Kapitel 3

Kleider machen Leute
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kleider machen Leute

Slide 1 - Tekstslide

Einstieg
- den Inhalt und Aufbau der Lektion kennenlernen 
- einen Landeskundlichen Text verstehen und gezielt Informationen finden. 
- Zürich und der Schweiz kennenlernen

Slide 2 - Tekstslide

die Schweiz

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

20.01.2021
- Ich kann 

Slide 5 - Tekstslide

27. Januar 2021
Lernziele:
- einen Artikel zum Thema "Markenklamotten" verstehen. 
- Argumente aus einen Text herausfiltern. 
- eigene Argumente formulieren
- Die eigene Meinung zum Thema "Markenklamotten" erklären.

Slide 6 - Tekstslide

Ich trage gerne Markenkleidung.
Ja
Nein

Slide 7 - Poll

Aufgabe
Bearbeite Aufgabe 1-3 Lektion B digital. 

Slide 8 - Tekstslide

Markenklamotten oder No-Name? Erkläre, benutze die Wörter denn oder weil.

Slide 9 - Open vraag

Bearbeite Aufgabe 4-9 von Lektion B digital. 
lerne die Wörter mit Memrise. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Was war das Thema der Hausaufgaben?

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Formuleer een vergelijking in het Duits.

Slide 23 - Open vraag

Hausaufgaben
Bearbeite Aufgabe 1 und 2 van Lektion C digital. 

Maak een poster/afbeelding waarin je de trappen van vergelijking in het Duits uitlegt. (Soort van spiekbriefje voor jezelf) Gebruik daarbij ook afbeeldingen. Lever deze opdracht in via Teams. 

Slide 24 - Tekstslide

3.2.2021
- kurzer Rückblick (Steigerungsstufen)
Am Ende der Stunde kann ich:
einen Infotext zur Geschichte von Puma und Adidas verstehen. 
die eigene Meinung zu den Marken Adidas und Puma sowie anderen Marken formulieren

Slide 25 - Tekstslide

Georg verdient viel, aber seine Schwester verdient

Slide 26 - Open vraag

Mein Hund ist lieb, aber Claudias Katze ist

Slide 27 - Open vraag

Saft und Tee trinke ich gern. Am _________________trinke ich Mineralwasser

Slide 28 - Open vraag

Meine Kusine ist zwei Jahre ______________ als ich. (jung)

Slide 29 - Open vraag

Silvia ist genauso alt ___________ meine Schwester Resi

Slide 30 - Open vraag

Bei meinen Großeltern steht im Garten ein Baum, der ist höher_______ das Haus!

Slide 31 - Open vraag

mehr üben?
https://easy-deutsch.de/uebungen/uebungen-steigerung-der-adjektive/ 

Slide 32 - Tekstslide

Was hat das Dorf Herzogenaurach mit Adidas und Puma zu tun?

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Kaart

Bearbeite jetzt Aufgabe 1 und 2 von Lektion D digital. Notiere hier schwierige Wörter, Fragen usw.

Slide 35 - Woordweb


Adidas
Puma

Slide 36 - Poll

Hausaufgaben
Bearbeite Aufgabe 1-4 von Lektion E digital. 
Lernen: die Wörter mit Memrise

Slide 37 - Tekstslide

4.2.2021

Slide 38 - Tekstslide

Lernziele
ich kann....
  • die Lage von Geschäften im Einkaufszentrum beschreiben. 
  • einfachen Dialogen folgen. 
  • deutsche Marken kennen 
  • Dialoge im Einkaufszentrum spielen
  • Ratschläge im Imperativ geben

Slide 39 - Tekstslide

?

Slide 40 - Woordweb

Slide 41 - Video

Aufgabe
Suche in 3 Minuten so viel wie möglich deutsche Produkte in deinem Haus und bringe sie mit zu deinem Laptop. 
timer
3:00

Slide 42 - Tekstslide

Wo?

Slide 43 - Woordweb

der Imperativ
Vier vormen van de gebiedende wijs. 

  • aangesproken persoon enkelvoud (du)
  • aangesproken persoon meervoud (ihr)
  • beleefdheidsvorm (Sie)
  • aangesproken persoon incl. jezelf. 

Slide 44 - Tekstslide

Du
  • Basisregel: stam werkwoord of stam met -e (Spiel! mache!)
  • MAAR, als je werkwoord:
  • - de stam eindigt op -t of -t  --> +e
  • - heeft je sterke werkwoord een lange e --> ie
  • - heeft je sterke werkwoord een korte e --> i 
  • Let op: a blijft een a
  • Sein: Sei!
  • geben: Gib!
  • nehmen: Nimm!




Slide 45 - Tekstslide

ihr
  • Macht (ihr) die Tür zu!
  • ohne Personalpronomen ihr
  • Sein: Seid ruhig!

Slide 46 - Tekstslide

Höflichkeitsform
  • Hele werkwoord + Sie
  • Kommen Sie mit!
  • Reden Sie nicht so schnell!
  • Sein: Seien Sie nicht böse!
  • Nehmen: Nehmen Sie doch ein Eis

Slide 47 - Tekstslide

Hausaufgaben
Bearbeite Aufgabe 5,6,7 von Lektion E.
Bedenk een bevel wat je medeleerlingen tijdens de online les kunnen uitvoeren. 

Slide 48 - Tekstslide