • 1 x 0 = 0
      • 0 x 1 = 0
      • 1 x 1 = 1
      • Daarna optellen
      • NB: 1 + 0 + 0 + 1 = 0 en 1 onthouden


      11 x 13 = 143
      1011 X 1101 = 10001111

      Slide 10 - Tekstslide

      0 + 0 = 0 
      0 + 1 = 1 
      1 + 0 = 1 
      1 + 1 = 0 en eentje onthouden
      1 + 0 + 0 = 1 
      1 + 1 + 0 = 0 en eentje onthouden
      1 + 1 + 1 = 1 en eentje onthouden
      Binaire getallen delen
      • Maak een staartdeling
      • Van links naar rechts
      • En tussenstappen aftrekken
      • Past 101 in 1000? Ja = 1 (nee = 0)
      • 1000 - 101 = 11
      • 1 rechts toevoegen = 111
      • Past 101 in 111? Ja = 1 (nee = 0)
      • Zie ook wikihow




      35 / 5 = 7
      100011 : 101 = 111

      Slide 11 - Tekstslide

      NB net zolang van links naar rechts getal ophogen totdat 101 erin 'past'

      Dus 101 past niet in 1 van 100011, ook niet in 100, maar wel in 1000

      Eigenlijk is het antwoord dus 00111

      In de volgende stap voeg je de 1 van de 1e positie na 1000 toe  en dus staat er 111. Van die 111 bekijk je opnieuw of 101 daarin past en begin je opnieuw. 

      1 byte = 256 getallen = ASCII-tekens

      Slide 12 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Unicode
      • ASCII o.b.v. 8 bits (1 byte), dus slechts ruimte voor 256 tekens 
      • Unicode o.b.v. 1 tot 4 bytes = honderdduizenden verschillende tekens
      • o.a. emoji's, Chinees, valuta-tekens, wiskundige symbolen etc.
      • Zowel ASCII als Unicode handig voor onderlinge communicatie = soort wereldtaal
      • Maar... zo'n teken in binaire getallen kan nogal onleesbaar (voor ons) worden.
      • Daarom hexadecimale notatie

      Slide 13 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Getallenstelsels
      Binair (2)
      Decimaal (10)
      Hexadecimaal (16)

      Slide 14 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Decimaal (10)
      • Getallen opgebouwd uit combinaties van 10 symbolen (0 t/m 9) vermenigvuldigd met machten van 10;

      • 372 = 3 x 102 + 7 x 101 + 2 x 100

      Slide 15 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Binair (2)
      • Getallen opgebouwd uit combinaties van 2 symbolen (0  of 1) vermenigvuldigd met machten van 2;
      • Vaak vooraan aangevuld met nullen tot 8 bits
      • positie van 0 of 1 vanaf achteren geeft de macht aan
      • (dus van rechts naar links lezen...)

      • 2 = 1 x 21 + 0 x 20 = 10     (oftewel: 0000 0010)
      • 74 = 64 + 8 + 2 = 1 x 26 + 1 x 23 + 1 x 21 = 001001010

      Slide 16 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Hexadecimaal
      • binair -> 2 (bini)
      • decimaal -> 10 (decimus)
      • hexadecimaal -> 16 (hex)
      • 0b = binair getal
      • 0x = hexadecimaal getal
      • 255 = 0b11111111 = 0xFF 

      Slide 17 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Hexadecimaal (16)
      • Getallen opgebouwd uit combinaties van 0 t/m 9 en/of A t/m F vermenigvuldigd met machten van 16;
      • positie van getal vanaf achteren geeft de macht aan (dus van rechts naar links lezen...)
      • 1 Hexadecimaal getal staat voor een binair getal van 4 bits: 0b1111 = 0xF = 15
      • 4 bits = nibble

      • 0x64 = 6 x 16^1 + 4 x 16^0 = 100 (oftewel: 0b01100100)

      • 0x6B = 6 x 16^1 + 11 x 16^0= 107 (oftewel: 0b01101011)

      Slide 18 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Slide 19 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Waarom hexadecimaal?
      • Makkelijker/korter opschrijven dan binair
      • Makkelijk om te zetten naar binair dus goed voor computers
      • b.v. bij kleuren #007dad (denk aan html/css)
      • in binair zou dat zijn:
      • 00000000 01111101 10101101

      Slide 20 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Hexadecimaal naar binair...
      ...en andersom
      1101
      1101
      1101

      Slide 21 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Wat betekent de letter A in hexadecimale getallen?
      A
      1
      B
      16
      C
      15
      D
      10

      Slide 22 - Quizvraag

      Deze slide heeft geen instructies

      Uit hoeveel bits bestaat een 'nibble'
      A
      8
      B
      4
      C
      16
      D
      32

      Slide 23 - Quizvraag

      Deze slide heeft geen instructies

      Wat is hexadecimaal 0x8A in binaire notatie?

      (deel het dus op in een nibble voor 8
      en een nibble voor A)
      A
      0b1000 1010
      B
      0b1111 1111
      C
      0b0100 0110
      D
      0b0110 1000

      Slide 24 - Quizvraag

      Deze slide heeft geen instructies

      Wat is decimaal 24 in hexadecimale notatie?


      A
      0x9F
      B
      0xF8
      C
      0x18
      D
      0x24

      Slide 25 - Quizvraag

      Deze slide heeft geen instructies

      huiswerk
      Lees en maak paragraaf 1.5 + 2.1 t/m 2.4 van C4
       

      Slide 26 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Slide 27 - Video

      Deze slide heeft geen instructies

      Slide 28 - Video

      Deze slide heeft geen instructies

      Slide 29 - Video

      Deze slide heeft geen instructies

      Slide 30 - Video

      Deze slide heeft geen instructies

      Door transistoren aan elkaar te schakelen kan je logica maken.  Dit is een voorbeeld van een logische schakeling
      OR
      AND
      NAND - Not-AND - Het witte bolletje staat voor een inverter
      De plekken waar de vraagtekens staan noemen we poorten of gates. De poort bij de groene pijl is een OR-gate

      Slide 31 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      OR
      AND
      NAND - Not-AND - Het witte bolletje staat voor een inverter
      1
      1
      0
      Gaat het lampje aan of uit?

      Slide 32 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Met deze poorten moet je kunnen werken
      Let op! MM Logic kent geen NOR of NAND. Deze maak je door OR en AND te combineren met NOT

      Slide 33 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Slide 34 - Video

      Deze slide heeft geen instructies

      Slide 35 - Link

      Deze slide heeft geen instructies