HA - week 48- les 4 - grammatica woordsoorten

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, do, vrij

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, do, vrij

Slide 1 - Tekstslide

- Stillezen
- Grammatica woordsoorten - afronden
- Aan de slag
Planning deze les:

Slide 2 - Tekstslide

- Je benoemt wat het onderwerp is in een zin
- Je vindt in een willekeurige zin zowel de persoonsvorm als het onderwerp.  
- Je geeft aan wat een zelfstandig naamwoord is
- Je benoemt de woorden die iets over het ZN zeggen. 

Doel van de les

Slide 3 - Tekstslide

Stillezen
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Zegt iets over het zelfstandig naamwoord
Staat er vaak voor, maar soms ook achter.

bijv.  de gierige eend -  Dagobert is gierig

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Tekstslide

Welke zin bevat de meeste bijvoeglijke naamwoorden?
  1. In Australië kun je gevaarlijke krokodillen, grappige kangoeroes en schattige koala’s spotten.  
  2. In de Cubaanse stad Havana hebben inwoners de langste sigaar ooit gerold.  
  3. Moet je eerst je huidige auto verkopen voordat je een andere auto koopt?
  4. Wat voor smaak drop eet jij: zoete of zoute?

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

Hans en Marije hebben een (groot) probleem.
A
grote
B
groten
C
groote
D
groot

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

Hij knalde op de (beton) paaltjes.
A
betonne
B
betonnen
C
betonen
D
betone

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

Dat (verzinnen) verhaal was echt eng.
A
verzinnende
B
verzonnen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

Dat (raar) jong heeft mijn stuntstep gestolen.
A
rare
B
raare
C
raren

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

Dat is een (prachtig) uitvoering.
A
prachtig
B
prachtigen
C
prachtige

Slide 11 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Een opvallend programma
B
Een opvallende programma

Slide 12 - Quizvraag

Wat is juist?

A
Het mooi jurkje
B
Het mooie jurkje

Slide 13 - Quizvraag

Wat is juist?

A
Een aluminiumen pan
B
Een aluminium pan

Slide 14 - Quizvraag

Wat is juist?

A
Een gouden ring
B
Een goude ring

Slide 15 - Quizvraag

Wat is juist?

A
Een houte stoel
B
Een houten stoel

Slide 16 - Quizvraag

Wat is juist?

A
Een lief meisje
B
Een lieve meisje

Slide 17 - Quizvraag


Samen oefenen




Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Tip: bepaal eerst het voltooid of onvoltooid deelwoord

  1. De (aanharken) tuin lag er prima bij.
  2. De (lachen) meisjes liepen naar het De Mirandabad.
  3. Het (mikken) schot van Lieke Martens was fantastisch.
  4. Maar die (winnen) penalty van Ronaldo was minder.
  5. De (winnen) trofee staat op haar nachtkastje.
  6. Een (knakken) takje lag naast de vaas.
  7. Het (beloven) land was niet ver weg meer.
  8. De (kwispelen) honden zagen er schattig uit.



Slide 18 - Tekstslide


Samen oefenen




Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Antwoorden

  1. De aangeharkte tuin lag er prima bij.
  2. De lachende meisjes liepen naar het De Mirandabad.
  3. Het gemikte schot van Lieke Martens was fantastisch.
  4. Maar die winnende penalty van Ronaldo was minder.
  5. De gewonnen trofee staat op haar nachtkastje.
  6. Een geknakt takje lag naast de vaas.
  7. Het beloofde land was niet ver weg meer.
  8. De kwispelende honden zagen er schattig uit.



Slide 19 - Tekstslide


Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord



Spelling - bijvoeglijk naamwoord
  • Soms moet je een -e achter het woord zetten
    -> gemaakt -> de gemaakte fout 
    -> lachend -> de lachende danseres
    -> geschilderd -> een geschilderd clubhuis (waarom hier geen -e?)

  • Spel het bijvoeglijk naamwoord zo kort en eenvoudig mogelijk.
    -> vermoord -> de vermoorde man

  • Soms moet je -tt of -dd schrijven, vanwege de uitspraak
    -> bezet -> de bezette gebieden

  • Van voltooide deelwoorden op -en blijft de spelling gelijk: de -n blijft staan.
    -> geschrokken -> de geschrokken jongen
🤷‍♂️
clubhuis = het-woord

Na de 'een-vorm' van een 'het-woord' krijg het bijvoeglijk naamwoord geen extra -e.

Slide 20 - Tekstslide

Het vlees is gebraden --> het ...... vlees

Slide 21 - Open vraag

De stoel is bezet --> De .... stoel

Slide 22 - Open vraag

Wat
1. Maak jouw leerlijn Grammatica woordsoorten (bijvoeglijk naamwoord)  H2
2. Leer de theorie over zn en bn
3. maak opdracht 3 van lezen H2


Wanneer:
Deze week




Aan de slag:

Slide 23 - Tekstslide

- Grammatica woordsoorten afronden.



Volgende les

Slide 24 - Tekstslide