Leenheren, leenmannen en horigen

Leenheren, leenmannen en horigen 


Tijdvak 3 Monniken en Ridders
500 - 1000
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Leenheren, leenmannen en horigen 


Tijdvak 3 Monniken en Ridders
500 - 1000

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen


  • Je kunt beschrijven hoe West- Europa zich na de val van het Romeinse Rijk bestuurlijk ontwikkelde.
  • Je weet wat feodale verhoudingen zijn en hoe ze ontstonden.
  • Je kunt de oorzaken beschrijven van de verbrokkeling van de macht in de late 9e en 10e eeuw.

Slide 2 - Tekstslide

Bestuur in de vroege middeleeuwen
Na val Romeinse Rijk ontstonden er verschillende Germaanse koninkrijken
Maar de Germaanse koningen hadden een aantal problemen:
  • de wegen werden niet onderhouden
  • alleen geestelijken konden lezen en schrijven
  • de handel en daardoor ook het geld verdween

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Bestuur in de vroege middeleeuwen
  • Door slechte wegen kon koning nauwelijks reizen in zijn rijk
  • Doordat weinig mensen konden lezen, begrepen weinig mensen wetten
  • Doordat er bijna geen geld was, kon koning geen ambtenaren of leger betalen.
  • Probleem: koning kan hierdoor zijn rijk niet goed besturen
  • Oplossing: koning stelde leenmannen (vazallen) aan

Slide 5 - Tekstslide

Feodale stelsel/leenstelsel
  1. Koning verdeelde zijn rijk in kleinere stukken en leende stukje grond uit aan leenman
  2. Leenman bestuurde grond
  3. Leenman  zweerde, in ruil voor grond, trouw aan koning
trouw = koning helpen bij bestuur + voor koning vechten/soldaten leveren ten tijde van oorlog

Slide 6 - Tekstslide

Leenstelsel of feodalisme
De middelste leenmannen zijn naast leenman ook leenheer, omdat ze de grond weer in stukken verdelen en deze ook in leen geven.

Slide 7 - Tekstslide

Germaanse rijken in Europa rond 800
Paarse Rijk is van Karel de Grote, de keizer die het leenstelsel heel goed gebruikte

Slide 8 - Tekstslide

Voordeel feodalisme
Nadelen feodalisme
oplossing voor wegvallen van  Romeinse bestuur; vorst houdt zijn rijk als geheel bijeen 
Vorst verliest macht aan adel: 
  • leenmannen beschouwen leen als eigen grond en geven het ook door aan oudste zoon
    
  • Achterleenmannen zweren trouw aan leenman/leenheer,  niet aan eerste leenheer

Slide 9 - Tekstslide

Feodale stelsel en geestelijken
Geestelijken mogen geen kinderen krijgen. Als koning  grond geestelijken benoemt tot leenman, zijn er geen kinderen die de leen als erfelijk beschouwen! 
Daarom had koning graag geestelijken als leenman. Na dood geestelijke kon koning zelf nieuwe leenman benoemen

Slide 10 - Tekstslide

Zet de namen op de juiste plek
Leenheer
Leenstelsel
Leenman
Achterleenman

Slide 11 - Sleepvraag

The Godfather
Feodalisme in de moderne tijd, Italië in de 20ste eeuw.
Er volgt een fragment, stel jezelf de volgende vragen

  1. Wat eist 'the Godfather' ?
  2. Waarom?
  3. Hoe wordt hun nieuwe relatie bekrachtigd? 
  4. Hoe herken je het feodalisme?

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

Hoe herken je het feodalisme in dit fragment?

Slide 14 - Open vraag

Leerdoelen


  • Je kunt beschrijven hoe West- Europa zich na de val van het Romeinse Rijk bestuurlijk ontwikkelde.
  • Je weet wat feodale verhoudingen zijn en hoe ze ontstonden.
  • Je kunt de oorzaken beschrijven van de verbrokkeling van de macht in de late 9e en 10e eeuw.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

zelf verder werken
beantwoord de leerdoelen
maak opdr. 4 en 6 van §3.1

Slide 17 - Tekstslide


Hiernaast staat het ............... ?
A
Bestuursstelsel
B
Feodale stelsel
C
Hofstelsel
D
neolithisch stelsel

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn oorzaken van het ontstaan van het feodaale stelsel?
A
invallen van moslimlegers
B
de omvang van het rijk (o.a. onder Karel de Grote)
C
Het verdwijnen van handel (geld) uit de economie.
D
het gebruik van paarden in het leger

Slide 19 - Quizvraag

Aan het eind van tijdvak 3 ontstond het feodale stelsel. Waarom zorgde het feodale stelsel voor een machtsafname van de koning(en)?
A
Er werd te veel belasting geheven.
B
De koning moest veel oorlogen voeren.
C
De koning verloor controle over de leenmannen.
D
De Vikingen verwoestten vele leengebieden.

Slide 20 - Quizvraag

Wat waren gevolgen van het feodale stelsel?
A
Koning werd te machtig
B
Versnippering in het rijk
C
Iedereen steunde de koning trouw
D
Niemand wist meer wie de leenheer was

Slide 21 - Quizvraag

Welk nadelig gevolg heeft het leenstelsel voor Karel de Grote en zijn opvolgers gehad?
A
leenmannen waren lastig te controleren
B
leenmannen zagen zichzelf als zelfstandige heersers en hun leen beschouwden ze als eigendom
C
het Rijk van Karel was verdeeld in graafschappen en hertogdommen
D
ridders waren technisch superieur geworden aan het voetvolk

Slide 22 - Quizvraag

Plaats  gebeurtenissen in  chronologische volgorde
1
2
3
4
5
6
Augustus wordt eerste Romeinse keizer
Ontstaan van irrigatielandbouw
Ontstaan van de democratie in Athene
Steeds meer Germanen vestigen zich in het Romeinse Rijk
Ontstaan feodale stelsel
Einde van het West-Romeinse Rijk

Slide 23 - Sleepvraag

Rond 800 bepaalde Karel de Grote dat een leenman onder sommige omstandigheden van zijn eed ontslagen kon worden geacht: als de heer hem had willen doden of met een stok had willen slaan; als de heer de vrouw of dochter had willen verkrachten of verleiden; als de heer het bezit van de leenman had geroofd; als de heer de leenman tot slaaf had willen maken; of als de heer had verzuimd zijn leenman te verdedigen.
Welke conclusie kun je op grond van deze bepalingen trekken over het functioneren van het feodale stelsel (leenstelsel)? Leg dit uit door in te gaan op de aard en inhoud van de bron.

Slide 24 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven door welke oorzaken West- Europa in de vroege Middeleeuwen weer een landbouwsamenleving werd.
  • Je kunt het ontstaan van horigheid verkaren.
  • Je kunt uitleggen dat domeinen via het hofstelsel zelfvoorzienend waren

Slide 25 - Tekstslide

Landbouwsamenleving
  • Romeinse Rijk was  landbouw-stedelijke samenleving. 
  • Na de val van het Romeinse Rijk (476) werd het onveiliger en werden wegen en bruggen niet meer onderhouden.
  • Hierdoor nam de handel af, maar ook de nijverheid af.
  • Door oorlogen en epidemieën nam de bevolking af, steden verdwenen. Mensen gingen wonen op het platteland  en werden weer boer. Hierdoor werd West- Europa weer een landbouwsamenleving.

Slide 26 - Tekstslide

Romeinse Rijk
sterk bestuur & leger
veiligheid voor de burgers
veel handel
steden
agrarisch-urbane samenleving

Middeleeuwen
minder sterk bestuur & geen leger
onveilig
handel & nijverheid verdwijnen
geen steden 
agrarische samenleving

boeren hadden het zwaar in de middeleeuwen!

Slide 27 - Tekstslide

Hofstelsel


Boeren zochten bescherming bij heren in de omgeving.
Heer geeft boer landbouwgrond en beschermt hem.
Boer geeft heer deel van oogst én verricht herendiensten, hij was verplicht om op grond te blijven wonen.
De boeren leven samen met heer op een domein/hof. 
Een hof is autarkisch (=zelfvoorzienend), want er was bijna geen handel

Slide 28 - Tekstslide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
De heer
De heer geeft 
  • Bescherming
  • Landbouwgrond
In ruil geeft de boer:
  • Deel van oogst
  • Herendiensten
Horigen

Slide 29 - Tekstslide

Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
Meestal moesten de vrije boeren ook pacht betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide



hofstelsel gaat over economie, de middelen van bestaan van de middeleeuwers en sociale verhoudingen


leenstelsel
gaat over politiek, de manier waarop het land bestuurd wordt
 

Verschil hofstelsel -leenstelsel

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Sleep de kenmerken naar het juiste begrip
Feodale stelsel
Hofstelsel
Leenheer
Horige
Economisch
Politiek
Herendiensten
Leenman

Slide 34 - Sleepvraag

Het leenstelsel is een ... systeem
A
politiek
B
juridisch
C
economisch
D
sociaal

Slide 35 - Quizvraag


Hiernaast staat het ............... ?
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel

Slide 36 - Quizvraag

Waar past deze bron het beste bij?
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel

Slide 37 - Quizvraag

Gebruik bron 1.
Toon, met twee verwijzingen naar de bron, aan dat de boerengemeenschappen in de middeleeuwen autarkisch waren.

Slide 38 - Open vraag

Gebruik bron 1.
Geef uit de bron minstens twee voorbeelden
van herendiensten.

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Video

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven door welke oorzaken West- Europa in de vroege Middeleeuwen weer een landbouwsamenleving werd.
  • Je kunt het ontstaan van horigheid verkaren.
  • Je kunt uitleggen dat domeinen via het hofstelsel zelfvoorzienend waren

Slide 41 - Tekstslide

zelf verder werken
beantwoord de leerdoelen
maak §3.1 opdr. 10

Slide 42 - Tekstslide