woordenschat 5

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
terugblik tekstdoelen + nakijken
uitleg woordenschat
zelfstandig werken
afsluiting en huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken
- begrijpend lezen:  opdracht 1 t/m 4 op blz. 159 t/m 164

Slide 3 - Tekstslide

Doel
Lesdoel:
  • Je kunt de betekenis van een onbekend woorddeel met behulp van een bekend woorddeel  vinden.

Slide 4 - Tekstslide

Woordraadstrategieën
H1  : Synoniem
H2 : Een omschrijving zoeken
H3 : Een voorbeeld zoeken
H4 : Een tegenstelling zoeken
H5 : Een bekend woorddeel zoeken

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Het voorvoegsel on- betekent niet of zonder.

Geef bij de volgende woorden aan of het woord niet of zonder betekent.

Slide 6 - Tekstslide

onbegrip
A
niet
B
zonder

Slide 7 - Quizvraag

onbelangrijk
A
niet
B
zonder

Slide 8 - Quizvraag

onhandig
A
niet
B
zonder

Slide 9 - Quizvraag

onvolledig
A
niet
B
zonder

Slide 10 - Quizvraag

Opdracht
Lees wat deze achtervoegsels betekenen:

- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Maak van de volgende woorden een nieuw woord met een achtervoegsel. 

Slide 11 - Tekstslide

adem

- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 12 - Open vraag

raadsel
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 13 - Open vraag

oost
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 14 - Open vraag

smaken
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 15 - Open vraag

treuzelen
- loos: zonder
- achtig: lijkt op, tamelijk veel
- aar: iemand die het doet
- waarts: die richting op

Slide 16 - Open vraag

Maken
- woordenschat 5: opdracht 1 t/m 5 op blz. 173 t/m 175

Slide 17 - Tekstslide

Samenvatting
Je weet dat je de betekenis van moeilijke woorden kunt vinden door een bekend woorddeel te zoeken.

Dit kan bij:
  1. Samengestelde woorden (woorden die uit twee woorden bestaan.
  2. Woorden met een voorvoegsel (on-, her-, ...)
  3. Woorden met een achtervoegsel (-loos, -vol, ...)

Slide 18 - Tekstslide

Wat weet je te vertellen over de woordraadstrategie een bekend woorddeel zoeken

Slide 19 - Open vraag

Huiswerk

Slide 20 - Tekstslide