VT Ouderenzorg MV week 5 - Ziekten van het circulatiestelsel

Ziekten van het circulatiestelsel
VT ouderenzorg
jaar 1, periode 3
week 5
Hypertensie 

Ischemie: 
Acuut coronair syndroom 
Stabele agina pectoris. 

Ventrikel hypertrofie
Decompensatio cordis. 

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
pathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ziekten van het circulatiestelsel
VT ouderenzorg
jaar 1, periode 3
week 5
Hypertensie 

Ischemie: 
Acuut coronair syndroom 
Stabele agina pectoris. 

Ventrikel hypertrofie
Decompensatio cordis. 

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdleerdoelen
De student:

1. Beschrijft de ligging, bouw, functie en werking van het circulatiestelsel.
2. Beschrijft de oorzaken, de gevolgen, de symptomen en de behandelingen van ziekten
     van het circulatiestelsel, in het specifiek van:
  •  Hypertensie (Korte herhaling hypertensie)
  •  Acuut coronair syndroom
  •  Stabiele angina pectoris
  •  Ventrikel hypertrofie
  •  Decompensatio cordis

Slide 2 - Tekstslide

Subleerdoelen
De student:
3.  Benoemt minimaal 7 risicofactoren voor hart- en vaatziekten.
4.  Legt in eigen woorden uit wat het verband is tussen atherosclerose en hypertensie.
5.  Legt in eigen woorden uit wat ventrikelhypertrofie is.
6.  Legt in eigen woorden uit wat het acuut coronair syndroom is.
7.   Legt in eigen woorden uit wat een instabiele angina pectoris is.
8.  Legt in eigen woorden uit wat het verschil is tussen stabiele en instabiele angina pectoris.
9.  Legt uit waarom de klachten van angina pectoris optreden bij inspanning, emoties, overgang van warmte naar koude en na
      een zware maaltijd.
10. Legt in eigen woorden de beperking van een zorgvrager met angina pectoris uit.
11.  Benoemt de symptomen bij angina pectoris.
12. Geeft aan hoe de diagnose angina pectoris gesteld wordt. 

Slide 3 - Tekstslide

Subleerdoelen
De student:
13. Benoemt drie onderdelen van de behandeling van angina pectoris en legt uit wat deze behandelingen inhouden.
14. Benoemt het verschil tussen (instabiele) angina pectoris en een hartinfarct.
15. Benoemt minimaal vijf klachten van een myocardinfarct.
16. Geeft aan hoe de diagnose myocard infarct gesteld wordt.
17. Legt de mogelijke gevolgen van een myocard infarct uit.
18. Benoemt de therapie in de acute en chronische fase.
19. Omschrijft kort wat decompensatio cordis is. 

Slide 4 - Tekstslide

timer
1:00
Wat is hypertensie?
Wanneer spreken we
van hypertensie?

Slide 5 - Woordweb

Atherosclerose
  • wat is atherosclerose?
     
  • wat heeft atherosclerose
      te maken met
      hypertensie? 
     
  • wat heeft atherosclerose
     te maken met angina
     pectoris? 

Slide 6 - Tekstslide

Nog vragen over: 
  • hypertensie 
  • atherosclerose
  • ventrikelhypertrofie

Slide 7 - Tekstslide

timer
1:00
Wat is
Angina Pectoris?

Slide 8 - Woordweb

Atherosclerose in de vaten rond het hart
Gedeeltelijke afsluiting: 
  • Stabiele angina pectoris
  • Instabiele angina pectoris

Gehele afsluiting: 
  • Hartinfarct

Acuut Coronair Syndroom

Slide 9 - Tekstslide

Quiz
Er volgen nu 3 quizvragen over angina pectoris.
Let op: je hebt beperkt de tijd om elke quizvraag te beantwoorden

Slide 10 - Tekstslide

Angina pectoris ('pijn op de borst'), bestaat in 3 vormen.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Pijn op de borst (angina pectoris) die optreedt alleen bij inspanning, emoties e.d, noemen we:
A
stabiele angina pectoris
B
instabiele angina pectoris
C
hartinfarct
D
acuut coronair syndroom

Slide 12 - Quizvraag

Angina pectoris geeft bij mannen en vrouwen precies dezelfde klachten
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Typisch bij mannen
Typisch bij vrouwen
timer
3:00
Typisch bij 
mannen
Typisch bij
vrouwen
Drukkend gevoel op de borst
uitstraling pijn in linkerarm of keel
Transpiratie
transpiratie
misselijkheid
misselijkheid
pijn in de rug/nek/schouders
Vermoeidheid
algeheel niet lekker

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Tekstslide

timer
1:00
Noem de 2 risicofactoren voor
'hart en vaatziekten' die
NIET te beïnvloeden zijn.

Slide 16 - Woordweb

timer
2:00
Noem de 5 risicofactoren voor
'hart en vaatziekten' waar je
WEL iets aan kunt doen.

Slide 17 - Woordweb

Diagnostiek
Hoe diagnosticeer je
- angina pectoris 
- hartinfarct
- acuut coronair syndroom
                  

Slide 18 - Tekstslide

Behandeling angina pectoris
Behandeling hartinfarct
Behandeling
Angina Pectoris
Behandeling
hartinfarct
Pijnstilling
Pijnstilling
preventieve medicatie: cholesterolverlagers, antistolling, bloeddruk, leefstijl
preventieve medicatie: cholesterolverlagers, antistolling, bloeddruk, leefstijl
bloedvatverwijdende medicatie
Trombolyse
Dotteren (PCI)
bypassoperatie (CABG)

Slide 19 - Sleepvraag

Vragen
Nog vragen over angina pectoris
of hartinfarct? 

Slide 20 - Tekstslide

timer
1:00
wat is decompensatio
cordis?

Slide 21 - Woordweb

Korte herhaling

Slide 22 - Tekstslide

Quiz
Er volgen nu 3 quizvragen over angina pectoris.
Let op: je hebt beperkt de tijd om elke quizvraag te beantwoorden

Slide 23 - Tekstslide

Wanneer er een verdikking van de wand van de hartkamer(s) is, noem je dit .......?
A
Ventrikelhypertrofie
B
Ventrikelhypotrofie
C
Atriumhypertrofie
D
Atriumhypotrofie

Slide 24 - Quizvraag


Waar kan een verdikking van de wand van de hartkamers toe leiden?
A
Het bevorderd het uitpompen van het bloed in de bloedsomloop
B
Het verminderend het uitpompen van het bloed in de bloedsomloop

Slide 25 - Quizvraag

Bij decompensatio van de rechter harthelft, blijft er vocht zitten in:
A
De longen
B
Het hele lichaam behalve de longen

Slide 26 - Quizvraag

Bij decompensatio van de linker harthelft, blijft er vocht zitten in:
A
De longen
B
Het hele lichaam behalve de longen

Slide 27 - Quizvraag

Vragen
Nog vragen over 
decompensatio cordis? 

oftewel: hartfalen. 

Slide 28 - Tekstslide

Hoofdleerdoelen
De student:

1. Beschrijft de ligging, bouw, functie en werking van het circulatiestelsel.
2. Beschrijft de oorzaken, de gevolgen, de symptomen en de behandelingen van ziekten
     van het circulatiestelsel, in het specifiek van:
  •  Hypertensie (Korte herhaling hypertensie)
  •  Acuut coronair syndroom
  •  Stabiele angina pectoris
  •  Ventrikel hypertrofie
  •  Decompensatio cordis

Slide 29 - Tekstslide

Welk onderwerp van deze week is het minst duidelijk?
Hypertensie
Acuut Coronair Syndroom
Stabiele angina pectoris
Ventrikel hypertrofie
Decompensatio cordis

Slide 30 - Poll

Afsluiting
Doen na de les:
  • opdrachten verder afmaken en op tijd inleveren (indien deze nog niet af zijn)
  • uitwerken leerdoelen uit de LOEP
  • voorbereiden voor de volgende les door:
    1. de PowerPoint van wk 6 in Teams te bekijken/ beluisteren
                         en/of
    2. je in te lezen op de onderwerpen van week 3
        met behulp van:  
         Expertcollege: modules "Anatomie & Fysiologie –
         Urinewegstelsel", "Pathologie – Nierstenen" 
         en "Pathologie – Nierfalen" 
         Patiënten folders (online) van diverse ziekenhuizen           

Slide 31 - Tekstslide