Unit 6, lesson 5 part 1

Leeskwartier
timer
15:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leeskwartier
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Unit 6, lesson 5
  • Have a seat
  • Log in to lessonup 

Slide 2 - Tekstslide

Unit 6: planning
  • Final unit, we're almost there! 
  • Test: 13 June
  • Test week: Reading test

Slide 3 - Tekstslide

Unit 6: test
  • Vocabulary (on Quizlet & WRTS)
  • Word order/adverbs --> Done
  • Present perfect, past simple, past perfect --> Done
  • If-sentences: zero, first, second conditional --> This week
  • Reading

Slide 4 - Tekstslide

Today
  • Grammar  recap: present perfect, past simple, past perfect
  • Vocabulary: competition
  • Reading/writing

Slide 5 - Tekstslide

Past simple form:
Past simple use:

Present perfect form:
Present perfect use:

Slide 6 - Sleepvraag

Past simple <> present perfect

Slide 7 - Tekstslide

Past simple <> present perfect

Slide 8 - Tekstslide

Dad ... smoking when his brother became ill.
A
stopped
B
has stopped

Slide 9 - Quizvraag

Kris ... a teacher long, only two years now.
A
wasn't
B
hasn't been

Slide 10 - Quizvraag

... you ... the dog already? (to walk)

Slide 11 - Open vraag

When ... your sister ... the film?

Slide 12 - Open vraag

Past simple
I walked
I did not walk
Did I walk?

Iets dat is afgelopen in het verleden, vaak staat erbij wanneer het is gebeurd.
Present perfect
I have walked
I have not walked
Have I walked?
Iets dat is begonnen in het verleden en nog steeds voortduurt, de nadruk ligt op het resultaat of het is echt net gebeurd

Slide 13 - Tekstslide

I understand the difference between the past simple and present perfect and can confidently use both in a sentence
Yes, this is easy!
Not yet, but I just need to practice more
No, I need extra explanation!

Slide 14 - Poll

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Past perfect
Als je het hebt over twee gebeurtenissen in het verleden:
- gebruik de past simple voor de meeste recente gebeurtenis / activiteit;
- gebruik de past perfect voor de gebeurtenis / activiteit die geëindigd is voordat er iets anders gebeurde.





Slide 17 - Tekstslide

Past perfect
I had been walking
I had not been walking (I hadn't been walking)
Had I been walking? 





Slide 18 - Tekstslide

After John ... (to read) the instructions, he ... (to adjust) his iPod.

Slide 19 - Open vraag

Dieter ... (to be - not) in a hospital before he ... (to become) very ill in 2014.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

I understand the past perfect and can confidently use it in a sentence
Yes!
Not yet, but I just need more practice
No, I need extra help

Slide 22 - Poll

To Do
  1. Finish test jezelf 6.4 (until you get a green checkmark)
  2. Unit 6.5, exercise 1, 2, 3, 7, 10
  3. "The extra mile" exercise 11
  4. Study vocabulary 6.4 + 6.5 (Quizlet/wrts)
  5. Study grammar 6.5

Slide 23 - Tekstslide

Friday + Homework
  • Last bit of grammar (conditionals)

Homework:
  • Study vocabulary unit 6.5
  • Study grammar unit 6.5

Slide 24 - Tekstslide