Cours 19 14 04 2025

Chapitre 5 - Dossier Santé
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chapitre 5 - Dossier Santé

Slide 1 - Tekstslide

Lundi, 14 avril
apprendre: 
  • E + F
  • bloc G phrases clés p. 42


Slide 2 - Tekstslide

Objectifs
- ik kan een Franse infographie maken over gezondheid in Nederland

Slide 3 - Tekstslide

Programme pour lundi, 14 avril
Francofolies
Pronom interrogatif  quel

Slide 4 - Tekstslide

Pronom interrogatif = vraagwoorden
VRAAGWOORD: QUEL/QUELLE/QUELS/QUELLES = Welke of wat/wat een?
Na een vorm van "être" (EST ET SONT)  in de vraag?

1.  Wat is jouw vraag? =  Quelle est ta question?
2. Wat zijn jouw vakken? Quelles sont tes matières

Voor een zelfstandig naamwoord
1.  Welke dokter heb je liever? - Tu préfères quel docteur?

Slide 5 - Tekstslide

Pronom interrogatif = vraagwoorden
VRAAGWOORD: QUEL/QUELLE/QUELS/QUELLES = Welke of wat/wat een?
Na een vorm van "être" (EST ET SONT)  in de vraag?

1.  Wat is jouw vraag? =  Quelle est ta question?
2. Wat zijn jouw vakken? Quelles sont tes matières

Voor een zelfstandig naamwoord
1.  Welke dokter heb je liever? - Tu préfères quel docteur?

Slide 6 - Tekstslide

Pronom interrogatif = vraagwoorden

VRAAGWOORD: QUEL/QUELLE/QUELS/QUELLES = Welke of wat/wat een?
- Na een vorm van "être = (est et sont)"  in de vraag
- Voor een zelfstandig naamwoord

- In een uitdrukking met "wat een ........."
Wat een mooie jurk ..... !  Quelle belle robe !!!  Quel past zich aan zelfst nw



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

mercredi, 16 avril
apprendre: 
  • pour le contrôle


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide