3V SK NOVA katern les 1 - 2.2 Moleculen en atomen

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

NOVA overgangskatern

les 1 - Katern

H2.2 Moleculen en atomen

Nodig: schrift 

VWO

Leerdoelen

Je weet welke binding wordt verbroken bij een fase overgang of mengen.

Je weet welke binding wordt verbroken bij een chemische reactie.

Aggregatie toestand en fase-overgang.

Open de simulatie op de volgende dia en zoek uit wat er gebeurt met de bindingen tussen de moleculen.

Beantwoord daarna de vragen.

https:

Vraag 1a. In een mengsel komt meer dan één soort moleculen voor.

1. waar
2. niet waar

Vraag 1b. Bij scheiden gaan de moleculen kapot.

1. waar
2. niet waar

Vraag 1c. De moleculen van één stof zijn allemaal gelijk aan elkaar.

1. waar
2. niet waar

Vraag 1d.
Als water verdampt bewegen de moleculen zo snel dat ze kunnen ontsnappen aan elkaars aantrekkingskracht. Deze aantrekkingskracht tussen moleculen heet:

1. atoombinding
2. vanderWaalsbinding

Vraag 1e. In de vaste fase van een stof kunnen de moleculen niet bewegen.

1. waar
2. niet waar

Chemische reactie

Kijk het filmpje op de volgende dia en ga na wat er bij een chemische reactie gebeurt met de bindingen tussen de atomen.

Beantwoord daarna de vragen.

Vraag 2a.
Bij een chemische reactie gaan de atomen kapot.

1. waar
2. niet waar

Vraag 2b.
Bij een chemische reactie herschikken de atomen zich in nieuwe groepjes.

1. waar
2. niet waar

Vraag 2c.
De aantrekkingskracht tussen atomen in een molecuul wordt vaak weergegeven met een streepje of een stokje. Deze aantrekkingskracht heet:

1. atoombinding
2. vanderWaalsbinding

Vraag 2d
Een ontleedbare stof bevat:

1. één atoomsoort
2. meerdere atoomsoorten

Vraag 3. Neem de tabel over in je schrift en vul hem in. Gebruik het Periodiek systeem der elementen op de volgende dia.

Kijk vraag 3 na:

Vraag 4a.

Elke atoomsoort heeft zijn eigen symbool. Het zorgvuldig gebruik van hoofdletters en kleine letters is belangrijk. 

Sleep de formule naar de juiste naam.

Tin

Zwavelnitride

Sn (s)

SN (g)

Vraag 4b.
Leg het verschil uit tussen Co (s) en CO (g).

Yes, je hebt de les nu bijna afgerond ...

 

in de volgende dia ga je verder met de evaluatie.

Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.

Schrijf één of twee dingen op die je deze les nog niet zo goed hebt begrepen.

EINDE