H5 GEdrag

Thema 5 Gedrag
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 5 Gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Studie van gedrag = ethologie
Ethologie = studie van gedrag
Alles objectief bekijken = alleen feiten!
We proberen gedrag te:
  • Kwalificeren: Wat?
  • Kwantificeren: Hoe vaak?


Slide 2 - Tekstslide

Ethologie
ethologie = gedragsbiologie (onderzoek naar gedrag)

ethologen zijn gedragsbiologen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Gedragsketen

Slide 5 - Tekstslide

Doelstelling 2
Je kunt beschrijven waardoor gedrag wordt veroorzaakt en hierbij sleutelprikkels en supranormale prikkels onderscheiden. 

Slide 6 - Tekstslide

Uitwendige prikkels
Inwendige prikkels
licht
kou
dorst
geur
geluid
honger
spierpijn
hormonen

Slide 7 - Sleepvraag

Prikkels
Sleutelprikkel: Een prikkel waarop altijd hetzelfde gedrag volgt.

Supranormaleprikkel: Een overdreven sleutelprikkel,  is effectiever in het veroorzaken van het gedrag dan een sleutelprikkel. 


Slide 8 - Tekstslide

sleutelprikkel
een sleutelprikkel is een prikkel die een doorslaggevende rol speelt bij gedrag

Slide 9 - Tekstslide

sleutelprikkel

Slide 10 - Tekstslide

Een sleutelprikkel:
A
Leidt altijd naar hetzelfde gedrag.
B
Leidt naar meerdere mogelijkheden qua gedrag.
C
Leidt naar aangeleerd gedrag.
D
Leidt naar aangeboren gedrag.

Slide 11 - Quizvraag

supranormale prikkel

Slide 12 - Tekstslide

Supranormale prikkel

Slide 13 - Tekstslide

Doelstelling 3
Je kunt de factoren noemen waardoor gedrag wordt bepaald en je kunt verschillende vormen van leren beschrijven.

Slide 14 - Tekstslide

Aangeboren/aangeleerd
  • Aangeboren eigenschappen (nature) : eigenschappen die erfelijk zijn
  • Aangeleerde eigenschappen (nurture): normen, waarden en gewoonten die je overneemt van je ouders, vrienden je omgeving
Aangeboren/aangeleerd
  • Aangeboren eigenschappen: eigenschappen die erfelijk zijn
  • Aangeleerde eigenschappen: normen, waarden en gewoonten die je overneemt van je ouders, vrienden je omgeving

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Aangeboren
Aangeleerd
Manieren
Zwemmen
Lachen
Huilen
Liegen
Lezen
Duimzuigen

Slide 17 - Sleepvraag

Aangeboren gedrag
Aangeleerd gedrag

Slide 18 - Sleepvraag

Aan de slag
Leer elke dag een deel!
- Maak de oefentoets van H5 (digitaal)
- Maak de examentraining van H5 (digitaal)
- Moeilijk? Maak de Test Jezelf per paragraaf (digitaal)

Slide 19 - Tekstslide

Hieronder staan voorbeelden van gedrag. 
Is er sprake van aangeboren  of  aangeleerd gedrag? 
aangeboren gedrag
 aangeleerd gedrag
Een baby zuigt melk bij de moeder.
Een hond zwemt.
Een kat gebruikt een kattenluikje om naar binnen en naar buiten te gaan.
Een kat rent achter een muis aan.
Een meisje speelt gitaar.
Een papegaai zegt "hallo".

Slide 20 - Sleepvraag

gewenning

Slide 21 - Tekstslide

Inprenting


Slide 22 - Tekstslide

Manieren van leren
  • Trail and error

Leren door toevallige ontdekkingen

proefondervindelijk leren


Werkt iets niet dan probeer je weer wat anders

-bijv. vogel eet geen rode rupsen meer want die zijn vies

Slide 23 - Tekstslide

Conditionering
  • Operante conditionering --> dresseren: leren door straffen en belonen
  • Klassieke conditionering --> geconditioneerde reflex 

              

                                         Pavlov

Slide 24 - Tekstslide

Klassieke conditionering
Pavlov: een kunstmatige prikkel veroorzaakt een bepaald gedrag wat oorspronkelijk niet door deze prikkel veroorzaakt werd.

Slide 25 - Tekstslide

Doelstelling 4
Je kunt verschillende typen sociaal gedrag onderscheiden

Slide 26 - Tekstslide

Signalen
Kleuren, geuren, geluiden, houdingen of gebaren zijn voorbeelden van signalen.
Door deze signalen is communicatie mogelijk.

Slide 27 - Tekstslide

Signalen
Signalen kunnen worden afgegeven via:
  1. Geuren
  2. Kleuren
  3. Geluiden
  4. Houdingen
  5. Gebaren

Slide 28 - Tekstslide

Wat is sociaal gedrag?
A
een leeuw die een gnoe opeet
B
een kat die sist naar een hond
C
een leeuw die vecht met een andere leeuw
D
een man die zijn hond leert pootjes geven

Slide 29 - Quizvraag

Sociaal gedrag
  • Territoriumgedrag
  • Dreiggedrag
  • Aanvalsgedrag
  • Vluchtgedrag
  • Baltsgedrag
  • Broedzorg
  • Imponeergedrag
  • Verzoeningsgedrag

Slide 30 - Tekstslide

Wat is geen voorbeeld van sociaal gedrag?
A
vlooien bij apen
B
mens laat hond uit
C
katten vechten met elkaar
D
twee eenden baltsen

Slide 31 - Quizvraag

Wat is hier het signaal?

Slide 32 - Open vraag

Wie is de baas in een groep?
  • Als er in een groep dominante en onderdanige dieren zijn en elk dier zijn plaats kent, dan heet dat rangorde.

  • Kippen hebben ook een duidelijke rangorde, de zogenaamde pikorde.
Beluister mij!

Slide 33 - Tekstslide

Aangeleerd gedrag wat je als mens vertoont ligt ergens 'opgeslagen'. Waar?
A
In je DNA
B
In je kleine hersenen
C
In je hersenstam
D
In je grote hersenen

Slide 34 - Quizvraag

Welk gedrag van de mens is aangeboren?
A
Mensen durven niet naakt over straat te lopen, ook al is het heel erg warm.
B
Een baby huilt, want hij heeft een vieze luier.
C
Een meisje huilt, omdat ze niet met de jongens mee mag voetballen
D
Een jongen krijgt tranen in zijn ogen als hij hoort dat hij een onvoldoende heeft.

Slide 35 - Quizvraag

Aan de slag
Leer elke dag een deel!
- Maak de oefentoets van H5 (digitaal)
- Maak de examentraining van H5 (digitaal)
- Moeilijk? Maak de Test Jezelf per paragraaf (digitaal)

Slide 36 - Tekstslide