4.4 globalisering verandert de wereld.

H4 ongelijkheid
Welkom!
Ga zitten en lees P4.

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H4 ongelijkheid
Welkom!
Ga zitten en lees P4.

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we vandaag
herhalen
doelstellingen 
uitleg doelstellingen
opdrachten maken. 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet door welke ontwikkelingen de wereld steeds meer ‘krimpt’.

  • Je begrijpt waarom sommige gebieden meer profiteren van de globalisering dan andere.

  • Je kunt goederen indelen naar grondstoffen, halffabricaten en eindproducten

Slide 3 - Tekstslide

opdracht
Kijk in je groepje uit welke landen jullie spullen vandaan komen en schrijf dat op. 
Dus: Waar komt jouw trui, schoenen, t - shirt, rugzak enz vandaan?

Slide 4 - Tekstslide

Wat hebben de volgende dingen met elkaar te maken?

  • McDonald’s
  • Pepsi
  • Sushi
  • Tulpen
  • Samsung

Slide 5 - Tekstslide

Globalisering
Gebieden en mensen raken steeds meer met elkaar verbonden. 
Vroeger: zijderoute, koloniën

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Ontwikkelingen door globalisering
1.  opkomst Mno's, halen grondstoffen uit andere landen en hebben daar ook fabrieken en kantoren staan. Hoofdkantoren in centrumlanden.
2. verdwijnen handels(belemmeringen), landen grenzen open voor handel, migratie ook makkelijker.
3.technologische ontwikkeling, snel contact over de hele wereld. Wel tijdszones

Slide 9 - Tekstslide

1. Voorbeelden van MNO's

Slide 10 - Tekstslide

verschuiving van werk en welvaart
  • MNO's maken producten in lagelonenlanden vooral arbeidsintensieve producten.
  • Verschuiving werk en inkomens van centrum naar (semi) periferie landen.
  • Niet iedereen profiteert  in centrumlanden en de periferie.
  • (hightech industrie blijft in centrumlanden)

Slide 11 - Tekstslide

boxopdracht
globalisering

Slide 12 - Tekstslide

Niet iedereen profiteert in centrumlanden en de periferie.
Wie profiteert niet en waarom?

centrumlanden:                                           periferielanden:

Slide 13 - Tekstslide

Niet iedereen profiteert in centrumlanden en de periferie.
Wie profiteert niet en waarom?
centrumlanden:                                           
Werknemers verliezen hun baan door sluiting en verhuizing fabrieken.
(semi)periferielanden:
  • veel mensen nog werkloos
  • zwaar werk tegen weinig loon

Slide 14 - Tekstslide

verandering productieketen
-> Grondstoffen: nog niet bewerkte goederen- hout van boom, katoen (periferie)
-> Halffabricaten: bewerkte grondstoffen -  houten palen, bolletje wol- (semiperiferie)
-> Eindproducten: producten die gereed zijn en verkocht kunnen worden - houten tafel, trui (centrum)

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
  • maken alle opdrachten van P4.4 

Slide 16 - Tekstslide