2023-01-16 4VWO Les verbes révision

Les verbes et les temps
Deel 1
Doel 1 - herhaling: Ik heb de belangrijkste Franse werkwoorden herhaald en ik weet hoe goed ik deze beheers.
Deel 2
Doel 2 - nieuwe stof: Ik weet het verschil tussen de passé composé en de imparfait en wanneer ik welk van deze twee moet gebruiken.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les verbes et les temps
Deel 1
Doel 1 - herhaling: Ik heb de belangrijkste Franse werkwoorden herhaald en ik weet hoe goed ik deze beheers.
Deel 2
Doel 2 - nieuwe stof: Ik weet het verschil tussen de passé composé en de imparfait en wanneer ik welk van deze twee moet gebruiken.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mets le verbe entre parenthèses au temps indiqué.
Est-ce que nous (pouvoir, présent) ... prendre un bicuit?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitgangen komen er in de conditionnel na de stam?
A
ai as a ons ez ent
B
ai as a ons ez ont
C
ais ais ait ions iez aient
D
e es e ons ez ent

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mets le verbe entre parenthèses au temps indiqué.
Moi, je (vouloir, conditionnel) ... vraiment avoir un biscuit

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitgangen komen er in de futur simple na de stam?
A
ai as a ons ez ent
B
ai as a ons ez ont
C
ais ais ait ions iez aient
D
e es e ons ez ent

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mets le verbe entre parenthèses au temps indiqué.
Les élèves (faire, futur simple) ... leurs devoirs demain.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De stam van de conditionnel en de futur simple: ...

Slide 7 - Woordweb

zijn hetzelfde
eindigen altijd op een r
is vaak gelijk aan de infinitif
of aan infinitif -e
Mets le verbe entre parenthèses au temps indiqué.
Ce soir Jacqueline (se détendre, futur simple) ...

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitgangen komen er in de imparfait na de stam?
A
ai as a ons ez ent
B
ai as a ons ez ont
C
ais ais ait ions iez aient
D
e es e ons ez ent

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mets le verbe entre parenthèses au temps indiqué.
Est-ce que vous (avoir, imparfait) ... toujours un chien?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

de passé composé ...

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Mets le verbe entre parenthèses au temps indiqué.
Est-ce que tu (être, passé composé) ... en ville hier?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mets le verbe entre parenthèses au temps indiqué.
Nous nous (s'amuser, passé composé) ... au McDo!

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je het eerste doel bereikt?

Doel 1 - herhaling: Ik heb de belangrijkste Franse werkwoorden herhaald en ik weet hoe goed ik deze beheers.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 2
Doel 2 - nieuwe stof: Ik weet het verschil tussen de passé composé en de imparfait en wanneer ik welk van deze twee moet gebruiken.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je in het Frans nou de imparfait (o.v.t.) en wanneer de passé composé (v.t.t.)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Imparfait of passé composé?
Is dit een beschrijving of een opeenvolging van gebeurtenissen?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hier wordt alleen de imparfait gebruikt.
Er wordt een beschrijving gegeven.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En hier?
Wanneer passé composé en wanneer imparfait?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie
Een beschrijving: imparfait

"En toen, en toen, en toen": passé composé

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer deze woorden in een zin staan, volgt automatisch de imparfait of de passé composé.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Imparfait ou passé composé?
1. Autrefois, on ... des légumes tous les jours.
A
mangeait
B
a mangé

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Imparfait ou passé composé?
2. Tout de suite après l'école nous ... chez McDo.
A
allions
B
sommes allés

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Imparfait ou passé composé?
3. Ensuite, nous ... chez nous.
A
rentrions
B
sommes rentrés

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Imparfait ou passé composé?
4. D'habitude, maman ... la cuisine.
A
faisait
B
a fait

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je het tweede doel bereikt?
Doel 2 - nieuwe stof: Ik weet het verschil tussen de passé composé en de imparfait en wanneer ik welk van deze twee moet gebruiken.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Leren: voca A, B + phrases clés + boîte à outils
              en grammatica B + être, avoir, faire, wederk. ww
Voorbereiden: voca C

Maken: ex. 38d p. 76
(Noteer: beschrijving / 'en toen' / het bijwoord dat imp. of p.c. aangeeft.    ->    imp of p.c.    ->    vervoeg het ww)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies