MV/Arbeidsgeschillen college 2

MV Arbeidsgeschillen
Conflicthantering, bemiddelen en onderhandelen


College 2 | Noortje Hemmen | noortje.hemmen@nhl.nl
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

MV Arbeidsgeschillen
Conflicthantering, bemiddelen en onderhandelen


College 2 | Noortje Hemmen | noortje.hemmen@nhl.nl

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Bespreking opdrachten
  • Conflictspel: ganzenbord
  • Theorie: conflicthantering/bemiddeling
  • Casus Kees
  • Portfolio-opdrachten volgende week

Slide 2 - Tekstslide

Er komt een leidinggevende functie vrij binnen een bedrijf. Medewerker A zegt dat hij recht heeft op deze functie omdat hij al het langst werkzaam is binnen het bedrijf. Medewerker B zegt dat hij geschikter voor deze functie is en hier recht op heeft omdat hij hoger opgeleid is.
Van wat voor conflict is hier sprake?

A
Machtsconflict
B
Zakelijk conflict
C
Belangenconflict
D
Geen van bovenstaande

Slide 3 - Quizvraag

Manager A geeft aan dat het efficiënter werkt om meerdere mensen in korte diensten in te plannen per dag. Manager B zegt dat er meer binding met het bedrijf is vanuit de werknemers wanneer er minder werknemers per dag werken maar zij wel een gehele dag meedraaien.
Het betreft hier een zakelijk conflict.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Twee collega’s komen niet uit de doelen voor de volgende periode. Daarom besluit één van de twee de ander zijn zin te geven, hij is bang dat ze er nooit gezamenlijk uitkomen en is de discussie zat. Dit is kenmerkend voor de conflictstijl:
A
Samenwerken
B
Doordrukken
C
Vermijden
D
Toegeven

Slide 5 - Quizvraag

Bespreking opdrachten
  • Conflictstijlentest

Slide 6 - Tekstslide

Conflictstijlen
Vermijden / ontlopen
  • Het onderwerp is onbelangrijk.
  • Je ziet geen kans je doel te bereiken.
  • De mogelijke kosten wegen niet op tegen de mogelijke baten.
  • Enig uitstel (bv meer info) weegt op tegen de voordeel van een snelle beslissing.
  • Afkoelen kan een nieuw perspectief op een oplossing geven.
  • Het conflict is symptoom voor iets wezenlijkers.

Slide 7 - Tekstslide

Conflictstijlen
Doordrukken / forceren
  • Een snelle besliste handeling is vereist.
  • Bij belangrijke kwesties, waar impopulaire maatregelen 
vereist zijn.
  • Bij kwesties die vitaal zijn voor het voortbestaan van het systeem
  • Als je overtuigd bent van je gelijk en/of de ander incompetent acht.
  • Je kunt beschikken over voldoende machtsmiddelen.
  • Om jezelf te beschermen tegen misbruik door de ander van jouw niet-competitieve opstelling.

Slide 8 - Tekstslide

Conflictstijlen
Compromis sluiten
  • Zowel het onderwerp als de relatie is belangrijk.
  • Bij partijen die beiden even machtig zijn.
  • Sneller dan samenwerken: bij complexe
    problemen en tijdsdruk zeer geschikt. 
  • Er is geen optimale oplossing: beide partijen doen water bij de wijn. 
  • Vanuit eigen belang stappen zetten richting
    een oplossing voor beide partijen.

Slide 9 - Tekstslide

Conflictstijlen
Samenwerken
  • Beide standpunten zijn belangrijk, het probleem is complex
  • Eigenbelangen worden losgelaten: focus op (onderliggende) gezamenlijke belangen
  • Je wilt iets leren: veronderstellingen testen, de andere begrijpen.
  • Integratie van verschillende perspectieven is gewenst.
  • Inzet en medewerking bij uitvoeren van oplossing is noodzakelijk.
  • Er is voldoende tijd/geld/energie beschikbaar.

Slide 10 - Tekstslide

Conflictstijlen
Toegeven / aanpassen
  • Je hebt ongelijk
  • De zaak is voor de ander belangrijker dan voor jou.
  • Het bewaren van harmonie of definitieve breuk voorkomen is belangrijker voor jou en minder voor de ander.
  • Je schat in dat je zult verliezen.
  • Om betere uitgangspositie te krijgen om gehoord te kunnen worden: om sociaal krediet op te bouwen voor later, om de ander te tonen dat je redelijk kunt zijn, om je goede wil te tonen.

Slide 11 - Tekstslide

Programma
  • Bespreking opdrachten
  • Conflictspel: ganzenbord
  • Theorie: conflicthantering/bemiddeling
  • Casus Kees
  • Portfolio-opdrachten volgende week

Slide 12 - Tekstslide

Conflictspel: ganzenbord

Slide 13 - Tekstslide

Programma
  • Bespreking opdrachten
  • Conflictspel: ganzenbord
  • Theorie: conflicthantering/bemiddeling
  1. Ontstaan van een conflict
  2. Fasen van een conflict
  • Casus Kees
  • Portfolio-opdrachten volgende week

Slide 14 - Tekstslide

Definitie van een conflict
Een conflict is een proces dat begint wanneer een individu of groep iets doet, of zal gaan doen, dat negatieve gevolgen heeft voor de eigen belangen, opvattingen, of normen en waarden (...).

Slide 15 - Tekstslide

Ontstaan van een conflict

Slide 16 - Tekstslide

Soorten conflicten
  • Het intrapersoonlijke conflict: hier is sprake van een conflict in de persoon zelf, bijvoorbeeld dilemmasituaties.
  • Het interpersoonlijke conflict: een conflict tussen twee personen.
  • Het intragroepsconflict: een conflict binnen een groep.
  • Het intergroepsconflict: een conflict tussen twee of meer groepen.

Slide 17 - Tekstslide

Fasen van een conflict

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Je weet nu:
  • Welke conflictstijlen er bestaan;
  • Hoe conflicten (kunnen) ontstaan;  
  • Welke fasen conflicten door (kunnen) lopen. 

Vervolgvraag: hoe kan een conflict worden opgelost/gehanteerd? (volgende week!)

Slide 20 - Tekstslide

Programma
  • Bespreking opdrachten
  • Conflictspel: ganzenbord
  • Theorie: conflicthantering/bemiddeling
  • Casus Kees
  • Portfolio-opdrachten volgende week

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Programma
  • Bespreking opdrachten
  • Conflictspel: ganzenbord
  • Theorie: conflicthantering/bemiddeling
  • Casus Kees
  • Portfolio-opdrachten 4 & 5 volgende week

Slide 24 - Tekstslide

Portfolio-opdracht 5
Benoem soorten conflicten, de fasen en (vermoedelijke) oorzaken? Motiveer je antwoord.

1. cognitieve beperkingen
1a. Vuistregels als denkstrategie voor te complexe werkelijkheid.
1b. Beschikbaarheid van informatie (meest beschikbare informatie is meest betrouwbare en informatieve).
1c. Framing, de neiging om een bepaald resultaat als norm te nemen. Een collega krijgt 3% loonstijging, dus jij wilt dat ook. Alles onder de 3% is verlies, alles boven de 3% is winst. Verliezen is pijnlijker dan winnen.

Slide 25 - Tekstslide

Portfolio-opdracht 5
2. Naïef realisme
Eigen wereldbeeld is de norm en afwijkingen daarop worden veroorzaakt door beperkte of onvolledige informatie bij de ander (ik leg het je nog een keer uit); minder intelligentie (blond zeker) of een verborgen agenda (je speelt een spelletje met me).

3. Egodefensiviteit
Mensen streven een positief zelfbeeld na. En schrijven zorgvuldigheid en vriendelijkheid liever toe aan zichzelf en emotionele instabiliteit aan een ander. Een conflict zet het positieve zelfbeeld onder druk. Zelfs ervaren onderhandelaars zien zichzelf als constructiever dan hun opponenten. Voorbeeld – vakbondsonderhandelaars met zelfoverschatting. Bovendien worden de concessies van de ander als nietszeggend en waardeloos afgedaan.

Slide 26 - Tekstslide

Portfolio-opdrachten volgende week
  • Opdracht 4: persoonlijke analyse conflict
  • Opdracht 5: analyse casus Kees

Neem de uitwerkingen volgende week mee naar de les, zodat we ze kunnen bespreken!

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide