Goed gebekt deel 1, taak 5

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

GOED GEBEKT DEEL 1, taak 5

Wat betekenen de volgende uitdrukkingen, gezegdes e.d.?

Hij heeft ruggengraat.

1. is een doorzetter
2. kan heel veel tillen
3. heeft chronische rugklachten

Goedkoop is duurkoop.

1. alles wat goed is, is duur
2. wat duur is, moet je niet kopen
3. iets wat goedkoop gekocht is, blijkt vaak niet goed te zijn

In de schaduw van iemand staan.

1. iemand na-apen
2. iemand in de weg staan
3. minder goed dan een ander zijn

Hij maakt zich er met een jantje-van-leiden van af.

1. hij raffelt het af
2. hij doet het heel goed
3. hij doet of zijn neus bloedt

De nieuwe directeur is een onbeschreven blad.

1. iemand van wie nog niets bijzonders bekend is
2. iemand zonder strafblad
3. iemand die nooit gehuwd is geweest

Moeilijke woorden

Welk woord hoort bij de volgende omschrijving?

Het verband tussen twee zaken/dingen

1. associatie
2. correlatie
3. synoniem

Een ander woord met dezelfde betekenis

1. synoniem
2. homoniem
3. titulatuur

Een gedachte die door iets opgeroepen wordt.

1. correlatie
2. creatie
3. associatie

Het alleenrecht om te handelen.

1. eruptie
2. vivisectie
3. monopolie

Een overblijfsel van een heilige.

1. vivisectie
2. relikwie
3. sarcofaag

Gezegdes/uitdrukkingen

Vul aan met het juiste woord

Iets naar je ..... zetten.

1. hand
2. weg
3. zin

Naar de bekende ..... vragen.

1. uitkomst
2. kaart
3. weg

Iemand iets op de ..... spelden.

1. rug
2. mouw
3. jas

De ..... uitdelen.

1. taken
2. lakens
3. opdrachten

Dat is ..... om oud ijzer.

1. koper
2. brons
3. lood