Leiderschapsstijlen + opzetten van een organisatie

Goedemorgen allemaal
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen allemaal

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Programma uitleggen
Inchecken
Theorie over leiding geven + opdrachten
Pauze 
Opzetten van een organisatie indeling 
Afsluiting/ ruimte voor vragen

Slide 2 - Tekstslide

Omschrijf jouw huidige status in 2 woordenx.

Slide 3 - Open vraag

Leiding geven

Slide 4 - Tekstslide

Wat weten jullie al over leidinggeven?

Slide 5 - Woordweb

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker
Een GPM-er heeft vaak ook leidinggevende of coördinerende taken. Je geeft leiding aan kinderen, stagiaires, vrijwilligers en collega's. 

We gaan deze les dieper in op de verschillende leiderschapsstijlen en we gaan kijken wat voor type leidinggevende jij bent. 

Slide 6 - Tekstslide

Type leidinggevende
Om er achter te komen wat voor type leidinggevende jij bent kan je jezelf een aantal vragen stellen:
Kan jij goed tegen kritiek?
Geef jij ruimte voor inspraak van anderen?
Welke werkzaamheden moeten er worden aangestuurd?
Wat is jouw ervaring met de werkzaamheden en de personen? 
Ben je vooral taakgericht of meer mensgericht? 

Slide 7 - Tekstslide

Wat voor eigenschappen horen bij een goede leider volgens jou?

Slide 8 - Open vraag

Proactief
ondernemend
doelgericht
scherp
goed in prioriteiten stellen
enthousiast
flexibel
open
eerlijk

kan coachen
begrijpt de ander
 wil zelf begrepen worden
samenwerken
toont interesse
gemotiveerd om anderen een doel te laten bereiken
zelfreflectie
zelfkritiek

Slide 9 - Tekstslide

De verschillende leiderschapsstijlen
Autoritaire leiderschapsstijl
Democratische leiderschapsstijl
Participerende leiderschapsstijl
Laissez faire - leiderschapsstijl
Autoritatieve leiderschapsstijl

Slide 10 - Tekstslide

Autoritaire leiderschapsstijl
Autoritair betekent: eigenmachtig. De autoritaire leider beslist helemaal alleen of en hoe iets gebeurt. Zij overlegt met niemand en communiceert dus niet tijdens het besluitvormingsproces. Zij legt ook geen verantwoording af over de genomen beslissingen en over de besluitvorming.

Omringen zich met een groep gelijkgestemden
Strikte controle over de groepsprocessen
Geen goede manier van leidinggeven

Slide 11 - Tekstslide

Welke redenen kun jij verzinnen waarom dit geen goede leiderschapsstijl is? Welke gevolgen/effect zie je bij de medewerkers?

Slide 12 - Open vraag

Democratische leiderschapsstijl
Een democratisch leider overlegt met het team over de besluiten. 

hecht waarde aan informele en formele gesprekken en staat 'in' het team

Er is ruimte voor inspraak van collega's en er wordt in overleg een besluit genomen

Handelt transparant en heeft zelfreflectie en zelfkritiek. 

Hecht waarde aan open en eerlijke communicatie en toont zich een echte leider wanneer de situatie daar om vraagt.

Slide 13 - Tekstslide

Ken jij iemand die op stage deze manier van leiderschap vertoonde?
Ja, op mijn huidige plek
Ja op een vorige stageplek
Nee, ik ken niemand die in dit profiel past

Slide 14 - Poll

Participerende leiderschapsstijl
Lijkt op democratisch, maar meer overleg met iedereen.
biedt officiële en minder officiële mogelijkheden aan om inbreng te hebben. 
Staat open voor invloeden van anderen en vraagt vaak om advies

Slide 15 - Tekstslide

Laissez faire
Betekent: laat maar gaan. 
Deze leider bemoeit zich niet met groepsprocessen en toont geen belangstelling voor het geven van feedback aan collega's of zorgen voor het 'wij' gevoel binnen de organisatie. 

Deze leiderschapsvorm komt voor in combinatie met democratisch leiderschap. Je ziet het in organisaties waar het leiderschap aan de groep wordt gedelegeerd. 

Slide 16 - Tekstslide

Noem een mogelijk positief en negatief gevolg van de laissez faire stijl

Slide 17 - Open vraag

Autoritatieve leiderschapsstijl 
Elementen van democratisch en autoritair

Deze leider stelt grenzen, is transparant over zijn handelingen en plannen en legt verantwoording af. 
Is in staat om op het juiste moment de juiste leiderschapselementen toe te passen.

Deze leider draagt haar verantwoordelijkheid en spreekt anderen ook op hun verantwoordelijkheden aan. Het is een democraat maar laat haar eigen mening soms zwaarder wegen dan die van de rest.

Slide 18 - Tekstslide

4 technieken bij het geven van leiding
Begeleiden
steunen
leiden
delegeren

Slide 19 - Tekstslide

Begeleiden
Je ondersteunt je collega's door actief betrokken te zijn bij de uitvoering van hun taken. 

Je beloont, geeft feedback en evalueert op vaste momenten. 

Slide 20 - Tekstslide

Steunen
Je geeft de persoon op de werkvloer de ruimte om binnen de afgesproken kaders te werken. Jij bent het aanspreekpunt voor vragen of onvrede. 

Je steunt vooral door informeel contact te houden en te vragen hoe het gaat.

Wanneer voelde jij je gesteund door je stagebegeleider?  

Slide 21 - Tekstslide

Leiden
Jij schrijft voor wat moet gebeuren/ Je licht het waarom van taken en opdrachten toe. 

Je wijst op verantwoordelijkheden. De instructies zijn duidelijk en je geeft deze tijdig. 

Slide 22 - Tekstslide

Delegeren
Je draagt uitvoerende taken over aan personen op de werkvloer. Het gaat met name om aansturen, je wijst een collega op zijn/haar verplichtingen met betrekking tot deze taken.

 
Je controleert ook of de taken naar behoren zijn verricht. 

Slide 23 - Tekstslide

Welke leiderschapstechniek past het beste bij jou?

Slide 24 - Open vraag

Opdrachten 
Opdracht 26 op pagina 254 t/m 31 op pagina 257
gespecialiseerd pedagogisch medewerker

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Welke positieve affirmatie stond er op jouw poster? Of welke past vandaag bij jou?

Slide 27 - Open vraag