herhaling h1 en h2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Weet je nog?

Lezen h1 en h2 t1

Elke tekst heeft een onderwerp.

1. Waar
2. Niet waar

Je kunt alleen met één woord zeggen wat het onderwerp is.

1. Waar
2. Niet waar

Welke manier van lezen gebruik je om het onderwerp van een tekst kunnen vinden?

1. Globaal lezen
2. Precies lezen
3. Zoekend lezen
4. Oriënterend lezen

De bron is:

1. Waar de tekst vandaan komt.
2. Wie de tekst heeft geschreven.
3. Waar de tekst vandaan komt en wie de tekst heeft geschreven.
4. Wie de tekst heeft geschreven en de illustraties gemaakt heeft.

Welke leesstrategie gebruik je om het deelonderwerp van tekst te vinden?

1. Oriënterend lezen
2. Precies lezen
3. Zoekend lezen
4. Globaal lezen

Bij het onderwerp horen altijd deelonderwerpen.

1. Waar
2. Niet waar

Bij oriënterend lezen lees ik altijd de eerste alinea.

1. niet waar
2. waar

Bij globaal lezen lees ik alleen de eerste zin van elke alinea.

1. waar
2. niet waar

Elke nieuwe alinea is een nieuw deelonderwerp.

1. niet waar
2. waar

Een deelonderwerp kan meerdere alinea's hebben.

1. waar
2. niet waar

Wat is zoekend lezen?

https:

Aan het werk

Lesboek blz. 68

opdracht 1 

opdracht 2 en 3

Alinea's

Een tekst is meestal verdeeld in stukjes. 

Die noemen we alinea's.

Alinea's

Een alinea bestaat uit meerdere zinnen die allemaal over hetzelfde onderwerp gaan.

Belangrijkste info

De belangrijkste informatie staat vaak in de eerste of laatste zin van de alinea.

Deze zin noemen we de kernzin.

Globaal lezen

Je leest alleen de eerste en laatste zin van de alinea's

Hoe vind je het deelonderwerp ?

- Lees de eerste en de laatste zin van een alinea

- Bekijk wat er in de verschillende alinea's over het onderwerp gezegd wordt