3F oefening een zakelijke brief schrijven

Een zakelijke brief schrijven
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Een zakelijke brief schrijven

Slide 1 - Tekstslide

DOELEN

- Je kent de conventies voor het schrijven van een zakelijke brief;


- Je kunt een zakelijke brief schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Schrijfopdracht examen
In het examen Nederlands zit een schrijfopdracht.
Je moet een artikel, e-mail of een zakelijke brief schrijven.

In deze les fris jij jouw kennis over het schrijven van een zakelijke brief op.
Dit is ook een voorbereiding op de schrijftoets van 10 juni ( zie agenda Itslearning!)

Slide 3 - Tekstslide

Vaste indeling:
1. Afzender (schrijver)
2. Geadresseerde (ontvanger)
3. Plaats, datum
4. Onderwerp ('betreft')
5. Aanhef (Geachte...),
6. Inhoud: inleiding - middenstuk - slot
7. Slotgroet (Met vriendelijke groet,)
8. Ondertekening (Handtekening + naam)

Zet een

witregel

tussen de onderdelen

Slide 4 - Tekstslide

Inhoud

INLEIDING: Wie ben je en waarom schrijf je de brief?


KERN: Informatie geven.


SLOT: Wens of verwachting uitspreken.

Slide 5 - Tekstslide

VOORBEELD

Slide 6 - Tekstslide

'Zet in de juiste volgorde' opdracht
De docent deelt de opdracht uit. 
Je mag in tweetallen samenwerken. 
Werk op fluisterniveau.
timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Checklist
  • Naam van de schrijver en de ontvanger (geadresseerde) staan boven aan de brief
  • Boven de aanhef staan plaats en datum
  • Onder plaats en datum staat het onderwerp of 'betreft'. 
  • De brief begint met een beleefde aanhef en eindigt met een beleefde groet
  • In de inleiding staat wie je bent en waarom je deze brief stuurt
  • In het middenstuk (kern) staat: wat, waarom, waarover..
  • In het slot schrijf je wat je van de lezer verwacht
  • Op de juiste plekken witregels openlaten
  • Beleefd taalgebruik
  • Spreek de ander aan met 'u'
  • Alle zinnen zijn volledig en begrijpelijk
  • Alle woorden zijn juist gespeld

Slide 8 - Tekstslide

OPDRACHTEN

Je gaat nu een opdracht maken. 
Maak de opdrachten goed, 
want deze onderdelen komen ook voor in de toets. 

Slide 9 - Tekstslide

OPDRACHT 1



Maak de volgende opdracht.

Slide 10 - Tekstslide

Lees de zakelijke brief.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de aanleiding voor Roza Overbeek om deze brief te schrijven ?

Slide 12 - Open vraag

Achter welke letter vind je de aanhef?
A
A
B
C
C
D
D
E

Slide 13 - Quizvraag

Achter welke letter vind je de groet?
A
H
B
I
C
J
D
K

Slide 14 - Quizvraag

Achter welke letter vind je de inleiding?
A
D
B
E
C
F
D
G

Slide 15 - Quizvraag

Achter welke letter vind je de korte formulering van het onderwerp?
A
C
B
D
C
E
D
F

Slide 16 - Quizvraag

Achter welke letter vind je de bijlage?
A
I
B
J
C
K
D
L

Slide 17 - Quizvraag

Achter welke letter vind je de slotzin?
A
F
B
G
C
H
D
I

Slide 18 - Quizvraag

Achter welke letter vind je de naam en adres van de ontvanger?
A
A
B
B

Slide 19 - Quizvraag

Achter welke letter vind je de naam en adres van de afzender?
A
A
B
B

Slide 20 - Quizvraag

Achter welke letter vind je het middenstuk?
A
F
B
G
C
H
D
I

Slide 21 - Quizvraag

Achter welke letter vind je de plaats en de datum?
A
C
B
D
C
J
D
K

Slide 22 - Quizvraag

CHECKLIST
  • Naam van de schrijver en de ontvanger (geadresseerde) staan boven aan de brief
  • Boven de aanhef staan plaats en datum
  • Onder plaats en datum staat het onderwerp of 'betreft'. 
  • De brief begint met een beleefde aanhef en eindigt met een beleefde groet
  • In de inleiding staat wie je bent en waarom je deze brief stuurt
  • In het middenstuk (kern) staat: wat, waarom, waarover..
  • In het slot schrijf je wat je van de lezer verwacht
  • Op de juiste plekken witregels openlaten
  • Beleefd taalgebruik
  • Spreek de ander aan met 'u'
  • Alle zinnen zijn volledig en begrijpelijk en woorden zijn juist gespeld

Slide 23 - Tekstslide