In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 2 Water
Slide 1 - Tekstslide
Welke stof is er op je kleding terechtgekomen als je kleding grauw wordt tijdens het wassen?
A
Kalkzeep
B
Natuurlijke zeep
C
Emulgator
D
Synthetische zeep
Slide 2 - Quizvraag
Tijdens een titratie wordt er 2,9 ml natronloog toegevoegd om een 10 ml azijnzuuroplossing te neutraliseren. Bij de titratie reageert 1,0 mL natronloog met 6,0 mg azijnzuur. Bereken hoeveel gram azijnzuur zich in de zure oplossing bevind.
Slide 3 - Open vraag
Waarom kan zeep mengen met water en olie?
Slide 4 - Open vraag
Chantal vindt het belangrijk om er aantrekkelijk uit te zien. Om haar huid mooi en schoon te houden, gebruikt ze een crème. Crème is een mengsel. Geef de drie hoofdbestanddelen van crème.
Slide 5 - Open vraag
Een koffiezetapparaat kan na een tijd last krijgen van kalkaanslag. Welk soort schoonmaakmiddel kun je het best gebruiken om kalkaanslag in een koffiezetapparaat te verwijderen?
A
Een basisch reinigingsmiddel
B
Een schuurmiddel
C
Een synthetische zeep
D
Een zuur schoonmaakmiddel
Slide 6 - Quizvraag
kalkzeep ontstaat als opgeloste kalk reageert met (een)
A
natuurlijke zeep
B
emulsie
C
emulgator
D
detergent
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer in het onderzoek drinkwater (leidingwater) is gebruikt, kunnen de meetresultaten anders zijn dan wanneer gedestilleerd water is gebruikt.
Leg uit waarom de meetresultaten in dat geval anders kunnen zijn.
Slide 8 - Open vraag
2,30 L suikeroplossing bevat 0,250 kg suiker. bereken de concentratie in (g/L)
Slide 9 - Open vraag
0,50 L natronloog bevat 20 g natriumhydroxide. concentratie?(g/L)
Slide 10 - Open vraag
Sleep waar of niet waar naar de juiste stelling
Creme is een suspensie.
Met een emulgator kun je water en olie gemengd houden.
Als je de huid te vaak met zeep wast, dan kan je huid uitdrogen.