Fictie

H3A vandaag
welkom 
start Fictie h.1
opdracht 2 en 3, blz. 41
huiswerk morgen: boektoets I
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

H3A vandaag
welkom 
start Fictie h.1
opdracht 2 en 3, blz. 41
huiswerk morgen: boektoets I

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

vragen
1. Wie is / zijn de hoofdperso(o)n(en)? 
2. Wie is / zijn de bijfigu(u)r(en)? 
3. Vanuit welk perspectief zie je het fragment? 
4. In welke historische tijd speelt het verhaal zich af? 
5. Is de volgorde chronologisch of niet? 

Slide 4 - Tekstslide

perspectieven in verhalen
ik-vorm: 
- ik-perspectief: je weet alleen van de ik-persoon wat hij ziet, denkt en voelt. 
hij/zij - vorm: 
- personaal perspectief: je weet alleen van de hoofdpersoon wat hij ziet, denkt en voelt. 
- alwetende verteller: je weet van meerdere personages wat ze zien, denken of voelen

Slide 5 - Tekstslide

tijd in verhalen 
vertelde tijd: de tijdsduur in het verhaal (een dag, een maand, jaren of eeuwen)
versnelling: de schrijver vat een onbelangrijke periode in een paar woorden samen
tijdsprong: de schrijver slaat een stuk tijd over
vertraging: de schrijver beschrijft een gebeurtenis langzamer dan dat deze in werkelijkheid zou duren

Slide 6 - Tekstslide

tijd in verhalen 

flashback: de schrijver vertelt iets wat eerder gebeurd is. 

flashforward: de schrijver vertelt iets wat in de toekomst gaat gebeuren. 

Slide 7 - Tekstslide

tijd in verhalen 

flashback: de schrijver vertelt iets wat eerder gebeurd is. 

flashforward: de schrijver vertelt iets wat in de toekomst gaat gebeuren. 

Slide 8 - Tekstslide

H3A vandaag
welkom
Plot26: les 5
Plot26: uitleg eindopdracht
aan de slag!

Slide 9 - Tekstslide

Plot26: eindopdracht
- vorm tweetallen
- schrijf een vervolg vanuit het perspectief van jouw personage
- sommige koppels schrijven vanuit één hoofdpersoon, andere koppels schrijven vanuit twee hoofdpersonen
- wees creatief en origineel, maar zorg wel dat je vervolg goed aansluit bij de novelle en bij wat je weet over jouw personage
- min. 1 A4, max. 1.5 A4    /    Arial 12     / spelling, zinsbouw 

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
1. brainstormen 
2. plan maken
3. taken verdelen 
4. vervolg schrijven
5. controleren
6. aanpassen
7. inleveren 

Slide 11 - Tekstslide