2D H1.2 deel 1 Begrijpend Lezen

H1.2 deel 1
Leesstrategieën
Tekstverbanden

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H1.2 deel 1
Leesstrategieën
Tekstverbanden

Slide 1 - Tekstslide

Welke vier leesstrategieën ken je?

Slide 2 - Open vraag

Theorie (leesstrategieën)
Je hebt vier leesstrategieën:
  • Verkennend lezen Je wilt een eerste indruk krijgen van een tekst. Je bekijkt hem, maar leest hem nog niet echt.
  • Nauwkeurig lezen Je wilt weten wat er in de tekst staat. Je wilt hem begrijpen. Je leest hem helemaal.
  • Zoekend lezen Je hebt een vraag, waar je antwoord op wilt heben. Je zoekt in de tekst het antwoord.
  • Studerend lezen Je wilt de tekst leren. Je leest om te kunnen onthouden.

Slide 3 - Tekstslide

Je zoekt een nieuwe telefoon. Je kijkt in het reclameblaadje van de Mediamarkt.

Welke leesstrategie gebruik je?
A
zoekend lezen
B
verkennend lezen
C
nauwkeurig lezen
D
studerend lezen

Slide 4 - Quizvraag


A

Slide 5 - Quizvraag

Theorie (tekstverbanden en signaalwoorden)

Slide 6 - Tekstslide

Theorie (tekstverbanden)
Je hebt zes tekstverbanden geleerd:
  • opsommend 
  • tijdsvolgorde 
  • tegenstellend 
  • uitleggend 
  • redengevend 
  • concluderend

Slide 7 - Tekstslide

opsommend
tijdsvolgorde
tegenstellend
uitleggend
redengevend
concluderend
Onze familie houdt zowel van hockey als van hardlopen.
Op zondag gaan we altijd hockeyen, nadat we vijf kilometer hebben gerend.
Mijn zus Diana hockeyt bij UVC, maar ze wordt nooit opgesteld.
Meisjes zoals Diana blijven toch positief.
Oom Ger doet nooit mee, hij leest namelijk liever
Walter rookt altijd onder het hardlopen, hij leeft dus niet erg gezond.

Slide 8 - Sleepvraag

Noem het tekstverband:
Anja gebruikt veel cosmetica, want
zij wil er goed uitzien op puberdating.com

Slide 9 - Open vraag

Noem het tekstverband:
Wouter heeft jaren gestoomd met SKiNG Steambags. Hij heeft dus enorme ervaring met dit middel

Slide 10 - Open vraag

Noem het tekstverband:
Wilma houdt het voor gezien. Dat
wil zeggen dat hij stopt met fluiten.

Slide 11 - Open vraag

Noem het tekstverband:
Dartwedstrijden worden nooit gewonnen
door meisjes zoals Floor en Selma.

Slide 12 - Open vraag

Noem het tekstverband:
Sofie wil hem nooit meer zien. Jaap
daarentegen is nog steeds gek op haar.

Slide 13 - Open vraag

Noem het tekstverband:
Nog voordat Jaap was uitgesproken, gooide
Sofie hem een glas water in het gezicht.

Slide 14 - Open vraag

Maak een zin met daarin een tekstverband.
Zoek er een bijpassend plaatje bij.
De rest raadt om welk tekstverband het gaat.

Slide 15 - Open vraag

En nu werken jullie!
H1.2

Slide 16 - Tekstslide