Les 09 - Afsluiting Reinaert, middeleeuwen en Renaissance

Afsluiting Reinaert en middeleeuwen

Renaissance
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Afsluiting Reinaert en middeleeuwen

Renaissance

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van de les: 

- alles over de middeleeuwen; 
- hoe je de werkbladen bij Reinaert de Vos moet invullen; 
- welke literaire vormen in de renaissance populair waren

Slide 2 - Tekstslide

Vragen bij Reinaert de vos
- Waarom is Reinaerts verhaal over de samenzwering tegen de koning en koningin zo geloofwaardig voor de koning? 

- Reinaerts historie werd in de zestiende eeuw door katholieken op de verboden lijst gezet. Protestanten moedigden juist aan het te lezen. Hoe komt dat?

- Heeft het verhaal een happy end? 

Slide 3 - Tekstslide

Literatuurgeschiedenis middeleeuwen
Zo dadelijk volgt een aantal vragen over de (literatuur-) geschiedenis in de middeleeuwen. Beantwoord deze zo goed mogelijk!

Slide 4 - Tekstslide

Welk van deze kenmerken is niet van toepassing op de voorhoofse ridderroman?
A
Eer en trouw aan leenheer en God
B
Heftige duels waarin veel bloed vloeit
C
De omgangsvormen zijn zeer verfijnd
D
De vrouw speelt een ondergeschikte rol

Slide 5 - Quizvraag

Epische concentratie houdt in dat de hoofdpersoon avonturen meemaakt...
A
die epic zijn
B
om God tevreden te stellen
C
waar hij in het echt nooit bij kon zijn
D
om een vrouw tevreden te stellen

Slide 6 - Quizvraag

Welk van onderstaande uitspraken is niet van toepassing op gemeenschapskunst
A
copyright bestond niet
B
de schrijver kreeg alle eer van zijn werk
C
het verhaal is ter ere van God geschreven
D
de naam van de schrijver is onbekend

Slide 7 - Quizvraag

Epische concentratie houdt in dat de hoofdpersoon avonturen meemaakt...
A
die epic zijn
B
om God tevreden te stellen
C
waar hij in het echt nooit bij kon zijn
D
om een vrouw tevreden te stellen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van de hoofse ridderroman?
A
een personage ondergaat een queeste
B
omgangsvormen zijn zeer verfijnd
C
liefde is een belangrijk verhaalelement
D
trouw aan leenheer en God zijn het belangrijkst

Slide 9 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van de literatuur voor het volk in de middeleeuwen?
A
de verhalen werden doorverteld
B
troubadours schreven tekst en muziek
C
de verhalen gingen altijd over God
D
minstrelen brachten het ten gehore

Slide 10 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van het geestelijk toneel in de middeleeuwen?
A
het werd op het marktplein opgevoerd
B
priesters voerden sketches op
C
er werd uitgebeeld hoe je vroom moet leven
D
als je blijft bidden, vergeeft God je zonden

Slide 11 - Quizvraag

Ferguut is een
A
voorhoofse ridderroman
B
klassieke hoofse ridderroman

Slide 12 - Quizvraag

Welk begrip hoort niet in het rijtje thuis?
A
codex
B
boekdrukkunst
C
wiegendruk
D
incunabel

Slide 13 - Quizvraag

Welke van de uitspraken over de Beatrijslegende is niet waar?
A
Beatrijs ontvlucht het klooster
B
Beatrijs blijft tot Maria bidden
C
Beatrijs komt in de prostitutie terecht
D
Beatrijs wordt gestraft door God

Slide 14 - Quizvraag

Hoe ging het?
Ging het goed? Dan heb je waarschijnlijk goede aantekeningen gemaakt en de theorie uit de reader goed gelezen. Wist je niet zo veel? 

Lees dan je aantekeningen goed door en lees de theorie op pagina 4 tot en met 27 goed na en markeer belangrijke begrippen!

Slide 15 - Tekstslide

Literatuur in de renaissance
In de renaissance werd in alle kunstvormen teruggegrepen naar de klassieke oudheid (500 voor. Chr. - 500 na Chr.) 

De klassieke literatuur werd in drie fases als voorbeeld gebruikt: 
- Translatio: letterlijke vertaling van het klassieke voorbeeld; 
- Imitatio: navolging; het klassieke werk werd aan de huidige tijd aangepast; 
- Aemulatio: overtreffen; er werd getracht het klassieke voorbeeld te 'verbeteren' 

Door eerst te vertalen, vervolgens het zelfstandig na te volgen van klassiek werk werd gehoopt om de klassieke kunstenaar te overtreffen. 

Slide 16 - Tekstslide

Literaire genres in de renaissance
Puntdicht of epigram: kort gedicht van meestal twee of vier regels met een geestige inhoud en een verrassend slot (pointe). 

Lofdicht: gedicht waarbij een persoon met prijzende woorden wordt toegesproken. 

Toneel: komedie (blijspel) en tragedie (klassiek drama) 

Slide 17 - Tekstslide

Andere literaire vormen 
in de renaissance

Emblematiek 
Sonnet

Hierop komen we later uitgebreid terug. 

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk!
Lees pagina 29 tot en met 35 van de reader literatuurgeschiedenis. Maak hierbij aantekeningen en markeer belangrijke informatie. Maak vervolgens vraag 1 tot en met 20 op pagina 33 en 21 tot en met 25 op pagina 35. 

Slide 19 - Tekstslide