Woordsoorten les 1

Pak je boek - 10 minuten lezen

Vandaag:

• Aan het einde van de les kan je werkwoorden, lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en voorzetsels benoemen
• Uitleg woordsoorten
• Quizje
• Maken opdr. 2
• Nakijken opdr. 2
• Afsluiting

Woordsoorten

Woordsoorten:

• Onthouden:
• lw: alleen de, het, een
• zn: heeft een verkleinwoord
• bn: heeft een korte vorm en een lange vorm (groot, grote)
• vz: kastje/Den-Haag/twaalf uur

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?

1. de
2. een
3. het
4. na

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?

1. boven
2. morgen
3. over
4. tijdens

Welk word hoort niet in het rijtje thuis?

1. en
2. in
3. om
4. uit

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?

1. bezige
2. etalage
3. fantastisch
4. ijzeren

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?

1. aanraken
2. bakken
3. broden
4. zien

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?

1. blijdschap
2. kroketten
3. Stefan
4. zaaien

Opdracht 2

• Maak opdr. 2 (p. 55)
• Je werkt individueel en in stilte
• Klaar? Ga verder met opdr. 3

Nakijken opdr. 2

Afsluiting

• Huiswerk: maak opdr. 3 (p. 55)
• Huiswerkcontrole