4.4 Samen leven

4.4 Samen leven
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

4.4 Samen leven

Slide 1 - Tekstslide

In dit hoofdstuk:
4.1 - Prikkels en gedrag
4.2 - Leren
4.3 - Lichaamstaal
4.4 - Samen leven
4.5 - Samenhang: De mierenkolonie

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen
- De leerling kan uitleggen hoe dieren in een groep kunnen samenwerken. 
- De leerling kan uitleggen hoe dieren de baas kunnen zijn
- De leerling weet wat rangorde is en belang ervan 
- De leerling kunnen uitleggen hoe dieren een partner vinden

Slide 3 - Tekstslide

4.3 - Lichaamstaal

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden van signalen?

Slide 5 - Open vraag

Waar of niet waar?
Twee verschillende soorten begrijpen elkaars non-verbale gedrag altijd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Mensen snappen elkaars lichaamstaal door te kijken naar ogen, neus en mond
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat maakt dat wij (mensen) jonge dieren schattig vinden?
A
Schattige signalen
B
Inwendige signalen
C
Overdreven signalen
D
Sleutel signalen

Slide 8 - Quizvraag

4.4 Samen leven

Slide 9 - Woordweb

Paragraaf 4.4
Dieren in groepen werken met elkaar
samen.

Het samenwerken gaat het beste als
er een taakverdeling is.
Voorbeeld: een groep ganzen,
een aantal ganzen staan op de 
uitkijk, de rest kan eten, daarna wisselen ze elkaar af.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Paragraaf 4
Veel groepsdieren werken samen

Samenwerking gaat het best als er een 
taakverdeling is, dus als het duidelijk is 
wie wat doet.
Bij een taakverdeling is het ook belangrijk 
dat iedereen zich aan de regels houdt. 

Slide 12 - Tekstslide

Paragraaf 4
Een groep dieren heeft vaak een leider.

De leiders in een groep zijn dominant 
over de rest van de groep.

De rest van de groep is onderdanig 
aan de leiders.

Slide 13 - Tekstslide

Paragraaf 4
Als er in een groep dominante en 
onderdanige dieren zijn en elk dier 
zijn plaats kent, dan heet dat rangorde.


Kippen hebben ook een duidelijke 
rangorde, de zogenaamde pikorde.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Paragraaf 4
Dreigen: bepalen wie de sterkste is 
zonder dat je gaat vechten.

Overspronggedrag: gedrag dat heel 
normaal is alleen niet past bij het moment.

Komt bij mensen en dieren voor!

Slide 16 - Tekstslide

Paragraaf 4
Het gedrag waarmee dieren een partner
lokken en 'versieren' heet baltsgedrag.
Bij baltsgedrag is ook sprake van 
overdreven signalen.
De functie van balts is voorbereiding 
op de paring.
Mensen baltsen ook, al noem je dat meestal versieren. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Vragen

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een reden voor dieren om in een groep te leven?

Slide 21 - Open vraag

Hoe heet een dier dat de baas is?
A
Dominant
B
Onderdanig

Slide 22 - Quizvraag

Een dominant dier...(kies het beste antwoord)
A
Staat altijd onderaan de rangorde
B
Staat altijd bovenaan de rangorde
C
Staat altijd boven een onderdanig dier
D
Valt buiten de rangorde

Slide 23 - Quizvraag

Een kat die blaast naar een andere kat, en zich dan begint te likken, vertoont...
A
Alleen dreiggedrag
B
Alleen overspronggedrag
C
Eerst overspronggedrag en dan dreiggedrag
D
Eerst dreiggedrag en dan overspronggedrag

Slide 24 - Quizvraag

Een paringsdans is een voorbeeld van...
A
Dreiggedrag
B
Overspronggedrag
C
Baltsgedrag
D
Omgericht gedrag

Slide 25 - Quizvraag

Zelfstandig aan de slag
Ga aan de slag met hoofdstuk 4.4 

 

Slide 26 - Tekstslide