H9.2 samengestelde ionen les 4

H9 zouten
9.2: samengestelde ionen
deel 1
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H9 zouten
9.2: samengestelde ionen
deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
  • terugblik vorige les, 
  • uitleg H9.2 deel 1
  • huiswerk volgende keer

Slide 2 - Tekstslide

terugblik vorige les
leren H9.1 (blz 201/202)
uitwerken: aluminiumbromide, kopersulfide
maken : opg 30, 33, 34, 35, 36, 38

Slide 3 - Tekstslide

leerdoelen
  • weten wat een samengesteld ion is
  • weten hoe je een zoutformule opstelt van samengestelde ionen

Slide 4 - Tekstslide

Enkelvoudige ionen (herhaling)
bestaan uit één atoomsoort bijv.  Na+ , Cu2+ , Fe3+, Br- , O2-

Slide 5 - Tekstslide

samengestelde ionen
  •  bestaan uit groepjes atomen die samen een lading hebben.
  • kan positief of negatief geladen zijn.
  • bijv NO3- ,OH- ,PO43-, NH4+

Slide 6 - Tekstslide

Opstellen formule van zouten:
Een zout is een combinatie van positieve (metaal) ionen en negatieve (niet-metaal) ionen.
Om de formule op te stellen moet je de juiste symbolen , de juiste lading en de juiste verhouding gebruiken.
bijv magnesiumsulfaat wordt MgSO4
op de volgende sheet staat het stappenplan

Slide 7 - Tekstslide

Opstellen zoutformule:

  1. noteer naam van het zout
  2. zet de ionen in symbolen
  3. zet de lading van de ionen eronder
  4. zet de verhouding eronder. de totale lading moet nul zijn
  5. schrijf de verhoudingsformule op, gebruik haakjes. Aantallen noteer je rechtsonder
  6. laat het cijfer 1 weg, kijk of de haakjes nodig zijn. schrijf de formule op
  7. schrijf de zoutformule op zonder lading


Voorbeeld 1:


1.   Magnesiumsulfaat

Slide 8 - Tekstslide

Opstellen zoutformule:

  1. noteer naam van het zout
  2. zet de ionen in symbolen
  3. zet de lading van de ionen eronder
  4. zet de verhouding eronder. de totale lading moet nul zijn
  5. schrijf de verhoudingsformule op, gebruik haakjes. Aantallen noteer je rechtsonder
  6. laat het cijfer 1 weg, kijk of de haakjes nodig zijn. schrijf de formule op
  7. schrijf de zoutformule op zonder lading


Voorbeeld 1:

  1. Magnesiumsulfaat
  2.       Mg2+       SO42-     
  3.         2+             2-
  4.         2       :       2                                                                       1        ;       1     (vereenvoudigd)
  5.   ( Mg2+ )1    ( SO42-  )1                                                     
  6.    Mg2+         (SO42-   
  7.    Mg    SO4  

Slide 9 - Tekstslide

Opstellen zoutformule:

  1. noteer naam van het zout
  2. zet de ionen in symbolen
  3. zet de lading van de ionen eronder
  4. zet de verhouding eronder. de totale lading moet nul zijn
  5. schrijf de verhoudingsformule op, gebruik haakjes. Aantallen noteer je rechtsonder
  6. laat het cijfer 1 weg, kijk of de haakjes nodig zijn. schrijf de formule op
  7. schrijf de zoutformule op zonder lading


Voorbeeld 2:


1.  Aluminiumulfaat

Slide 10 - Tekstslide

Opstellen zoutformule:

  1. noteer naam van het zout
  2. zet de ionen in symbolen
  3. zet de lading van de ionen eronder
  4. zet de verhouding eronder. de totale lading moet nul zijn
  5. schrijf de verhoudingsformule op, gebruik haakjes. Aantallen noteer je rechtsonder
  6. laat het cijfer 1 weg, kijk of de haakjes nodig zijn. schrijf de formule op
  7. schrijf de zoutformule op zonder lading


Voorbeeld 2:

  1. aluminiumsulfaat
  2.       Al3+       SO42-     
  3.         3+             2-
  4.         2       :       3                                                                    
  5.   ( Al3+ )2    ( SO42-  )3                                                     
  6.    Al3+ 2        ( SO42- )3  
  7.    Al2 ( SO4 )3  

Slide 11 - Tekstslide

Opstellen zoutformule:

  1. noteer naam van het zout
  2. zet de ionen in symbolen
  3. zet de lading van de ionen eronder
  4. zet de verhouding eronder. de totale lading moet nul zijn
  5. schrijf de verhoudingsformule op, gebruik haakjes. Aantallen noteer je rechtsonder
  6. laat het cijfer 1 weg, kijk of de haakjes nodig zijn. schrijf de formule op
  7. schrijf de zoutformule op zonder lading


Voorbeeld 3:

  1. ijzer(III)fosfaat
  2.       Fe3+       PO43-     
  3.         3+             3-
  4.         1       :                                                                        
  5.   ( Fe3+ )1    ( PO43-  )                                                    
  6.    Fe3+          (PO43- 
  7.          Fe  PO4  

Slide 12 - Tekstslide

leerdoelen gehaald?
  • weten wat een samengesteld ion is
  • weten hoe je een zoutformule opstelt van samengestelde ionen

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
leren par 9.2 (blz 211)
maken opdr:  39, 42, 43, 44, 45, 46

Slide 14 - Tekstslide