A4 P2 Onderzoek doen

Introductie
Periode 2 Les 1

Onderzoek naar een levensbeschouwelijk thema naar keuze
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Introductie
Periode 2 Les 1

Onderzoek naar een levensbeschouwelijk thema naar keuze

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je leert om een klein onderzoek te doen op een thema uit een levensbeschouwelijke terrein
- Je leert om een onderzoeksvraag te formuleren
- Je leert wat APA is en hoe je dit kunt toepassen in verslag
- Je leert hoe je een verslag maakt die aan wetenschappelijke eisen voldoet
- Je leert om samen te werken aan een opdracht
- Je leert om een planning te maken en taken te verdelen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introductie
Waarmee start een onderzoek?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waar verwonderen jullie je over?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Je hoeft deze vragen niet te bespreken. Het zijn extra voorbeelden van verwondering voor als de leerlingen zelf weinig input geven.
Noem dat de vragen alle kanten op kunnen gaan. In de wetenschap delen we ze in in grofweg drie richtingen, alfa, bèta en gamma:
  • Alpha: bestuderen van producten van menselijk handelen
  • Bèta: bestuderen van niet-menselijke natuur
  • Gamma: bestuderen van het menselijk handelen
Verdeel enkele vragen van deze slide, of onderwerpen die de leerlingen zelf hebben bedacht (welke nu op het bord staan), aan de drie richtingen.
De Denker – Auguste Rodin. https://programma.bnnvara.nl/demeesterwerken/poll/7/modal/answer/119

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktisch
Zie de beschrijving onder Digitale Info
Wat: Onderzoek +- 3000 woorden
Wie: tweetallen (zelf kiezen)
Wanneer: Vrijdag 24 december inleveren
Duur: 6 weken/6 lesuren

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Oefening
Vb. Positie van de vrouw in religies
Vb. Geweld in religies
Vb. Invloed van religie op politiek

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijvende vragen
Beschrijvende vragen zijn handig om het onderwerp van het onderzoek te verkennen. Deze vragen zijn meestal het startpunt van je onderzoek (deelvraag 1 en 2), en helpen je om het onderwerp van de scriptie overzichtelijk te krijgen.
Beschrijvende vragen gaan altijd over het hier en nu. Het antwoord op een beschrijvende vraag schetst bijvoorbeeld een situatie, een begrip of een persoon op basis van eigen of verzamelde waarnemingen.

Voorbeelden van beschrijvende vragen
Welke doelgroep wil bedrijf X met zijn Instagramprofiel bereiken?
Wat is het protocol voor de begeleiding van kinderen met autisme op basisschool Z?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijkende vragen

Als je verschillen en overeenkomsten wilt aantonen dan doe je dit met een vergelijkende vraag. Meestal gebruik je niet meer dan twee vergelijkende vragen in je onderzoek en zijn dit deelvragen. Als je hoofdvraag een vergelijkende vraag is, moet je probleemstelling opgelost kunnen worden door verschillen of overeenkomsten te identificeren.

Voorbeelden van vergelijkende vragen
Wat is het verschil tussen gebarentaal en lichaamstaal?
Wat zijn de overeenkomsten in het politiek systeem tussen Nederland en Rusland?


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definiërende vragen
Met definiërende vragen kun je uitzoeken hoe datgene wat je onderzoekt zich verhoudt tot het grotere geheel. Je kunt hiermee een verschijnsel typeren en indelen. Meestal zijn definiërende vragen deelvragen.

Voorbeelden van definiërende vragen
Hoe is de nieuwe onderklasse die is ontstaan in Nederland te typeren?
Bij welke stroming socialisten is deze nieuwe opkomende beweging in te delen?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verklarende vragen
Verklarende vragen zijn er om de oorzaak van het probleem te achterhalen. Begin de formulering van deze vragen met woorden als ‘wat’, ‘waardoor’, ‘hoezo’ en ‘hoe’.

Voorbeelden van verklarende vragen
Waardoor wordt het ziekteverzuim van baliemedewerkers bij Rabobank Nederland veroorzaakt?
Hoe komt het dat stof H smelt bij een temperatuur van 170 graden?
Wat is de precieze chemische oorzaak van het verkleuren van bladeren in de herfst?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overig
Voorspellende vragen
Probleemoplossende vragen
Evaluatieve vragen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1 vraag- helder- afgebakend- haalbaar- niet googlebaar

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Scherp je eigen onderzoeksvraag aan


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksvraag

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opzet onderzoek
Voorpagina: Naam, klas, vak, docent, datum en titel
Inhoudsopgave 
Inleiding: Introductie onderwerp en hoofd/deelvragen noemen- 300 woorden
Hoofdstukken: Inhoudelijke beantwoording deelvragen- 1700 woorden
Conclusie: Beantwoording van de hoofdvraag- 500 woorden
Bronvermelding
Bijlagen - bijv. interviews, enquetes... 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronvermelding APA in de tekst- parafraseren
Er wordt aangeraden om het statistisch programma
SPSS te gebruiken voor het analyseren van onderzoeksgegevens (Baarda, 2014).

Baarda (2014) raadt aan om het statistisch programma
SPSS te gebruiken voor het analyseren van onderzoeksgegevens.

Chinese schilderijen worden tentoongesteld in
Nederlandse musea (Van der Poel & Zijlmans, 2016). 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronvermelding APA in de tekst-citeren
“De eerste stap die je neemt, is in feite een probleemen situatieanalyse” (Migchelbrink, 2006, p. 68) en deze werkwijze is gevolgd voor het onderzoek.
 
“De uitspraken die in het onderzoek gedaan worden
moeten aan de hand van de resultaten controleerbaar zijn” (Fischer & Julsing, 2014, p. 25)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Internetbron in de tekst 
Bij een internetbron wordt in de tekst alleen de auteur en het
jaartal genoemd. De volledige URL wordt alleen in de bronnenlijst opgenomen. Bij het ontbreken van een auteur wordt
de organisatie genoemd en als deze er ook niet is, de titel van
de webpagina. Bij het ontbreken van een jaartal wordt z.d. (=
zonder datum) genoteerd. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnenlijst boek en internetbron
Van der Meer, B. (1997). Pesten op het werk. Assen: Van Gorcum.

Mooy, G. (2014, 6 oktober). Wat moet Nederland doen tegen ebola? Geraadpleegd op 9 januari 2015, van       http://www.joop.nl/opinies/detail/artikel/28908_wat_moet_nederland_doen_tegen_ebola/

Tunesisch National Dialogue Quartet wint Nobelprijs voor
 de Vrede. (2015, 9 oktober). Geraadpleegd op 9 oktober
2015, van http://www.nu.nl/buitenland/4141877/
tunesisch-national-dialogue-quartet-wint-nobelprijsvrede.htm


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnenlijst
Let op: een bronnenlijst is altijd alfabetisch, ongeacht de bron of het materiaal.

De beschrijving van een bron is opgebouwd uit een aantal
onderdelen: auteur(s), jaartal of datum, titel, etc. Ieder onderdeel eindigt met een punt, met uitzondering van een linkof DOI.

Laat een bronvermelding die langer is dan één regel vanaf de tweede regel inspringen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zat het ook alweer...

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktisch
Zie de beschrijving onder Digitale Info
Wat: Onderzoek +- 3000 woorden
Wie: tweetallen (zelf kiezen)
Wanneer: 28 januari inleveren via magister

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksvraag
1 vraag- helder- afgebakend- haalbaar- niet googlebaar

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opzet onderzoek
Voorpagina: Naam, klas, vak, docent, datum en titel
Inhoudsopgave 
Inleiding: Introductie onderwerp en hoofd/deelvragen noemen- 300 woorden
Hoofdstukken: Inhoudelijke beantwoording deelvragen- 1700 woorden
Conclusie: Beantwoording van de hoofdvraag- 500 woorden
Bronvermelding
Bijlagen - bijv. interviews, enquetes... 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronvermelding APA in de tekst- parafraseren
Er wordt aangeraden om het statistisch programma
SPSS te gebruiken voor het analyseren van onderzoeksgegevens (Baarda, 2014).

Baarda (2014) raadt aan om het statistisch programma
SPSS te gebruiken voor het analyseren van onderzoeksgegevens.

Chinese schilderijen worden tentoongesteld in
Nederlandse musea (Van der Poel & Zijlmans, 2016). 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies