1.3 KGT Kernbegrippen bij maatschappijleer

Maatschappijleer 3KG1 dinsdag 5 september
Klassikaal: (20 minuten)
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Herhaling leerstof 
  • PO: wie heeft er wel/geen onderwerp?
  • Uitleg 1.3
Voor jezelf aan de slag: (25 minuten)
  • nakijken 1.2
  • beginnen met de PO
  • maken 1.3 in het werkboek
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijleer 3KG1 dinsdag 5 september
Klassikaal: (20 minuten)
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Herhaling leerstof 
  • PO: wie heeft er wel/geen onderwerp?
  • Uitleg 1.3
Voor jezelf aan de slag: (25 minuten)
  • nakijken 1.2
  • beginnen met de PO
  • maken 1.3 in het werkboek

Slide 1 - Tekstslide

Hoe herken je een maatschappelijk probleem?
1. Hebben er veel mensen mee te maken?
2. Zijn er veel verschillende meningen over?
3. Krijgt het probleem veel aandacht in de media?
4. Bedenkt de politiek oplossingen?

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeelden van Maatschappelijke problemen
  • Mobiele telefoons verbieden op scholen?
  • Alcoholverslaving/gameverslaving/drugsverslaving
  • Uitval op school onder jongeren
  • opwarming van de aarde/klimaatverandering
  • Migratie/vluchtelingen stroom
  • woningtekort
  • plastic soep in de oceaan
  • file probleem
  • Zitten jongeren teveel op sociale media?
  • Moeten er meer asfaltwegen komen of meer treinrails aangelegd worden?
  • ongelijkheid in het onderwijs
  • Armoede door inflatie

WIE HEEFT ER AL EEN ONDERWERP?

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling

Slide 4 - Tekstslide

welke binding herken je? 

Slide 5 - Tekstslide

welke binding herken je? 

Slide 6 - Tekstslide

welke binding herken je? 

Slide 7 - Tekstslide

welke binding herken je? 

Slide 8 - Tekstslide

welk begrip herken je?

Slide 9 - Tekstslide

welk begrip herken je?

Slide 10 - Tekstslide

1.3 Kernbegrippen bij maatschappijleer

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de begrippen waarden en normen uitleggen en hier een voorbeeld bij noemen.
  • Je kunt door middel van een voorbeeld uit de actualiteit uitleggen wat een belang en een belangentegenstelling is.
  • Je kunt uitleggen welke machtsmiddelen er zijn en welke volgens jou het best werken.
  • Je kent het begrip sociale ongelijkheid en kunt dit uitleggen met een voorbeeld.

Slide 12 - Tekstslide

Waarden
Uitgangspunt of principe dat mensen belangrijk vinden in hun leven.
Voorbeelden hiervan zijn:
  1. Gezondheid.
  2. Status.
  3. Vrijheid.
  4. Familie.
  5. Discipline.


Slide 13 - Tekstslide

Normen
Opvattingen of regels over hoe je je op grond van waarden behoort te gedragen.
Let op! Normen horen altijd bij een bepaalde waarde!

Slide 14 - Tekstslide

Belang
Het voordeel dat iemand of een instituut zoals de overheid ergens bij heeft.

Slide 15 - Tekstslide

Formule 1 in Zandvoort: een zegen of een vloek?
1.  Welke 2 groepen staan tegenover elkaar?
2. Er wordt vaak gesproken over een economisch en natuurbelang. 


Slide 16 - Tekstslide

Hoe kun je anderen beïnvloeden?
  • Macht : Het vermogen om het gedrag of het denken
    van anderen te beïnvloeden.
  • Machtsmiddelen: Middelen waarmee je het gedrag
    van anderen kunt beïnvloeden.


Slide 17 - Tekstslide

Machtsmiddelen

Slide 18 - Tekstslide

welk machtsmiddel herken je hier?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Sociale ongelijkheid
Hiermee bedoelen we dat niet iedereen dezelfde kansen heeft in de samenleving

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Aan de slag
  • nakijken 1.2
KEUZE:
  • aan de slag met je PO 
  • maken 1.3 in het werkboek
  • Huiswerk: woensdag 6 september 1.3 af (blz. 8 t/m 11) en iedereen heeft een onderwerp voor de PO.
*let op: hierna nog 5 lessen om te werken aan je PO

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting: leerdoelen behaald?
  • Je kunt de begrippen waarden en normen uitleggen en hier een voorbeeld bij noemen.
  • Je kunt door middel van een voorbeeld uit de actualiteit uitleggen wat een belang en een belangentegenstelling is.
  • Je kunt uitleggen welke machtsmiddelen er zijn en welke volgens jou het best werken.
  • Je kent het begrip sociale ongelijkheid en kunt dit uitleggen met een voorbeeld.
  • je kunt aan de slag met de PO

Slide 25 - Tekstslide