De zakelijke brief

Voorbereiding op toetsweek 3
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiding op toetsweek 3

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is: 
- ben je aan het eind van deze les voldoende voorbereid op de toets; 
- weet je aan het eind van deze les aan welk onderdeel je extra aandacht kunt besteden. 

Slide 2 - Tekstslide

LESPROGRAMMA
  1. Uitleg zakelijke brief 
  2. Toepassing: quizvragen
  3. Zelfstandig werken aan een nieuwe brief of leren voor de toets.

Slide 3 - Tekstslide

Schrijven 
- Welke onderdelen komen in welke volgorde voor in de zakelijke brief?

- Waarmee moet je rekening houden bij het schrijven van een zakelijke brief?

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer zou je een zakelijke brief schrijven?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Volgorde zakelijke brief
Afzender
Plaats en datum
Geadresseerde
Betreft
Aanhef
Inleiding
Kern
Slot
Afsluiting
Bijlagen

Slide 10 - Sleepvraag

Hoe begin je een zakelijke brief?
A
Betreft
B
Eigen (adres)gegevens
C
Aanhef
D
Naam afzender

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent t.a.v.?
A
ter attentie van
B
ter attentie voor
C
ten attentie van
D
ten attentie voor

Slide 12 - Quizvraag

Welke is goed?
A
Ommen 16 mei 2024,
B
Ommen, 16-05-2024
C
Ommen, 16 mei 2024
D
Ommen 16-05-2024,

Slide 13 - Quizvraag

Welke is goed?
A
Hoi mevrouw,
B
Geachte A. de Groot.
C
Beste Mevrouw Bakker
D
Geachte heer Van Baalen,

Slide 14 - Quizvraag

Welke groet is correct?
A
hoogachtend,
B
Met vriendelijke groet,
C
Hoogachtend
D
met vriendelijke groet

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een zakelijke brief?
A
Sollicitatiebrief
B
Uitnodiging
C
Brief aan een penvriend
D
Klachtenbrief

Slide 16 - Quizvraag

Een zakelijke brief heeft een vaste opbouw. Wat schrijf je in de inleiding van een zakelijke brief?
A
Wat je van de lezer verwacht.
B
Precieze informatie.
C
De reden en het onderwerp van je brief.
D
Geen van de antwoorden is juist.

Slide 17 - Quizvraag

In het slot van een zakelijke brief...
A
Moet je achter de laatste zin eventueel bedanken voor de moeite.
B
Geef je nieuwe informatie.
C
Vat je kort samen wat je hoopt/wenst.

Slide 18 - Quizvraag

Zelfstandig werken:
-10 minuten timer
-Schrijf tijdens deze les in ieder geval de inleiding van de brief

Slide 19 - Tekstslide

VOORUITBLIK
-Vrijdag: nakijken van elkaars brief volgens het correctiemodel.

Slide 20 - Tekstslide

Noem alle onderdelen van een zakelijke brief in de juiste volgorde. Begin met jouw eigen adres.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Link

Lesdoelen
Als het goed is: 
- ben je aan het eind van deze les voldoende voorbereid op de toets; 
- weet je aan het eind van deze les aan welk onderdeel je extra aandacht kunt besteden. 

Slide 23 - Tekstslide

Een zakelijke brief schrijven

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Vaste indeling:
1. Afzender (schrijver)
2. Geadresseerde (ontvanger)
3. Plaats, datum
4.  Aanhef (Geachte...),
5. Inhoud: inleiding - middenstuk - slot
6. Slotgroet (Met vriendelijke groet,)
7. Ondertekening (Handtekening + naam)

Zet een

witregel

tussen de onderdelen

Slide 26 - Tekstslide

Inhoud

INLEIDING: Wie ben je en waarom schrijf je de brief?


KERN: Informatie geven.


SLOT: Wens of verwachting uitspreken.

Slide 27 - Tekstslide

VOORBEELD

Slide 28 - Tekstslide

Checklist
  • Naam van de schrijver en de ontvanger (geadresseerde) staan boven aan de brief
  • Boven de aanhef staan plaats en datum
  • De brief begint met een beleefde aanhef en eindigt met een beleefde groet
  • In de inleiding staat wie je bent en waarom je deze brief stuurt
  • In het middenstuk (kern) staat: wat, waarom, waarover..
  • In het slot schrijf je wat je van de lezer verwacht
  • Op de juiste plekken witregels openlaten
  • Beleefd taalgebruik
  • Spreek de ander aan met 'u'
  • Alle zinnen zijn volledig en begrijpelijk
  • Alle woorden zijn juist gespeld

Slide 29 - Tekstslide

OPDRACHT 1



Maak de volgende opdracht.

Slide 30 - Tekstslide

Lees de zakelijke brief.

Slide 31 - Tekstslide

Wat is de aanleiding voor Roza Overbeek om deze brief te schrijven ?

Slide 32 - Open vraag

Op welke twee vragen wil Roza antwoorden hebben?

Slide 33 - Open vraag

Achter welke letter vind je de aanhef?
A
A
B
C
C
D
D
E

Slide 34 - Quizvraag

Achter welke letter vind je de groet?
A
H
B
I
C
J
D
K

Slide 35 - Quizvraag

Achter welke letter vind je de inleiding?
A
D
B
E
C
F
D
G

Slide 36 - Quizvraag

Achter welke letter vind je de korte formulering van het onderwerp?
A
C
B
D
C
E
D
F

Slide 37 - Quizvraag

Achter welke letter vind je de bijlage?
A
I
B
J
C
K
D
L

Slide 38 - Quizvraag

Achter welke letter vind je de slotzin?
A
F
B
G
C
H
D
I

Slide 39 - Quizvraag

Achter welke letter vind je de naam en adres van de ontvanger?
A
A
B
B

Slide 40 - Quizvraag

Achter welke letter vind je de naam en adres van de afzender?
A
A
B
B

Slide 41 - Quizvraag

Achter welke letter vind je het middenstuk?
A
F
B
G
C
H
D
I

Slide 42 - Quizvraag

Achter welke letter vind je de plaats en de datum?
A
C
B
D
C
J
D
K

Slide 43 - Quizvraag