sprint 1 bovenste luchtwegen

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoolapotheekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al van luchtwegaandoeningen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar / Niet waar
Patiënten die last hebben van aandoeningen van de lagere luchtwegen, hebben ook vaak last van verkoudheid en een verstopte neus
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is in 80% van alle keelontstekingen de veroorzaker?
A
bacterie
B
schimmel
C
virus
D
irritatie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan de oorzaak van een ontsteking of infectie in het mondslijmvlies en tandslijmvlies zijn?
A
slechte gebitshygiëne
B
slecht passend kunstgebit of beugel
C
gebrek aan vitamine B en C
D
na inhalatie de mond niet goed spoelen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om te onthouden..
Een ontsteking is meestal het gevolg van een infectie

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke methoden ondersteunen een behandeling van infecties?
A
Reinigen van het gebit
B
Verhogen van de speekselproductie
C
Gorgelen
D
Kauwgom eten

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke oorzaken van een ontsteking in het neusslijmvlies ken je?

Slide 10 - Woordweb

overgevoeligheidsreactie, door stuifmeel van grassen, huisstof, huisdieren
bacterie
virus
temperatuurswisseling, tabaksrook, uitlaatgassen, sterke geuren, uitlaatgassen, geuren
Waar / niet waar
Voordat neusdruppels of neusspray gebruikt worden, moet je eerst je neus snuiten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Voordat de neusdruppels of de neusspray gebruikt worden, moet altijd eerst zo veel mogelijk slijm verwijderd worden door de neus te snuiten. Dit snuiten mag niet krachtig gebeuren (‘trompetteren’), omdat dan slijm en bacteriën in de voorhoofdsholte of via de buis van Eustachius in het middenoor kunnen komen. Daardoor ontstaat gevaar voor een middenoorontsteking of voorhoofdsholteontsteking. Bij het snuiten van de neus moet één neusgat dichtgehouden worden en krachtig door het andere gat geblazen worden. Zo wordt het meeste slijm verwijderd.
Om te onthouden..
Stoffen die het opgezwollen slijmvlies doen slinken worden DECONGESTIVA genoemd

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke groep(en) horen bij hoestmiddelen?
A
Hoestprikkeldempende stoffen
B
Expectorantia
C
Mucolytica
D
Emollientia

Slide 13 - Quizvraag

codeïne
Expectorantia; worden gebruikt om het ophoesten van slijm te vergemakkelijken. Verondersteld wordt dat de expectorantia de slijmcellen dwingen tot de productie van een wateriger, dunner slijm.
Mucolytica; hebben vermoedelijk invloed op de taaiheid van slijm. Het slijm wordt als het ware afgebroken en is daardoor gemakkelijker op te hoesten. Het gebruik van deze middelen heeft alleen zin bij voldoende hoge dosering of bij lokaal gebruik via een vernevelaar.
Emollientia; stoffen waarvan geen duidelijke werking bekend is, maar ze worden voorgeschreven ter verzachting van de geprikkelde slijmvliezen.